Inhoudsopgave
Advertenties
6.
Wacht tot de meetwaarde is gestabiliseerd en noteer
de afgelezen meetwaarde.
7.
Vergelijk de afgelezen meetwaarde met de toegestane
bereiken uit de diagrammen.
A
14
13
12
11
10
9
8
7
6
2
4
8
12
16
A
CO₂-gehalte [vol.-%]
1
Max. CO₂-gehalte
vloeibaar gas
2
Max. CO₂-gehalte
aardgas
A
10
8
6
4
2
0
2
5
10
15
A
O₂-gehalte [vol.-%]
1
Max. O₂-gehalte
vloeibaar gas
2
Max. O₂-gehalte
aardgas
Resultaat:
Waarde buiten het toegestane bereik
▶
Controleer de totale leidinglengte van het
VLT/VGA-systeem.
▶
Controleer het VLT/VGA-systeem op recirculatie en
blokkades.
▶
Meet het CO₂- en O₂-gehalte opnieuw aan de ver-
brandingsgasmeetnippel en protocolleer de meet-
waarde.
▶
Wanneer het CO₂- of O₂-gehalte buiten het toe-
gestane bereik blijft liggen, corrigeer dan de gas-
luchtverhouding via D.158 en meet opnieuw het
CO₂- en O₂-gehalte op de verbrandingsgasmeetnip-
pel.
▶
Wanneer het CO₂- of O₂-gehalte nog steeds bui-
ten het toegestane bereik ligt, vervang dan de re-
gelelektrode (→ Hoofdstuk 11.7.15) en zet D.158
terug op de fabrieksinstelling.
▶
Meet het CO₂- en O₂-gehalte opnieuw aan de ver-
brandingsgasmeetnippel en protocolleer de meet-
waarde.
▶
Als de waarde nog steeds buiten het toegestane
bereik valt, neem het product dan niet in bedrijf en
neem contact op met de klantenservice.
8.
Verwijder het verbrandingsgas-analysetoestel en sluit
de meetopening op de verbrandingsgasmeetnippel.
24
1
2
3
4
20
24
28
32
36
40
B
Verwarmingsbelas-
ting [kW]
3
Min. CO₂-gehalte
vloeibaar gas
4
Min. CO₂-gehalte
aardgas
1
2
3
4
20
25
30
35
40 B
B
Verwarmingsbelas-
ting [kW]
3
Min. O₂-gehalte
vloeibaar gas
4
Min. O₂-gehalte
aardgas
7.11
CV-functie
1.
Waarborg, dat een verwarmingsvraag aanwezig is.
Navigeer naar MENU → INSTELLINGEN→ Installa-
2.
teursniveau → Gegevensoverzicht.
◁
Als het product correct functioneert, dan verschijnt
op het display S.004.
7.12
Water ontkalken
Door een stijgende watertemperatuur stijgt de kans op
kalkuitval.
▶
Ontkalk indien nodig het water.
Voorwaarde: Waterhardheid: ≥ 3,57 mol/m³
B
▶
Verlaag de gewenste waarde van de warmwatertempera-
tuur.
–
Warmwatertemperatuur: ≤ 50 ℃
7.13
Warmwaterbereiding controleren
1.
Waarborg, dat een warmwatervraag aanwezig is.
Geldigheid: Product met aangesloten warmwaterboiler
▶
Navigeer naar MENU → INSTELLINGEN→ Installa-
teursniveau → Gegevensoverzicht.
◁
Als de warmwaterboiler correct wordt geladen, dan
verschijnt op het display S.024.
◁
Als de boiler over een temperatuursensor beschikt,
controleer dan de temperatuur in de boiler Uit-
looptemp. WW-boiler
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
▶
Navigeer naar MENU → INSTELLINGEN→ Installa-
teursniveau → Gegevensoverzicht.
◁
Wanneer via een waterkraan warm water wordt
getapt, verschijnt in het display S.014.
◁
Controleer de warmwatertemperatuur Warm-
watertemperatuur act.
Voorwaarde: Thermostaat aangesloten
▶
Stel de gewenste temperatuur voor de aangesloten
warmwaterboiler met de thermostaat in (→ bedienings- en
installatiehandleiding thermostaat).
◁
De CV-ketel neemt de op de thermostaat ingestelde
gewenste temperatuur over.
7.14
CO-gehalte controleren
1.
Open de meetopening op de verbrandingsgasmeetnip-
pel en monteer de meetsonde van het verbrandings-
gas-analysetoestel.
2.
Start de schoorsteenvegermodus (→ Hoofdstuk 6.8).
Aanwijzing
Voer de metingen alleen uit met gemon-
teerde voormantel.
3.
Let op de correcte verwarmingsbelasting.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020297502_04
Advertenties
Inhoudsopgave
