12
Richtlijnen voor media
U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en
etiketten) te gebruiken. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd met stuurprogramma's die
bij de printer is geleverd, voor uitgebreide informatie over de kenmerken van de verschillende
mediasoorten. Hieronder vindt u enkele beknopte richtlijnen voor de keuze van papier en andere
media.
Papier
Opmerking: Als u papier van mindere kwaliteit gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat de
prestaties beneden de maat zijn en dat de afdrukkwaliteit niet optimaal is.
Als u afbeeldingen met fotokwaliteit wilt afdrukken, moet u kwalitatief hoogwaardig laserprinterpapier
gebruiken. Voor een optimaal resultaat worden de volgende papiersoorten aanbevolen:
•
Hammermill Laser Print 90 g/m
Als u tekst en standaardgrafieken afdrukt, is 75 g/m
kopieerapparaten aanvaardbaar. Maak altijd eerst een aantal proefafdrukken voordat u grote
hoeveelheden van een bepaalde papiersoort aanschaft.
Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde zoals aangegeven op de verpakking. Plaats
het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar boven in de papierladen. Zie
etiketten laden
voor instructies over het laden van papier.
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
•
papier met een hoog katoengehalte;
•
papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak;
•
coated papier (uitwisbaar bankpostpapier);
•
voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
•
papier dat is bedoeld voor inkjetprinters;
•
gekreukt, gekruld of beschadigd papier;
•
vochtig papier;
•
geperforeerd papier of reliëfpapier;
•
meervoudige formulieren;
•
synthetisch papier;
•
thermisch papier;
•
kringlooppapier lichter dan 75 g/m
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 175°C zonder te
smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de
2
2
papier voor gebruik in laserprinters of
2
.
41
Papier, karton of