LET OP:
Als er andere apparaten op de printer zijn aangesloten, zet u deze uit en verwijdert
u de stroomkabels en de kabels die naar de printer lopen.
Opmerking: De lade voor dubbelzijdig afdrukken en de optionele lade hoeven niet verwijderd te
worden om toegang te krijgen tot de achterklep en de systeemkaart.
1
Zet de printer uit.
2
Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Draai de twee schroeven van de achterklep los en verwijder deze.
Bewaar de schroeven op een veilige plaats zodat u deze bij de hand hebt als u de
systeemkaart weer installeert.
Opmerking: U kunt de printer pas gebruiken als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
287