Code/betekenis
F.010
De aanvoertemperatuursensor
is kortgesloten.
F.011
De retourtemperatuursensor is
kortgesloten.
F.012
De temperatuursensor warmwa-
teraansluiting is kortgesloten.
F.013
De boilertemperatuursensor is
kortgesloten.
F.020
De veiligheidstemperatuurbe-
grenzer (STB) onderbreekt de
gasklepbesturing. De gasklep
werd gesloten, omdat de tem-
peratuur van de aanvoer- of re-
tourtemperatuursensor de maxi-
male grenswaarde heeft over-
schreden.
F.022
Er is geen of te weinig water in
het product of de waterdruk is
te laag.
F.023
De temperatuurspreiding tussen
aanvoer en retour is te groot.
0020297502_04 Installatie- en onderhoudshandleiding
Mogelijke oorzaak
Aanvoertemperatuursensor de-
fect
Fout in de elektrische verbin-
ding van de retourtemperatuur-
sensor
Retourtemperatuursensor defect
Fout in de elektrische verbin-
ding van de warmwatertempera-
tuursensor
Warmwatertemperatuursensor
defect
Fout in de elektrische verbin-
ding van de boilertemperatuur-
sensor
Boilertemperatuursensor defect
Te weinig/geen water in het
product.
Fout in de elektrische verbin-
ding van de aanvoertempera-
tuursensor
Fout in de elektrische verbin-
ding van de retourtemperatuur-
sensor
Aanvoertemperatuursensor de-
fect
Retourtemperatuursensor defect
De pomp is defect.
3- wegventiel defect of geblok-
keerd
Waterdruksensor defect
Volumesensor defect
Zwarte ontlading via ontste-
kingskabel, ontstekingsstekker
of ontstekingselektrode
Te weinig/geen water in het
product.
Fout in de elektrische verbin-
ding van de waterdruksensor
Kabel naar de
pomp/waterdruksensor los/niet
aangesloten/defect
Waterdruksensor defect
Pompbedrijf in storing
Magneetklep van de automati-
sche vulvoorziening defect
Intern expansievat defect
Lucht in het product
Fout in de elektrische verbin-
ding van de aanvoertempera-
tuursensor
Fout in de elektrische verbin-
ding van de retourtemperatuur-
sensor
Aanvoertemperatuursensor de-
fect
Retourtemperatuursensor defect
Pomp geblokkeerd
Pump loopt met verminderd
vermogen
Maatregel
▶
Controleer en vervang eventueel de aanvoertemperatuursen-
sor.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de retourtemperatuursensor.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de warmwatertemperatuur-
sensor.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de boilertemperatuursensor.
1.
Vul de CV-installatie.
2.
Controleer het product en het systeem op lekkage.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de aanvoertemperatuursen-
sor.
▶
Controleer en vervang eventueel de retourtemperatuursensor.
▶
Controleer en vervang de pomp eventueel.
▶
Controleer en vervang eventueel de 3-wegklep.
▶
Controleer en vervang eventueel de waterdruksensor.
▶
Controleer en vervang eventueel de volumesensor.
▶
Controleer ontstekingskabel, ontstekingsstekker en ontste-
kingselektrode.
1.
Vul de CV-installatie.
2.
Controleer het product en het systeem op lekkage.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer de kabel naar de pomp/naar de waterdruksensor.
▶
Controleer en vervang eventueel de waterdruksensor.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabel naar de pomp/naar
de waterdruksensor.
▶
Controleer de automatische vulvoorziening en vervang eventu-
eel de vulvoorziening.
▶
Controleer het interne expansievat en vervang deze eventueel.
▶
Ontlucht de verwarmingsinstallatie.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de aanvoertemperatuursen-
sor.
▶
Controleer en vervang eventueel de retourtemperatuursensor.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
57