Naslagkaart
Omgaan met de printer
Informatie over het bedieningspaneel van
de printer
1
2
7
6
Onderdeel
Beschrijving
1
Display
Toont de status van de printer
2
Startpagina
Hiermee kunt u teruggaan naar het startscherm
3
Toetsenblok
Hiermee kunt u op de printer cijfers, letters of
symbolen invoeren
Onderdeel
4
Slapen
3
4
#
5
5
Indicatielampje
6
Stoppen/Annuleren Hiermee wordt elke activiteit van de printer
7
USB‐poort
Beschrijving
Hiermee kunt u de slaapstand of sluimerstand
inschakelen
Hieronder wordt de status van de aanduiding en
de knop Slapen aangegeven:
•
Slaapstand wordt geactiveerd of uitge‐
schakeld: het indicatielampje brandt groen
en de knop Slapen brandt niet.
•
Printer werkt in de slaapstand: het indicatie‐
lampje brandt groen en de knop Slapen
brandt oranje.
•
Sluimerstand wordt geactiveerd of uitge‐
schakeld: het indicatielampje brandt groen
en de knop Slapen knippert oranje.
•
Printer werkt in sluimerstand: het indicatie‐
lampje brandt niet, en de knop Slapen
knippert oranje volgens een patroon waarbij
de knop 1/10 seconde brandt en 1,9 seconde
uit gaat.
Met de volgende handelingen wordt de slaap‐
stand uitgeschakeld:
•
Scherm aanraken of drukken op een van de
printerknoppen
•
Invoerlade, klep of paneel openen.
•
Afdruktaak verzenden vanaf de computer
•
POR (Power On Reset) uitvoeren met de
hoofdvoedingschakelaar.
Uit: de printer is uitgeschakeld.
Knippert groen: de printer is bezig met
opwarmen, met het verwerken van gegevens of
met afdrukken.
Brandt groen: de printer staat aan, maar is niet
actief.
Brandt rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.
gestopt.
Opmerking: Er wordt een lijst met opties
weergegeven op het moment dat Gestopt
wordt weergegeven op de display.
Hiermee kunt u een digitale PictBridge‐camera,
USB Bluetooth‐adapter of flashstation
aansluiten op de printer.
Opmerking: alleen de USB‐poort aan de
voorzijde ondersteunt flashstations.
1
Informatie over het startscherm
Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een
basisscherm weergegeven. Dit wordt het startscherm genoemd. U kunt
met de knoppen en pictogrammen op het startscherm een actie
starten.
Opmerking: Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen
verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm,
beheerdersinstellingen en actieve geïntegreerde oplossingen.
1
2
3
8
7
6
Knop
Functie
1
Taal wijzigen
De hoofdtaal wijzigen van de printer.
2
Bladwijzers
Een verzameling met bladwijzers (URL's) maken,
indelen en opslaan in een structuurweergave met
mappen en bestandskoppelingen.
Opmerking: De structuurweergave bevat geen
bladwijzers die zijn gemaakt in Formulieren en
favorieten en de bladwijzers in de structuur‐
weergave kunnen niet worden gebruikt in
Formulieren en favorieten.
3
Wachttaken
Alle huidige wachttaken weergeven.
4
USB of USB‐
Foto's en documenten weergeven, selecteren of
thumbdrive
afdrukken vanaf een flashstation.
Opmerking: dit pictogram wordt alleen weerge‐
geven als u terugkeert naar het startscherm
terwijl een flashstation of geheugenkaart is
aangesloten op de printer.
4
5