4
Afdrukken en de wachtstand
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen moet worden bewaard en niet onmiddellijk moet worden uitgevoerd.
Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het
bedieningspaneel opgeven welke bewaarde opdracht u wilt uitvoeren.
Met deze functie kunt het volgende doen:
•
extra exemplaren van een afdruktaak op een later tijdstip laten afdrukken;
•
de uitvoering van een afdruktaak uitstellen;
•
één exemplaar controleren voordat u de rest afdrukt;
•
een vertrouwelijke document pas afdrukken wanneer u zelf bij de printer bent om de afdrukken
op te halen.
Klik voor meer informatie op een van de volgende onderwerpen:
•
Bewaarde opdrachten afdrukken en verwijderen
•
Herhaalde afdruktaak
•
Gereserveerde afdruktaak
•
Gecontroleerde afdruktaak
•
Vertrouwelijke afdruktaken
20