Instellingen
8.3
Instelling van de montagehoogte
De aanbouwhoogte van de machine moet op het
veld in beladen toestand exact volgens de gege-
vens van de strooitabel worden ingesteld. Geme-
ten wordt aan de voor- en achterzijde van de
strooischijven vanaf de grond.
8.4
Instellen van de strooihoeveelheid
74
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken en/of stoten voor personen ach-
ter/onder de kunstmeststrooiers als gevolg van het onbedoeld
wegvallen van de machine, wanneer de topstanghelften per on-
geluk uit elkaar worden gedraaid of getrokken!
Stuur personen weg uit de gevarenzone achter resp. onder de ma-
chine, voordat u de montagehoogte van de topstang instelt.
Afb. 35
1. Schakel de aftakas van de tractor uit (indien nodig).
2. Wacht tot eventueel roterende strooischijven volledig tot stil-
stand zijn gekomen (indien nodig), voordat u de montagehoogte
instelt.
3. Stuur personen uit de gevarenzone achter resp. onder de ma-
chine weg.
4. Stel de benodigde montagehoogte op het veld volgens de gege-
vens in de strooitabel en overeenkomstig het gewenste type
bemesting in (normale of nabemesting) in.
4.1 Breng de multifunctionele strooier via de driepuntshydrauli-
ca van de tractor omhoog of omlaag, tot de strooischijf in
het midden van de zijkant de vereiste hoogte bereikt.
4.2 Wijzig de lengte van de topstang, wanneer de montage-
hoogten a en b aan de voor- en achterzijde van de strooi-
schijven van de vereiste montagehoogten afwijken.
De stand van de doseerschuif is afhankelijk van
de soort strooigoed, en van de toestand (gekorreld, grof/fijn,
•
vochtig, droog)
•
de gewenste strooibreedte [m].
•
de gewenste rijsnelheid [km/h].
•
de gewenste strooihoeveelheid [g/m²].
Het instellen van de schuifvergrendeling op een hogere waarde
op de schaalverdeling betekent:
•
grotere doorlaat van de uitstroomopening.
•
hogere afgifte.
De afstelling van de strooihoeveelheid vindt plaats aan de hand van
ervaringswaarden of de waarden in de strooitabel.
E+S BAG0084.6