Download Print deze pagina

Hoofdstuk 2: Printerstuurprogramma's - Lexmark C720 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor C720:

Advertenties

2
Printerstuurprogramma's
U kunt alle functies en voorzieningen van uw printer besturen met de printerstuurprogramma's die bij
de printer zijn geleverd. Deze printerstuurprogramma's zijn ontworpen voor een efficiënt gebruik van
de printer en het bereiken van een optimale afdrukkwaliteit. U kunt deze stuurprogramma's snel en
eenvoudig gebruiken met uw computer.
In de meeste Windows-programma's kunt u algemene printerinstellingen wijzigen in het dialoogvenster
Afdrukken. U doet dit door achtereenvolgens Bestand te kiezen op de menubalk en vervolgens
Afdrukken of Printerinstellingen. Er wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u alle of een
aantal printerinstellingen kunt wijzigen.
Opmerking: Printerinstellingen die u in de toepassing of het printerstuurprogramma hebt
geselecteerd, hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel.
Veel van deze dialoogvensters bevatten een knop voor Printerinstellingen of printer eigenschappen.
Met deze knop kunt u toegang krijgen tot het venster van het printerstuurprogramma. De snelste en
eenvoudigste manier om de printer te besturen is om wijzigingen in de printerinstellingen aan te
brengen in het programma of in het printerstuurprogramma.
Met behulp van het venster van het printerstuurprogramma kunt u een testpagina afdrukken. Deze
pagina bevat alle huidige instellingen in het printerstuurprogramma. U kunt dit venster ook gebruiken
voor het instellen van bijvoorbeeld een gebruikersidentificatiepagina, het papierformaat en overlays.
Als er in het venster van het printerstuurprogramma iets wordt weergegeven waarvan de betekenis
niet duidelijk is, kunt u de online Help voor actuele informatie over die functie raadplegen.
De manier waarop u toegang krijgt tot het venster van het printerstuurprogramma is afhankelijk van het
besturingssysteem, de voorkeuren zoals u die hebt ingesteld en de configuratie van het
besturingssysteem.
Een printerfunctie die u niet kunt instellen in de toepassing of het printerstuurprogramma, kan worden
gewijzigd vanaf het bedieningspaneel van de printer of vanaf de computer in MarkVision. Wijzigt u
echter een printerinstelling met het bedieningspaneel of met MarkVision, wordt deze instelling de
standaardinstelling voor alle afdruktaken die u vervolgens naar de printer stuurt. U kunt de instellingen
die u hebt aangebracht in het bedieningspaneel weer opheffen in de toepassing of in het
printerstuurprogramma. De instellingen die u hebt gewijzigd in de toepassing of in het
printerstuurprogramma gelden meestal alleen voor de huidige afdruktaak.
14

Advertenties

loading