NL
DA
propeller uit zolang het Cruise systeem ingeschakeld is.
•
Gebruik de propeller alleen onder water.
•
Leg metalen juwelen en horloges aan de kant voordat u met werkzaamhe-
den aan batterijen of in de buurt van batterijen begint.
•
Plaats gereedschap en metalen voorwerpen altijd uit de buurt van de
batterij.
•
Let bij het aansluiten van de batterij op de juiste polariteit en controleer of
de aansluitingen goed vastzitten.
•
Batterijpolen moeten schoon en corrosievrij zijn.
•
Berg batterijen niet risicovol op in een doos of lade, zoals in een niet vol-
doende geventileerde kistbank.
•
Sluit alleen identieke batterijen aan (zelfde fabrikant, capaciteit en leeftijd).
•
Sluit alleen batterijen met identieke laadstatus aan.
•
Maak de boot zodanig vast aan de kade resp. op de ankerplaats dat hij zich
niet kan losrukken.
•
Kijk uit voor mensen die zich in het water bevinden.
•
Gebruik alleen originele kabelsets van Torqeedo.
•
Stroomkabels mogen niet worden verlengd of gebundeld.
•
Win voor het vertrek informatie in over het gebied waar wordt gevaren en
houd rekening met de weersvoorspellingen en de toestand op het water.
•
Houd, afhankelijk van de grootte van de boot, de specifieke veiligheidsuit-
rusting bereid (anker, peddel, communicatiemiddelen, evt. hulpmotor).
•
Controleer het systeem voor vertrek op mechanische beschadigingen.
•
Vaar alleen met een systeem dat in perfecte staat is.
•
Zorg dat u voor vertrek vertrouwd bent met het gebied waar wordt gevaren,
omdat het door de boordcomputer vermelde bereik geen rekening houdt
met wind, stroming en vaarrichting.
•
Plan voldoende buffer in voor het benodigde bereik.
•
Voer de aangesloten batterijcapaciteit nauwkeurig in bij het gebruik van
andere batterijen die niet met de databus communiceren.
•
Houd afstand tot de propeller.
•
Schakel bij werkzaamheden aan de propeller het systeem altijd uit via de
batterijhoofdschakelaar en verwijder de magneetsleutel van de noodstop.
•
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
•
Til het Cruise systeem niet alleen op en gebruik een geschikt hijswerktuig.
•
Sluit andere verbruikers (bijv. visvinders, licht, radio's enz.) niet op dezelfde
batterijbank aan als waar de motoren mee worden aangedreven.
•
Controleer tijdens het varen of er geen gevaar bestaat dat de propeller de
bodem aanraakt.
•
Schakel bij werkzaamheden aan batterijen het systeem altijd uit via de
hoofdschakelaar.
10
•
Let er bij het aansluiten van de batterijen op dat u eerst de rode pluskabel
en daarna de zwarte minkabel aansluit.
•
Let er bij het loskoppelen van de batterijen op dat u eerst de zwarte minka-
bel en daarna de rode pluskabel verwijdert.
•
Verwissel nooit de polariteit.
•
De noodstop-magneetsleutel kan magnetische gegevensdragers wissen.
•
Houd de noodstop-magneetsleutel uit de buurt van magnetische gegevens-
dragers.