Pagina 9
500 vel van voorklep De Lexmark C720 kleurenprinter is de ideale printer voor het afdrukken van presentaties, zakelijke afbeeldingen, lijnpatronen en tekst. De printer maakt gebruik van elektrofotografische laserdiode-technologie waarmee afbeeldingen en tekst van hoge kwaliteit kunnen worden afgedrukt. U kunt maximaal 24 pagina’s per minuut (ppm) afdrukken voor monochrome afdruktaken en 6 ppm voor...
Pagina 10
eenvoudig professionele kleurenafbeeldingen afdrukken, maar ook fraaie afbeeldingen met grijstinten of haarscherpe monochrome teksten en gedetailleerde lijnpatronen. Het modulaire ontwerp van de printer heeft als voordeel dat u regelmatig terugkerende onderhoudstaken zelf kunt uitvoeren zonder dat u de hulp van een onderhoudstechnicus hoeft in te roepen.
Pagina 11
250 vel. Documentatie In de online informatie over de Lexmark C720 vindt u alles over kleurfuncties, mediaspecificaties, geheugenvereisten, het bedieningspaneel, de printerconfiguratie en -instellingen, het oplossen van problemen en het bestellen van artikelen.
Pagina 12
Printerstuurprogramma's U kunt alle functies en voorzieningen van uw printer besturen met de printerstuurprogramma’s die bij de printer zijn geleverd. Deze printerstuurprogramma's zijn ontworpen voor een efficiënt gebruik van de printer en het bereiken van een optimale afdrukkwaliteit. U kunt deze stuurprogramma's snel en eenvoudig gebruiken met uw computer.
Pagina 13
Printerinstellingen wijzigen U kunt de instellingen van de printer wijzigen met de toepassingssoftware, het Lexmark printerstuurprogramma, het bedieningspaneel of het bedieningspaneel op afstand van MarkVision. Opmerking: Printerinstellingen die u in de toepassing of het printerstuurprogramma hebt geselecteerd, hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel.
Pagina 14
zo worden ingesteld dat andere gebruikers geen toegang hebben tot een groot deel van de menu's. Gebruikers hebben echter wel toegang tot met menu Taak. Display van twee regels met maximaal 16 tekens. Return Selecteren Menu Knoppen en getallen Voor het selecteren van instellingen in menu's, het wissen van foutberichten en het Stop...
Pagina 15
Knoppen op het bedieningspaneel Knop Functie Druk op als u het volgende wilt doen: Selecteren Selecteren • het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display en de beschikbare menu-items bekijken; • het menu-item selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display en de beschikbare waarde of de standaardinstelling van de gebruiker voor het betreffende menu-item bekijken;...
Pagina 16
– de instelling Aan of Uit; – een zin of een woord waarmee de instelling wordt beschreven; – een numerieke waarde die u kunt verhogen of verlagen. Druk op om naar de waarde te gaan die u wilt selecteren. Menu> <Menu Opmerking: Druk op als u terug wilt gaan naar vorige menu's of menu-items zonder de...
Pagina 17
Wijzig de wachtwoordvariabele van de opdracht PJL JOB, als u de knoppenreeks wilt uitschakelen zodat andere gebruikers de menu's vanaf het bedieningspaneel niet eenvoudig kunnen vergrendelen of ontgrendelen. Selecteer een willekeurige waarde (behalve nul) als wachtwoordvariabele om te voorkomen dat de knoppenreeks de menu's ontgrendelt (of vergrendelt). Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over PJL-opdrachten.
Pagina 18
Afdrukken en de wachtstand Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de taak in het printergeheugen moet worden bewaard en niet onmiddellijk moet worden uitgevoerd. Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke bewaarde opdracht u wilt uitvoeren.
Pagina 19
Bewaarde afdruktaken afdrukken en verwijderen Nadat bewaarde opdrachten eenmaal zijn opgeslagen in het printergeheugen, kunt u via het bedieningspaneel van de printer opgeven wat u met een of meer van deze taken wilt doen. In het menu Taak selecteert u Opdr. vertrouwel. of Bewaarde opdr. (herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde afdruktaken).
Pagina 20
Druk op om de opdrachten die u hebt gemarkeerd af te drukken of te verwijderen. Start Op de display van de printer wordt kort aangegeven welke functies voor afdruk- en wachtstandtaken worden uitgevoerd. Daarna keert de printer terug naar de werkstand Gereed Opmaakfouten Als het symbool...
Pagina 21
Gecontroleerde afdruktaak Als u een gecontroleerde afdruktaak verzendt, wordt één exemplaar afgedrukt en blijven de overige exemplaren die u in het stuurprogramma hebt opgegeven, in het printergeheugen bewaard. U kunt zo controleren of dit eerste exemplaar naar wens is, voordat u de overige exemplaren afdrukt. Bewaarde afdruktaken afdrukken en verwijderen als u hulp nodig hebt bij het afdrukken van de overige exemplaren die zijn opgeslagen in het geheugen.
Pagina 22
Kleuren Met de printer kunt u afdrukken in kleur. Met kleuren kunt u bepaalde zaken benadrukken en voegt u iets extra's toe aan uw afdrukken en informatie. Gekleurde afdrukken zijn leesbaarder en worden dan ook meer gelezen dan dezelfde afdrukken in zwartwit. Met kleuren worden uw afdrukken levendiger en zijn de lezers beter in staat ingewikkelde gegevens te analyseren.
Pagina 23
wit. De beelden en kleuren op het scherm worden geproduceerd door verschillende hoeveelheden rood, groen en blauw. Primaire kleuren Kijk eens naar de drie primaire additieve kleuren rood, groen en blauw in de afbeelding. U ziet dat wanneer de drie kleuren worden gecombineerd, wit ontstaat. Maar kijk eens naar het gebied waar twee kleuren elkaar overlappen.
Pagina 24
genoemd). Samengesteld zwart ziet er op afdrukken uit als heel vuil bruin. Daarom beschikt uw printer over een zwarte cartridge om echt zwart in uw afdrukken aan te brengen. Kleurverschil De meeste toepassingen bieden tegenwoordig WYSIWYG (What You See Is What You Get: wat u ziet, is wat u krijgt).
Pagina 25
Zoals al eerder gezegd, is het maken van een kleurenvoorbeeld een eenvoudige methode voor de planning van het gebruik van kleuren. Met dit kleurenvoorbeeld kunt u namelijk zien hoe deze kleuren worden afgedrukt. Hoe ouder uw beeldscherm is, des te meer zullen de kleuren op het scherm veranderen. Als u een tonercartridge of een photoconductor-eenheid vervangt of ander papier in de printer gebruikt, zal dat eveneens van invloed zijn op de kleuren in uw afdrukken.
Pagina 26
Kleuren beheren Er zijn vele kleurenbeheersystemen verkrijgbaar, van eenvoudige boeken met kleurenvoorbeelden tot en met speciaal ontworpen kleurenservers. Met behulp van kleurenbeheersystemen (Color Management Systems, of CMS) kunt u kleuren op elkaar afstemmen op verschillende apparaten, zoals scanners, beeldschermen en printers. Wat u tijdens elke stap van het proces te zien krijgt, komt daadwerkelijk overeen met de afdruk.
Pagina 27
Veelgebruikte kleurenbeheersystemen U kunt kiezen uit een groot aantal kleurenbeheersystemen. Het type CMS dat u kiest, is van invloed op uw afdrukken. Kies het CMS met de beste prijs/prestatieverhouding voor uw toepassingen. Hieronder staan enkele veelgebruikte kleurenbeheersystemen: Windows ICM Microsoft Windows 95/98/Me, Windows 2000 en Windows NT ondersteunen Image Color Management (ICM).
Pagina 28
Omgaan met bedrukt papier Het printerstuurprogramma is ontwikkeld om u de best mogelijke uitvoer van verschillende afdruktaken te garanderen. Maar wellicht wilt u zelf meer controle hebben over het uiterlijk van de afdrukken. U kunt de screeningmethoden, grafische effecten en opvulresolutie tijdens het afdrukken zelf beheren. U kunt deze instellingen eenvoudig wijzigen met het printerbesturingsprogramma, het bedieningspaneel of MarkVision.
Pagina 29
standaardinstelling 2400 IQ verhoogt de kwaliteit van de afbeeldingen die u afdrukt. Ook biedt de instelling 2400 IQ een optimale balans voor de meeste afdruktaken. U kunt deze instellingen wijzigen in het tabblad voor kleuren in het printerstuurprogramma of met het menu Kleur van het bedieningspaneel.
Pagina 30
Rasterschermen De term rasterscherm verwijst naar het stippenpatroon van een object op een pagina (tekst of afbeeldingen). Als u goed naar een zwartwitfoto in een tijdschrift kijkt, lijkt het alsof deze vele grijstinten bevat. Als u dezelfde foto nu onder een vergrootglas bekijkt, ziet u dat deze in feite is opgemaakt uit een aantal stippen (dots).
Pagina 31
Schermhoek Met de standaardhoek van het rasterscherm en de rastercellen worden de stippen zo geplaatst dat ze zo min mogelijk waarneembaar zijn voor het menselijk oog. Tevens worden hiermee de kleuren uitgelijnd binnen alle vier de kleurvlakken. Door de rastercellen niet onder een hoek van 90 graden te plaatsen, wordt de aandacht vooral getrokken door de afbeelding en niet door de stippen.
Pagina 32
Kleurcorrectie Met Kleurcorrectie kunt u de kleurinstellingen aanpassen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten. U kunt voor Kleurcorrectie uit de volgende opties kiezen: Auto, Beeldscherm, CMGZ, Zwart/wit, -Duotoon, Uit en Levendig. De fabrieksinstelling is Auto. Deze instelling gebruikt verschillende profielen voor verschillende objecten in de pagina (tekst, afbeeldingen en beelden).
Pagina 33
CMGZ Als u kleurcorrectie instelt op CMGZ, worden de CMGZ-kleurwaarden geleverd door de software. Gebruik deze instelling als u probeert standaard CMGZ-kleuren te reproduceren (zoals Pantone) of als u CMGZ-afbeeldingen afdrukt. Als u deze instelling gebruikt zonder de vereiste software voor kleurenbeheer of als de toepassing niet over de juiste gegevens beschikt, kan de afdruk er anders uit zien dan u verwacht.
Pagina 34
Transparanten Voor de beste afdrukkwaliteit op transparanten kunt u het beste de volgende transparanten van Lexmark gebruiken. Deze zijn speciaal ontwikkeld voor de printer: Artikelnummer 12A5590 (formaat letter) Artikelnummer 12A5591 (formaat A4) Dankzij de eigenschappen van deze transparanten krult het materiaal niet en bent u verzekerd van de beste toneroverdracht.
Pagina 35
Papierbronnen en uitvoer De printer is voorzien van een papierlade voor 250 vel. U kunt in de papierlade papier, transparanten, etiketten of enveloppen laden. Als u over meer capaciteit wilt beschikken, kunt u de printer uitbreiden met een optionele lade voor 500 vel.
Pagina 36
Plaats het papier in de lade met de te bedrukken kant naar boven. De afdrukken wordt met de afdrukzijde naar beneden uitgevoerd in de bovenste lade van de printer. Bron Media Ondersteund formaat Gewicht Capaciteit Standaardlade Papier A4, Letter, Executive, JIS B5, 60–90 g/m 250 vel (lade 1)
Pagina 37
Papierformaten De printer ondersteunt een groot aantal verschillende papierformaten. Zie Richtlijnen voor afdrukmaterialen voor illustraties van de juiste afdrukstand. De printer bepaalt aan de hand van de positie van de papiergeleiders welk formaat papier in de lade is geplaatst. Stel de papiergeleiders altijd goed in als u een ander papierformaat gaat gebruiken. In de volgende tabellen wordt een overzicht gegeven van de papier- en envelopformaten die de printer ondersteunt.
Pagina 38
Papierformaatdetectie De printer detecteert automatisch wat er in lade 1 is geplaatst: formaat A4, Letter, Legal, Executive of B5-, DL- of 10-enveloppen. Hiervoor moet Automatische formaatdetectie zijn ingesteld op De printer is in de fabriek ingesteld op de modus VS of niet-VS. De Automatische formaatdetectie is standaard ingesteld op .
Pagina 39
Richtlijnen voor media U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd, voor uitgebreide informatie over de kenmerken van de verschillende mediasoorten.
Pagina 40
Inktsoorten op water- of oliebasis voldoen aan deze vereisten. Latex-inktsoorten kunnen smelten. Transparanten Gebruik voor de beste resultaten alleen de volgende Lexmark transparanten in de printer: Aanbevolen transparanten Artikelnummer Formaat 12A5590 Letter 12A5591 Deze transparanten zijn ontworpen voor een optimale afdrukkwaliteit.
Pagina 41
– een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is (af)gesloten. • Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 175°C niet sluiten, omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden. • Schuif de linkerpapiergeleider en de voorste papiergeleider tegen de stapel met enveloppen. Etiketten Gebruik alleen etiketten die zijn ontworpen voor laserprinters.
Pagina 42
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 175°C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd met stuurprogramma's voor meer informatie over de soorten karton die de printer ondersteunt. Stel de papiersoort altijd in op Karton wanneer u op zwaarder papier afdrukt.
Pagina 43
Media bewaren Als u de media op de juiste manier bewaart, voorkomt u afdrukproblemen. Hanteer de volgende richtlijnen voor het beste resultaat: • sla afdrukmateriaal in een ruimte op waar de temperatuur ongeveer 21°C is en waar de relatieve vochtigheid 40% bedraagt; •...
Pagina 44
Papierstoringen voorkomen Als u zich houdt aan de richtlijnen in Richtlijnen voor media kunt u de meeste afdrukproblemen voorkomen. Als u desondanks te maken krijgt met vastgelopen papier, kunt u Vastgelopen papier verwijderen raadplegen voor aanwijzingen om het probleem op te lossen. Hier volgen enkele richtlijnen waarmee u het vastlopen van papier kunt voorkomen: •...
Pagina 45
Media laden Klik op een onderwerp om direct naar de laadinstructies te gaan. • Papier, karton of etiketten laden • Transparanten laden • Enveloppen laden De procedure voor het plaatsen van papier is voor beide laden gelijk (de standaardlade voor 250 vel en de optionele lade voor 500 vel).
Pagina 46
Papier, karton of etiketten laden Opmerking: Wanneer u een optionele papierlade hebt geïnstalleerd, gelden dezelfde instructies als voor de standaardlade. In lade 2 mag u echter alleen papier laden. Trek de lade geheel uit de printer. Leg de lade op een vlak oppervlak. Opmerking: Als u A4- of Letter-papier wilt laden, hoeft u de papiergeleiders mogelijk niet te verschuiven.
Pagina 47
Laat de veervergrendelingen los. Aan de hand van de positie van de papiergeleiders detecteert de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt. Als de papiergeleider niet goed staat, kunnen er problemen optreden met de invoer van papier of kunnen pagina’s niet goed worden opgemaakt. Druk de veervergrendeling aan het uiteinde van de linkerzijgeleider in.
Pagina 48
Transparanten laden U vult als volgt de lade: Trek de lade geheel uit de printer. Leg de lade op een vlak oppervlak. Opmerking: Als u A4- of Letter-papier wilt laden, hoeft u de papiergeleiders mogelijk niet te verschuiven. Druk de veervergrendelingen aan het uiteinde van de voorste papiergeleider in. Schuif de voorste papiergeleider in de juiste positie voor het transparantformaat dat u wilt laden.
Pagina 49
Laat de veervergrendelingen los. Aan de hand van de positie van de papiergeleiders detecteert de printer welk formaat transparant zich in de lade bevindt. Als de papiergeleider niet goed staat, kunnen er problemen optreden met de invoer of kunnen transparanten niet goed worden opgemaakt. Druk de veervergrendeling aan het uiteinde van de linkerzijgeleider in.
Pagina 50
Schuif de lade in de printer. Maximumsta pelhoogte Enveloppen laden Opmerking: Laad geen enveloppen in lade 2. Enveloppen mogen alleen worden afgedrukt vanuit lade 1. Trek de lade geheel uit de printer. Leg de lade op een vlak oppervlak.
Pagina 51
Druk de veervergrendelingen aan het uiteinde van de voorste papiergeleider in. Schuif de voorste papiergeleider in de juiste positie voor het envelopformaat dat u wilt laden. Laat de veervergrendelingen los. Aan de hand van de positie van de papiergeleiders detecteert de printer welk formaat envelop zich in de lade bevindt.
Pagina 52
Laad de enveloppen met de aanbevolen afdrukzijde naar boven en het gedeelte voor het adres van de afzender gericht naar de achterzijde van de printer. Laad geen enveloppen met postzegels. De papierstapel mag niet uitkomen boven de stapelhoogte-indicator op het etiket aan de binnenkant van de papierlade.
Pagina 53
Laden koppelen Als u de papiercapaciteit wilt vergroten, kunt u de printer uitbreiden met een optionele lade voor 500 vel. Als u in de twee laden papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort laadt, schakelt de printer automatisch over op de tweede lade wanneer de eerste lade leeg is. Door de laden te koppelen, beschikt u over een papierbron van maximaal 750 vel.
Pagina 54
Overzicht supplies Klik op een onderwerp voor meer informatie over: Onderdeel Vervanging van... • Tonercartridges • Tonercartridges • Photoconductor-eenheid • Photoconductor-eenheid • Olieflacon • Olieflacon • Reinigingsrol • Reinigingsrol • Overloopfles • Overloopfles • Verhittingsstation en luchtfilter • Verhittingsstation en luchtfilter •...
Pagina 55
Het papierformaat heeft gevolgen voor de berekening van het aantal pagina's door de printer. De printer rekent een vel van A4- of Letter-formaat als één pagina en een vel van Legal-formaat als 1,2 pagina’s. Als u dus al uw afdruktaken op Legal-papier afdrukt, kan het rendement voor een bepaald artikel minder lijken dan het rendement dat voor dat artikel is aangegeven.
Pagina 56
Accessoires Tonercartridges Raak de catridgerol onder de klep niet aan. AARSCHUWING Klep De printer maakt gebruik van vier afzonderlijke tonercartridges, één voor iedere kleur: cyaan, geel, magenta en zwart. Deze bevinden zich achter de voorklep. De volgorde van boven naar beneden is zwart, geel, magenta en cyaan.
Pagina 57
Raadpleeg Cartridges vervangen of de installatie-instructies bij de nieuwe cartridge als u een cartridge moet vervangen. Photoconductor-eenheid De photoconductor-eenheid wordt ook wel aangeduid als fotocartridge. De eenheid wordt door de tonercartridges van toner voorzien. Het tonerbeeld wordt op de photoconductor-media gegenereerd. De photoconductor geeft het beeld door aan de overdrachtstrommel, zodat dit op de media van uw keuze kan worden afgedrukt.
Pagina 58
Olieflacon Olieflacon De olieflacon bevat de olie waarmee het verhittingstation wordt gesmeerd. Het gemiddelde rendement van de olieflacon is 12.000 pagina’s. Het gemiddelde rendement wordt bepaald door het aantal vellen van A4- of Legal-formaat dat wordt afgedrukt. De printer controleert de levensduur van de olieflacon. Als de olieflacon bijna leeg is, verschijnt het bericht Olieflacon bijna leeg .
Pagina 59
Als u geen reinigingsrol in voorraad hebt, moet u deze nu bestellen. Zie Accessoires bestellen voor meer informatie over het bestellen van reinigingsrollen. Druk op om het bericht te wissen. Het statusbericht Accessoires verschijnt op de tweede regel Start van het bedieningspaneel om u eraan te herinneren dat bepaalde supplies moeten worden gecontroleerd.
Pagina 60
Als u een nieuwe overloopfles installeert, moet u ook de oplader van de photoconductor-eenheid reinigen. De oplader van de photoconductor-eenheid bereidt de photoconductor-eenheid voor om de toner te accepteren waaruit de afgedrukte afbeelding bestaat. Om strepen of lege plekken op de afdrukken te voorkomen en de algemene afdrukkwaliteit te garanderen, moet de oplader van de photoconductor regelmatig worden gereinigd.
Pagina 61
Onderhoudskit Trommelreiniger Overdrachtrol Papierafvoer De onderhoudskit bestaat uit een overdrachtrol, een papierafvoer en een trommelreiniger. Deze componenten brengen samen het afdrukbeeld over op het gewenste afdrukmateriaal. De papierafvoer vermindert het voorkomen van papierstoringen bij de overdrachtstrommel. De overdrachtrol brengt het afdrukbeeld over van de overdrachtstrommel op de afdrukmedia. Nadat het afdrukbeeld is overgebracht op het afdrukmateriaal, verwijdert de trommelreiniger overtollige toner en andere verontreinigingen van de overdrachtstrommel.
Pagina 62
In de VS belt u 1-800-438-2468 voor het bestellen van supplies en kunt u informatie opvragen over door Lexmark geautoriseerde leveranciers van supplies in uw omgeving. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de telefoonnummers die gelden voor andere landen. Neem voor landen die niet in de lijst staan, contact op met de leverancier van de printer.
Pagina 63
Contactpunten voor informatie over supplies (vervolg) Regio Land Telefoonnummer Latijns-Amerika Hoofdkantoor 305 447 2200 Argentinië 54 1 319 8900 Brazilië 55 11 820 5733 Mexico 52 5 254 2435 Azië/Pacific Australië 1300 362 192 Hongkong 852 825 6168 Japan 81 3 3523 7077 Singapore 65 227 3488 Taiwan...
Pagina 64
Supplies vervangen Supplies vervangen Klik hieronder op een onderwerp voor meer informatie over afzonderlijke opties. Tonercartridges Overloopfles Photoconductor-eenheid Verhittingsstation en luchtfilter Olieflacon Onderhoudskit Reiniger verhittingsstation De printer berekent het aantal afbeeldingen dat is afgedrukt en slaat deze informatie op. Als de telling voor een supply aangeeft dat het aan vervanging toe is, wordt het bericht Accessoires op de tweede regel van de display weergegeven om u eraan te herinneren dat u een supply moet controleren.
Pagina 65
De printer blijft het statusbericht Accessoires weergeven tot u deze vervangt. Nadat het statusbericht Accessoires wordt weergegeven, blijft de printer de status van de betreffende onderdelen controleren totdat het onderdeel leeg of versleten is. De printer vermeldt Bijna leeg, Leeg, Item Versleten, Item Leeg, Item Vol of ontbreekt. Om schade aan de printer of printeronderdelen te voorkomen, zal de werking van de printer worden onderbroken als bepaalde onderdelen versleten of leeg zijn.
Pagina 66
Open de voorklep. Ontgrendelingshendel van voorklep Verwijder de gewenste cartridge (zwart K, geel Y, magenta M, cyaan C) uit de printer. Opmerking: De toner in de tonercartridges kan vlekken op uw kleding veroorzaken. Reinig tonervlekken niet met heet water, omdat de toner zich hierdoor permanent aan de kleding hecht.
Pagina 67
Schud de tonercartridge zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Verwijder de klep en tape of ander verpakkingsmateriaal van de tonercartridge. U verwijdert de klep door een van de kanten los te trekken van de cartridge. Raak de rol van de cartridge niet aan. Deze zou beschadigd kunnen raken. AARSCHUWING Cartridgeklep Lijn de tonercartridge uit met de juiste sleuf in het voorste gedeelte van de printer.
Pagina 68
Schuif de nieuwe tonercartridge in de printer. Herhaal stap tot en met 8 om meer cartridges te installeren. Sluit de voorklep.
Pagina 69
Cartridgeteller opnieuw instellen. Als u de cartridges vervangt voordat het bericht 88 <kleur> Toner bijna op wordt weergegeven, stelt u de teller voor de nieuwe cartridge opnieuw in volgens de volgende stappen. Opmerking: Als u de teller niet opnieuw instelt, kan de printer ten onrechte het bericht 88 <kleur>...
Pagina 70
Druk op tot <kleur> Toner wordt weergegeven op de tweede regel van Menu> <Menu het scherm. TOEBHRN VERVNGN <kleur> toner Return Selecteren Menu Stop Start Druk op om het menu-item <kleur> Toner te openen. Selecteren Druk op tot Vervangen wordt weergegeven. Menu>...
Pagina 71
Als u een nieuwe photoconductor-eenheid installeert voor het bericht Fotocartr. versleten wordt weergegeven, moet u handmatig te teller van de photoconductor-eenheid opnieuw instellen. Zie voor meer informatie de teller van de photoconductor-eenheid opnieuw instellen. U vervangt de photoconductor-eenheid volgens de volgende stappen of aan de hand van de instructies die bij de photoconductor-eenheid worden geleverd: Schuif de ontgrendelingshendel van de bovenklep naar de voorzijde van de printer.
Pagina 72
Trek de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de photoconductor-eenheid naar boven. Photodevelope-ee nheid Vergrendelingshe ndels Verwijder de oude photoconductor-eenheid uit de printer.
Pagina 73
Haal de nieuwe photoconductor-eenheid uit de verpakking. AARSCHUWING Raak de glanzende groene film in de photoconductor-eenheid niet aan. Als u de film aanraakt, vermindert de afdrukkwaliteit. Stel de photoconductor-eenheid niet langer dan vijf minuten bloot aan licht. Om te voorkomen dat de eenheid langer dan vijf minuten aan licht wordt blootgesteld, moet u de eenheid in de doos plaatsen of bedekken.
Pagina 74
Druk de photoconductor-eenheid in de printer totdat deze goed vastzit. Draai de groene vergrendelingshendels voor de photoconductor-eenheid naar beneden.
Pagina 75
Sluit de bovenklep. Als het bericht Hebt u de fotocartr. vervangen? verschijnt, drukt u op Selecteren Anders voert u de volgende stappen uit om de teller van de photoconductor-eenheid opnieuw in te stellen. Druk op tot Accessoires wordt weergegeven op de tweede regel van het Menu>...
Pagina 76
Druk op tot Accessoires vervangen wordt weergegeven op de tweede Menu> <Menu regel van het scherm. MENU ACCESSOIRES TOEBHRN VERVNGN Return Selecteren Menu Start Stop Druk op om het menu Toebhrn vervngen te openen. Selecteren Druk op tot Fotocartr. wordt weergegeven op de tweede regel van het Menu>...
Pagina 77
Druk op Start Olieflacon vervangen De printer controleert de levensduur van de olieflacon. Als de olieflacon bijna leeg is, verschijnt het bericht 81 Olieflacon bijna leeg . U moet nu de olieflacon vervangen. Druk op om het bericht te wissen. Het statusbericht Accessoires verschijnt op de tweede regel Start van de display om u eraan te herinneren dat bepaalde supplies moeten worden gecontroleerd.
Pagina 78
Draai links en rechts aan de groene ontgrendelingshendels tot de olieflacon los zit. Olieflacon Neem de olieflacon uit de printer. Opmerking: Er kan olie druppelen uit de onderzijde van de flacon. U kunt een stuk papier onder de flacon plaatsen voor u deze uit de printer haalt om te voorkomen dat er olie op de printer, de vloer of uw kleding terechtkomt.
Pagina 79
Plaats de olieflacon in de printer. Draai de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de olieflacon om de olieflacon te vergrendelen.
Pagina 80
Sluit de bovenklep. Reinigingsrol vervangen De printer controleert de levensduur van de reinigingsrol. Als deze aan het einde van zijn levensduur komt, wordt het bericht 85 Reiniger verhittingsstation bijna versleten weergegeven. U moet nu de reinigingsrol vervangen. Druk op om het bericht te wissen. Het statusbericht Accessoires verschijnt op de tweede regel Start van de display om u eraan te herinneren dat bepaalde accessoires moeten worden gecontroleerd.
Pagina 81
Open de bovenklep. Ontgrendelingshendel van bovenklep LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Draai links en rechts aan de groene ontgrendelingshendels tot de reinigingsrol los zit. Reiniger verhittingsstation...
Pagina 82
Verwijder de reinigingsrol uit de printer. Haal de nieuwe reinigingsrol uit de verpakking en verwijder alle verdere verpakkingsmaterialen van de rol. Lijn de reinigingsrol uit met de sleuven van de printer. Plaats de reinigingsrol in de printer.
Pagina 83
Draai de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de reinigingsrol om deze te vergrendelen. Sluit de bovenklep.
Pagina 84
Als het bericht Hebt u de reiniger van het verhittingsstation vervangen? verschijnt, drukt u op . Anders voert u de volgende stappen uit om de teller van de Selecteren reinigingsrol opnieuw in te stellen. Opmerking: Afhankelijk van de opwarmtijd van de printer, kan het enige tijd duren voordat dit bericht wordt weergegeven.
Pagina 85
Druk op tot Reinigingsrol wordt weergegeven op de tweede regel van Menu> <Menu het scherm. Accessoires vervangen Reinigingsrol Return Selecteren Menu Start Stop Druk op om het menu-item Reinigingsrol te openen. Selecteren Druk op tot Vervangen wordt weergegeven. Menu> <Menu Reinigingsrol =Vervangen Return...
Pagina 86
Om de afdrukkwaliteit te kunnen garanderen, heeft de photoconductor-eenheid een oplader. De oplader van de photoconductor-eenheid bereidt de photoconductor-eenheid voor om de toner te accepteren waaruit de afgedrukte afbeelding bestaat. Deze oplader moet regelmatig worden schoongemaakt om strepen en andere afdrukproblemen te voorkomen. Wij raden u aan de oplader te reinigen als u de overloopfles verwisselt.
Pagina 87
Draai de bovenkant van de overloopfles voorzichtig naar de voorkant van de printer en neem de fles uit de printer. Doe de volle overloopfles in de plastic zak die bij de nieuwe fles is geleverd. Sluit de plastic zak goed af en gooi de overloopfles weg. Haal de nieuwe overloopfles uit de verpakking.
Pagina 88
Sluit de voorklep. Opmerking: De photoconductor-oplader moet regelmatig worden schoongemaakt om strepen en andere afdrukproblemen te voorkomen. U vervangt en reinigt de oplader volgens de volgende stappen. Oplader photoconductor-eenheid reinigen Schuif de ontgrendelingshendel van de bovenklep naar de voorzijde van de printer. Open de bovenklep.
Pagina 89
LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Trek de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de photoconductor-eenheid naar boven. Verwijder de oude photoconductor-eenheid uit de printer. Raak de glanzende groene film in de photoconductor-eenheid niet aan. Als u de AARSCHUWING film aanraakt, vermindert de afdrukkwaliteit.
Pagina 90
Leg de photoconductor-eenheid op een plat oppervlak. Duw de groene schuifhendel omhoog. Het uiteinde van de schuif moet contact maken met de ontlaaddraad. Beweeg de groene schuif vijf keer over de volle lengte van de photoconductor-eenheid en weer terug. Schuif Verplaats de groene schuif naar de linkerkant van de photoconductor-eenheid.
Pagina 91
Druk de photoconductor-eenheid in de printer totdat deze goed vastzit. Draai de groene vergrendelingshendels voor de photoconductor-eenheid naar beneden.
Pagina 92
Sluit de bovenklep. Verhittingsstation en luchtfilter vervangen De printer controleert de levensduur van het verhittingsstation. Als het verhittingsstation vesleten raakt, geeft de printer het bericht 87 Verhittingsstation versleten weer. U moet nu het verhittingsstation vervangen. De verhittingsstationkit bestaat uit een verhittingsstation en een luchtfilter.
Pagina 93
Oude verhittingsstation verwijderen Schuif de ontgrendelingshendel van de bovenklep naar de voorzijde van de printer. Ontgrendelingshendel van bovenklep Open de bovenklep. LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt.
Pagina 94
Draai de duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation los. Duimschroef Duimschroef Houd het verhittingsstation tijdens het verwijderen altijd recht. Het AARSCHUWING verhittingsstation bevat olie die vlekken op uw kleren kan maken of printeronderdelen kan beschadigen. Gebruik de handgrepen om het verhittingsstation uit de printer te verwijderen. Opmerking: Gooi het oude verhittingsstation nu nog niet weg.
Pagina 95
Nieuw verhittingsstation installeren Neem het nieuwe verhittingsstation uit de verpakking. Lijn het nieuwe verhittingsstation uit met de sleuven van de printer. Plaats het verhittingsstation in de printer. Draai de duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation vast. Duimschroef Duimschroef...
Pagina 96
Olieflacon en reinigingsrol installeren Draai op het oude verhittingsstation de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de olieflacon om de olieflacon en de reinigingsrol te ontgrendelen. Neem de olieflacon uit het oude verhittingsstation. Opmerking: Er kan olie druppelen uit de onderzijde van de flacon. U kunt een stuk papier onder de flacon plaatsen voor u deze uit de printer haalt om te voorkomen dat er olie op de printer, de vloer of uw kleding terechtkomt.
Pagina 97
het verhittingsstation niet goed. Als het verhittingsstation niet goed wordt gesmeerd, kunnen papierstoringen plaatsvinden en vermindert de levensduur van het verhittingsstation. Duw de groene ontgrendelingshendels van het verhittingsstation naar de achterzijde van de printer. Mogelijk moet u hiervoor enige kracht uitoefenen op de hendels. Ontgrendelingshendels van rol...
Pagina 98
Verwijder de reinigingsrol uit het oude verhittingsstation. Lijn de reinigingsrol uit met de sleuven van het nieuwe verhittingsstation. Plaats de reinigingsrol in het nieuwe verhittingsstation.
Pagina 99
Draai de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de olieflacon om de olieflacon en de reinigingsrol te vergrendelen in het nieuwe verhittingsstation. Sluit de bovenklep.
Pagina 100
Als het bericht Hebt u het verhittingsstation vervangen? verschijnt, drukt u op . Anders voert u de volgende stappen uit om de teller van het verhittingsstation Selecteren opnieuw in te stellen. Druk op wordt weergegeven op de tweede regel van het Menu>...
Pagina 101
Druk op tot Verhittingsstation wordt weergegeven op de tweede Menu> <Menu regel van het scherm. TOEBHRN VERVNGN Verhittings- station Return Selecteren Menu Stop Start Druk op om het menu-item Verhittingsstation te openen. Selecteren Druk op tot Vervangen wordt weergegeven. Menu> <Menu Verhittings- station...
Pagina 102
Luchtfilter vervangen Schuif de filterkap naar links. Verwijder het filter van de kap. Haal het nieuwe filter uit de verpakking.
Pagina 103
Lijn het filter uit met de sleuven in de kap zoals afgebeeld. Schuif de filterkap in de printer tot deze op zijn plaats valt. Onderhoudskit vervangen De printer controleert de levensduur van printeronderdelen die van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als deze componenten het einde van hun levensduur bereiken, geeft de printer het bericht 80 Onderhoud gepland weer.
Pagina 104
Als u de bovenklep hebt geopend en weer gesloten, wordt het bericht Hebt u de onderhoudskit vervangen? weergegeven. Als u geen nieuwe onderhoudskit hebt geïnstalleerd, drukt u op . Als u Stop wel een nieuwe onderhoudskit hebt geïnstalleerd, drukt u op Selecteren Als u een nieuwe onderhoudskit installeert voordat het bericht 80 Onderhoud gepland verschijnt, moet u handmatig de teller van het verhittingsstation opnieuw instellen.
Pagina 105
Draai beide vergrendelingshendels naar boven totdat u ze niet verder kunt draaien. Mogelijk moet u hiervoor enige kracht uitoefenen op de hendels. Verwijder de overdrachtsrol van de achterklep. Haal de nieuwe overdrachtsrol uit het verpakkingsmateriaal. Verwijder het verpakkingsmateriaal en de tape van de overdrachtsrol. Lijn de linker- en rechternokjes op de nieuwe overdrachtsrol uit met de sleuven in de achterklep.
Pagina 106
Plaats de overdrachtsrol in de achterklep. Draai de vergrendelingshendels naar beneden totdat deze op hun plaats klikken. Hiervoor moet mogelijk enige kracht worden uitgeoefend.
Pagina 107
Papierafvoer vervangen Druk de papierafvoer omlaag en verplaats deze naar rechts. Verwijder de afvoer uit de achterklep. Haal de nieuwe papierafvoer uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal en de tape van de afvoer.
Pagina 108
Plaats het platte groene nokje van de papierafvoer in de sleuf van de achterklep. Sleuf Nokje Druk de afvoer omlaag en schuif deze naar links. Vergrendel de afvoer. Sluit de achterklep. Trommelreiniger vervangen Schuif de ontgrendelingshendel van de bovenklep naar de voorzijde van de printer.
Pagina 109
Open de bovenklep. Ontgrendelingshendel van bovenklep LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Duw de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de photoconductor-eenheid naar boven.
Pagina 110
Duw beide ontgrendelingshendels van de trommelreinigerkap naar achteren. Verwijder de kap van de trommelreiniger.
Pagina 111
Trek de hendel van de trommelreiniger naar de achterzijde van de printer. Verwijder de trommelreiniger. Haal de nieuwe trommelreiniger uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal en de tape van de trommelreiniger. Lijn de trommelreiniger uit met de sleuven van de printer. De metalen beschermkap is naar de voorkant van de printer gericht.
Pagina 112
Plaats de trommelreiniger in de printer. Duw de hendel naar beneden totdat de trommelreiniger vastklikt. Opmerking: Als de trommelreiniger niet correct is bevestigd, kan de afdrukkwaliteit hieronder lijden. Lijn de kap uit met de opening in de printer (eerste de achterste rand).
Pagina 113
Duw de vergrendelingen van de kap omlaag tot deze op hun plaats klikken. Draai de groene vergrendelingshendels voor de photoconductor-eenheid naar beneden.
Pagina 114
Sluit de bovenklep. Als het bericht Hebt u de onderhoudskit vervangen? verschijnt, drukt u op Selecteren Anders voert u de volgende stappen uit om de teller van de onderhoudskit opnieuw in te stellen. Zet de printer uit. Houd de knoppen ingedrukt.
Pagina 115
Druk op tot Onderhoudskit verschijnt. Menu> <Menu RESET TELLERS Onderhoudskit Return Selecteren Menu Stop Start Druk op om het menu-item Onderhoudskit te openen. Selecteren Druk op tot =Reset verschijnt. Menu> <Menu Onderhoudskit =Reset Return Selecteren Menu Stop Start Druk op om de teller van de onderhoudskit op nul te zetten.
Pagina 116
Recycling van supplies Via het programma Operation ReSource van Lexmark kunt u gratis deelnemen aan een wereldwijd recycling-programma. Verpak uw gebruikte tonercartridges of photoconductor-eenheid in de verpakking waarin u de nieuwe exemplaren hebt gekregen. Volg de instructies op de verpakking om de gebruikte producten terug te sturen naar Lexmark.
Pagina 117
Zuinig omgaan met supplies Toner besparen Om zo efficiënt mogelijk met de toner om te gaan, stelt u Toner besparen in op Aan. De optie Toner besparen biedt een verzadigingsfactor van 80 % in alle kleurenlagen. Hierdoor blijven de afdrukkosten laag zonder dat de afdrukkwaliteit noemenswaardig minder wordt.
Pagina 118
Instellingen voor kleurcorrectie Automatisch Duotoon Zwart/wit...
Pagina 119
Printer verplaatsen Printer verplaatsen Als u de printer wilt verplaatsen, moet u eerst de toebehoren en aangesloten opties verwijderen om schade aan de printer te voorkomen. U verwijdert de opties en toebehoren volgens de volgende stappen. Kabels loskoppelen Zet de printer uit. Haal de voedingskabel uit het stopcontact.
Pagina 120
Haal de voedingskabel uit de achterkant van de printer. Maak de parallelle of de optionele poortconnector los. Afhankelijk van de geïnstalleerde opties, moeten aanvullende parallelle of seriële connectors en netwerk- of USB-connectors worden verwijderd. Toebehoren verwijderen Als u de printer verplaatst, moet u de olieflacon en tonercartridges verwijderen om te voorkomen dat er olie of toner in de printer lekt.
Pagina 121
Verhittingsstation verwijderen Schuif de ontgrendelingshendel van de bovenklep naar de voorzijde van de printer en open de klep. Ontgrendelingshendel van bovenklep LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Draai de duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation los. Duimschroef Duimschroef Houd het verhittingsstation tijdens het verwijderen altijd recht.
Pagina 122
Gebruik de handgrepen om het verhittingsstation uit de printer te verwijderen. Handgrepen Leg het verhittingsstation op een vlak oppervlak. Draai op het verhittingsstation de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de olieflacon om de olieflacon en de reinigingsrol te ontgrendelen.
Pagina 123
Neem de olieflacon uit het verhittingsstation. Opmerking: Er kan olie druppelen uit de onderzijde van de flacon. U kunt een stuk papier onder de flacon plaatsen voor u deze uit de printer haalt om te voorkomen dat er olie op de printer, de vloer of uw kleding terechtkomt.
Pagina 124
Plaats het verhittingsstation in de printer. Draai de duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation vast. Duimschroef Duimschroef Opmerking: Verwijder de photoconductor-eenheid niet. Als u de photoconductor-eenheid verwijdert, kan er toner in de printer lekken.
Pagina 125
Sluit de bovenklep. Tonercartridges verwijderen Trek de ontgrendelingshendel van de voorklep naar de voorzijde van de printer. Open de voorklep. Ontgrendelingshendel van voorklep Opmerking: Verwijder de overloopfles niet. Als u de overloopfles verwijdert, kan er toner in de printer lekken.
Pagina 126
Verwijder de tonercartridges (zwart K, geel Y, magenta M, cyaan C) uit de printer. Bedek het uiteinde van de tonercartridge met schoon papier. AARSCHUWING Raak het glanzende groene glas van de tonercartridges niet aan. Als u het glas aanraakt, kan dit beschadigd raken en kan de afdrukkwaliteit afnemen. Stel de cartridges niet langer dan vijf minuten bloot aan licht.
Pagina 127
Draai het paneel naar de achterzijde van de printer (2) tot het loskomt. Verwijder het linkerzijpaneel. Trek de voorkant van het paneel (1) iets naar buiten. Draai het paneel naar de achterzijde van de printer (2) tot het loskomt.
Pagina 128
Maak de zwarte connector van de lade voor dubbelzijdig afdrukken los van de zwarte connector van de printer. Open de bovenklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 129
Draai de duimschroeven van de lade voor dubbelzijdig afdrukken los. Sluit de bovenklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Pak de handgrepen aan weerszijden van de lade voor dubbelzijdig afdrukken vast.
Pagina 130
Trek de lade recht omhoog en schuif deze vervolgens naar u toe. Handgreep Handgreep Optionele lade verwijderen Opmerking: U kunt de optionele lade eenvoudiger verwijderen als u toegang hebt tot de achterkant en de zijkanten van de printer. Maak de witte ladeconnector los van de witte printerconnector.
Pagina 131
Maak de schroef van het vergrendelingsklemmetje los door deze tegen de richting van de klok te draaien. Draai het vergrendelingsklemmetje zodanig dat het naar beneden hangt.
Pagina 132
Verwijder de papierlade uit de printer. Druk op de schuifvergrendeling en houd deze ingedrukt terwijl u de ladeschuif naar links verplaatst.
Pagina 133
Handgrepen Handgrepen Het is belangrijk dat u juiste plaats kiest voor de Lexmark C720 printer, zodat u er zeker van kunt zijn dat de printer u de kwaliteit biedt die u verwacht. Houd rekening met het volgende als u een plaats kiest voor de printer: •...
Pagina 134
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie over de ruimte die de printer nodig heeft, omgevingsvereisten en installatie-instructies voor de printer.
Pagina 135
Werkingsprincipe Als u weet hoe de samenwerking tussen de tonercartridges, de photoconductor-eenheid, de overdrachtstrommel, de overdrachtsrol en het verhittingsstation samenwerken, begrijpt u beter hoe problemen kunnen optreden en hoe u deze moet oplossen en voorkomen. Uitvoerlade Photoconductor-eenheid Verhittingsst ation Tonercartridges Overdrachtrol Laserzender Overdrachtstromme...
Pagina 136
U krijgt alleen een optimale afdrukkwaliteit als u media van de juiste dikte en het juiste type gebruikt. De media die wordt aanbevolen door Lexmark geeft de beste afdrukkwaliteit.
Pagina 137
Printerproblemen oplossen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: • de printerkabel goed is aangesloten op de printer en op de pc; • het netsnoer goed is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact; •...
Pagina 138
Afdruk is te licht, of afbeeldingen Controleer of de voor-, boven- en achterklep van de printer correct zijn en/of tekens vertonen lege gesloten. plekken. Controleer of u door Lexmark aanbevolen papier of andere media gebruikt. Gebruik media uit een nieuw pak.
Pagina 139
• Frankeer de enveloppen (eventueel machinaal). • Leg enveloppen in bakken en lever ze af bij het postkantoor; gooi enveloppen niet in brievenbussen of postkokers. Kwaliteit van afgedrukte Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Zie transparanten is onvoldoende. Transparanten voor meer informatie.
Pagina 140
Problemen met de afdrukkwaliteit (vervolg) Probleem Actie Afdruk op de pagina is scheef. Controleer of de breedtegeleiders in de papierlade goed tegen de geladen media zijn aangedrukt. Zie Media laden voor meer informatie. Kwaliteit van afgedrukte Als u afbeeldingen met een lage resolutie afdrukt in PostScript Level afbeeldingen is onvoldoende.
Pagina 141
Controleer of de printer goed is ingesteld in de Macintosh Kiezer. Het papier wordt niet goed Zorg dat u alleen door Lexmark aanbevolen media gebruikt. Als u papier met ingevoerd. een gewicht van 60 g/m gebruikt, mag u dit alleen in lade 1 plaatsen.
Pagina 142
De pagina's eindigen op Controleer de instelling voor Afdruktimeout in het Instellingenmenu. onverwachte plaatsen. Transparanten krullen extreem. Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Zie Transparanten voor meer informatie. Transparanten lopen vast. Waaier de transparanten uit voordat u ze in de lade plaatst. Transparanten mogen alleen in lade 1 worden geladen.
Pagina 143
Overige afdrukproblemen (vervolg) Probleem Actie Een deel van de afgedrukte Controleer of u papier van de juiste grootte in de papierlade hebt geladen en pagina is afgescheurd. of u de juiste papiergrootte hebt ingesteld. Controleer of de automatsche detectie is ingesteld op Aan. Dit werkt echter niet als u een Legal-lade hebt geïnstalleerd of een papierformaat gebruikt dat niet door de automatische detectie wordt ondersteund.
Pagina 144
Printerberichten Het bedieningspaneel geeft berichten weer over de huidige status van de printer en geeft waarschuwingen als er mogelijke problemen opgelost moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen. Menuwijz.
Pagina 145
Engine wordt opgewarmd Fabrieksinstell. worden hersteld Flash wrdt gefrm. Flash wrdt geprg Fotocartridge vervangen? Geen opdrachten. Nogmaals? Gereed Gereed Hex in wachtrij Lade <x> afwezig Lade <x> leeg Lettertypelijst wordt afgedrukt LocalTalk <x> Menu's uitgeschakeld Menu's worden ingeschakeld Menu's worden uitgeschakeld Menu-instellingen worden afgedrukt Menuwijzigingen activeren Netwerk kaart bezig...
Pagina 146
Onderhoudskit vervangen? Ongeldige netwerk <x> -code Opdr. verw. en in wachtrij Opdrachten in wachtrij Parallel <x> Plaats lade <x> Prg. Systeemcode Printer weer in beginstand Reinigingsrol vervangen? Schijf wordt geformatteerd Schijf wrdt geprg Serieel <x> Sluit klep <x> Spaarstand Taak annuleren Taken in geheug.
Pagina 147
Waarde gegonderh wordt opnieuw ingesteld Zelftest wordt uitgevoerd 2<xx> Papier vast 30 <kleur> toner ontbreekt 37 Onvoldoende geh. voor sort. 37 Onvoldoende voor defrag 37 Onvoldoende geheugen 38 Geheugen vol 39 Pagina is te complex 51 Flash beschadigd 52 Flash vol 53 Flash niet geformatteerd 54 Network <x>...
Pagina 148
62 Schijf vol 63 Schijf niet geformatteerd 70–79 <bericht> 80 Onderhoud Onderhoud 80 Overdrachtrol ontbreekt 81 Olieflacon leeg of ontbreekt 81 Olieflacon bijna op 82 Fotocartridge versleten 82 Fotocartridge ontbreekt 83 Overloopfles vol of ontbreekt 83 Overloopfles bijna vol 84 Overdrachtstrommel versleten 85 Reinigingsrol versleten 85 Reinigingsrol ontbreekt 86 Plaats lade 2...
Pagina 149
Verhittingsstation wordt aangepast Temperatuur Betekenis bericht: Er is een aantal pagina's afgedrukt en de printer heeft tijd nodig om af te koelen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. bezig Betekenis bericht: De printer is bezig met het ontvangen, verwerken of afdrukken van gegevens. Actie: •...
Pagina 150
Sluit klep <x> Betekenis bericht: De aangegeven klep staat open. Actie: De klep sluiten. Het bericht wordt dan gewist. Zoek de betreffende klep aan de hand van de labels op de printer. Bezig met defragmenteren Betekenis bericht: De printer defragmenteert het flash-geheugen om ruimte vrij te maken die nog in beslag wordt genomen door verwijderde bronnen.
Pagina 151
Verhittingsstation vervangen? Betekenis bericht: Als het verhittingsstation vervangen moet worden, verschijnt dit bericht bij het openen en sluiten van de bovenklep. Actie: Het verhittingsstation vervangen, zodat het bericht niet meer wordt weergegeven. U gaat als volgt door met afdrukken: – Druk op als u het verhittingsstation hebt vervangen.
Pagina 152
Onderhoudskit vervangen? Betekenis bericht: Als de onderhoudskit vervangen moet worden, verschijnt dit bericht bij het openen en sluiten van de bovenklep. Actie: Vervang de onderhoudskit, zodat het bericht niet meer wordt weergegeven. U gaat als volgt door met afdrukken: – Druk op als u de onderhoudskit hebt vervangen.
Pagina 153
Menu's worden uitgeschakeld Betekenis bericht: De printer verwerkt een aanvraag om de menu's uit te schakelen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Opmerking: Zolang de menu’s zijn uitgeschakeld, kunnen de standaardinstellingen niet via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Menu's worden ingeschakeld Betekenis bericht: De printer verwerkt een aanvraag om de menu's aan alle gebruikers beschikbaar te stellen.
Pagina 154
Voer PIN in: =___ Betekenis bericht: De printer wacht tot u uw persoonlijk identificatienummer (PIN) hebt ingevoerd. Actie: Voer vanaf het bedieningspaneel de PIN-code in die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen de vertrouwelijke taak naar de printer werd gestuurd. Zie ook: Vertrouwelijke afdruktaken Bestanden gaan...
Pagina 155
Schijf wordt geformatteerd Betekenis bericht: De printer formatteert de vaste schijf. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. AARSCHUWING Flash wrdt gefrm. Betekenis bericht: De printer formatteert het flash-geheugen. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen.
Pagina 156
Plaats lade <x> Betekenis bericht: De aangegeven lade is niet of onjuist in de printer geplaatst. Actie: Schuif de papierlade volledig in de printer. Ongeldige netwerk <x> -code Betekenis bericht: De code in een interne printerserver is ongeldig. De printer kan geen taken ontvangen of verwerken tot een geldige code in de interne printerserver is geprogrammeerd.
Pagina 157
Netwerk kaart bezig Betekenis bericht: Er wordt een interne printerserver (ook wel interne netwerkadapter of INA genoemd) opnieuw ingesteld. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Netwerk <x> Betekenis bericht: Een netwerkinterface is de actieve communicatieverbinding. Geen opdrachten. Nogmaals? Betekenis bericht: De viercijferige PIN-code (persoonlijk identificatienummer) die u hebt ingevoerd, is niet gekoppeld aan een afdruktaak.
Pagina 158
Parallel <x> Betekenis bericht: De actieve communicatieverbinding is een parallelle interface. Zelftest wordt uitgevoerd Betekenis bericht: Nadat de printer is ingeschakeld, wordt de gebruikelijke reeks opstarttests uitgevoerd. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Spaarstand Betekenis bericht: De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer geen taken uitvoert, wordt het energiegebruik verlaagd.
Pagina 159
Directory wordt afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een overzicht van alle bestanden in het flash-geheugen of op de vaste schijf. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Lettertypelijst wordt afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een overzicht van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal.
Pagina 160
Prg. Systeemcode Betekenis bericht: De printer is bezig met het programmeren van nieuwe systeemcode. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen en de printer opnieuw is ingesteld. Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. AARSCHUWING Flash wrdt geprg Betekenis bericht: De printer is bezig met het opslaan van bronnen, lettertypen of macro's in het flash-geheugen.
Pagina 161
Opdrachten in wachtrij Betekenis bericht: De printer verzendt een of meer wachtstandtaken. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Gereed Betekenis bericht: De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. Actie: Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed Hex Betekenis bericht: De printer staat in de Hex Trace-modus en is gereed om afdruktaken te ontvangen en te...
Pagina 162
Waarde gegonderh wordt opnieuw ingesteld Betekenis bericht: De printer stelt de teller die de slijtage van het verhittingsstation bijhoudt, opnieuw in. Actie: Wacht tot het bericht is verdwenen. Fabrieksinstell. worden hersteld Betekenis bericht: De printer stelt de standaardfabrieksinstellingen opnieuw in. Bij het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende: •...
Pagina 163
Accessoires Betekenis bericht: Ten minste een van de printeronderdelen heeft uw aandacht nodig. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een papierlade bijna leeg is of dat de photoconductor-eenheid moet worden vervangen. Actie: Druk op om het menu Accessoires te openen en te zien welk onderdeel Menu>...
Pagina 164
2<xx> Papier vast Betekenis bericht: De printer heeft een papierstoring gedetecteerd. De precieze locatie van de papierstoring wordt op de tweede regel van de display weergegeven, maar u moet verder ook de volledige papierbaan controleren. Actie: Verwijder al het vastgelopen papier uit het papierpad. Zie ook: Papierstoringen 30 <kleur>...
Pagina 165
37 Onvoldoende voor defrag Betekenis bericht: De printer kan het flash-geheugen niet defragmenteren, omdat het geheugen voor het opslaan van niet-verwijderde flash-bronnen vol is. Actie: • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer. • Installeer extra printergeheugen. 37 Onvoldoende geheugen Betekenis bericht:...
Pagina 166
38 Geheugen vol Betekenis bericht: De printer verwerkt gegevens, maar het geheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van pagina's is vol. Actie: • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige taak. Start Het is mogelijk dat de opdracht niet goed wordt afgedrukt.
Pagina 167
51 Flash beschadigd Betekenis bericht: De printer heeft waargenomen dat het flash-geheugen is beschadigd. Actie: Druk op om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. U moet ander Start flash-geheugen installeren voordat u bronnen in het flash-geheugen kunt laden. 52 Flash vol Betekenis bericht: Er is onvoldoende ruimte in het flash-geheugen om de gegevens die u wilt laden op te slaan.
Pagina 168
54 Seriële optie <x> -fout Betekenis bericht: De printer heeft op een seriële poort een fout in een seriële interface gedetecteerd. Actie: • Controleer of de seriële kabel correct is aangebracht en of u de juiste kabel gebruikt. • Druk op om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Pagina 169
55 Onvoldoende buffer fax Betekenis bericht: De buffer voor gegevensverwerking is te vol om een binnenkomende fax te ontvangen. Hierdoor is de verbinding tussen de printer en het verzendende faxapparaat verbroken. De printer accepteert pas weer faxgegevens als er voldoende ruimte voor de faxbuffer beschikbaar is gemaakt.
Pagina 170
• Controleer of het menu-item Parallelbuffer in het Parallelmenu niet is ingesteld op Uitgeschakeld. Zie ook: Parallelmenu 58 Te veel schijven geïnst Betekenis bericht: Er zijn te veel vaste schijven in de printer geïnstalleerd. De printer ondersteunt slechts één vaste schijf tegelijk. Actie: Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.
Pagina 171
61 Schijf beschadigd Betekenis bericht: De printer heeft waargenomen dat de vaste schijf is beschadigd. Actie: • Druk op om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Start • Installeer een nieuwe vaste schijf voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf is vereist. Zie ook: Installatiehandleiding 62 Schijf vol...
Pagina 172
70–79 <bericht> Deze berichten betekenen: De berichten 70-79 verwijzen naar problemen met de interne printerserver. Actie: Raadpleeg de cd met stuurprogramma's voor meer informatie. Klik op Documentatie bekijken en vervolgens op MarkNet printerservers. 80 Onderhoud Onderhoud Betekenis bericht: Om goede prestaties te kunnen blijven leveren en om problemen met de afdrukkwaliteit en de papierinvoer te voorkomen, is het van belang dat bepaalde printeronderdelen na bepaalde tijd worden vervangen.
Pagina 173
81 Olieflacon leeg of ontbreekt Betekenis bericht: De olieflacon is leeg of is niet geïnstalleerd. Actie: Vervang de olieflacon om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Zie ook: Olieflacon 81 Olieflacon bijna op Betekenis bericht: De olie in de olieflacon begint op te raken. Actie: •...
Pagina 174
82 Fotocartridge ontbreekt Betekenis bericht: De fotocartridge (photoconductor-eenheid) ontbreekt of is onjuist geïnstalleerd. Actie: Installeer de fotocartridge (photoconductor-eenheid) correct om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Zie ook: Fotocartridge 83 Overloopfles vol of ontbreekt Betekenis bericht: De overloopfles is vol of is niet geïnstalleerd.
Pagina 175
Betekenis bericht: De overdrachtstrommel heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Actie: Druk op Start om het bericht te wissen. Neem contact op met een Lexmark vertegenwoordiger bij u in de buurt om de overdrachtstrommel te laten vervangen. 85 Reinigingsrol...
Pagina 176
86 Plaats lade 2 Betekenis bericht: Lade 2 is onjuist in de printer geplaatst. Actie: Plaats lade 2 correct in de printer zodat het bericht wordt gewist. 87 Verhittingsstation versleten Betekenis bericht: Het verhittingsstation heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Actie: •...
Pagina 177
88 <kleur> Toner leeg Betekenis bericht: De printer werkt niet meer omdat de aangegeven kleurencartridge leeg is. U kunt geen afdrukken maken tot u de tonercartridge hebt vervangen. Actie: Installeer een nieuwe tonercartridge. Zie ook: Tonercartridges 88 <kleur> Toner bijna op Betekenis bericht: De printer heeft gedetecteerd dat de tonervoorraad in een bepaalde cartridge bijna op is.
Pagina 178
900-999 onderhouds-<bericht> Deze berichten betekenen: De berichten 900-999 verwijzen naar printerproblemen waarvoor onderhoud nodig is. Actie: Schakel de printer uit en controleer alle kabelverbindingen. Zet de printer weer aan. Als het onderhoudsbericht opnieuw wordt weergegeven, kunt u contact opnemen met de technische dienst.
Pagina 179
Papierstoringen verhelpen Bericht over papierstoringen De volgende tabel bevat een overzicht van de berichten over papierstoringen. Het berichtnummer geeft aan waar de papierstoring is opgetreden. Papierstoringsberichten Bericht Storing opsporen Verdere informatie Open de achterklep 201 Papier vast - Achterklep 201 Papier vast Open de bovenklep.
Pagina 180
de lade voor dubbelzijdig afdrukken Papierstoringen verhelpen bij de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Bovenste uitvoerlade Lade 1 Lade 2 Nadat u al het papier hebt verwijderd, sluit u de achter- en bovenklep van de printer en drukt u op Start om het bericht te wissen.
Pagina 181
In de volgende illustratie ziet u de berichtnummers en de bijbehorende locaties. 201 Papier vast - Achterklep Trek de ontgrendelingshendel van de achterklep naar de achterzijde van de printer. LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt.
Pagina 182
Sluit de achterklep en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier van de achterzijde van de printer. Achterklep Sluit de achterklep. Druk op op het bedieningspaneel. Start...
Pagina 183
202 Papier vast - Verhittingsstation en uitvoerrollen Opmerking: Papier dat is vastgelopen in de uitvoerrollers, moet aan de achterzijde van de printer worden verwijderd om te voorkomen dat de rollers met toner worden verontreinigd. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de uitvoerrollen. Schuif de ontgrendelingshendel van de achterklep naar de achterzijde van de printer en sluit de achterklep.
Pagina 184
Open de bovenklep. Ontgrendelingshendel van bovenklep Duw de groene ontgrendelingshendels van het verhittingsstation naar de achterzijde van de printer. Ontgrendelingshendel van de rollers Ontgrendelingshendel van de rollers...
Pagina 185
Verwijder het vastgelopen papier aan de achterzijde van de printer. Plaats de groene ontgrendelingshendels van de rollers in de centrale stand. Ontgrendelingshendel van de rollers Ontgrendelingshendel van de rollers...
Pagina 186
Sluit de bovenklep. Sluit de achterklep. Druk op op het bedieningspaneel. Start 24x Papier vast - Lade 1 of 2 Trek de papierlade geheel uit de printer en leg de lade op een vlak oppervlak.
Pagina 187
Verwijder gekreukt of beschadigd papier. Controleer de opening voor de papierlade en verwijder zo nodig papier uit de printer. Plaats het papier in de papierlade.
Pagina 188
Pak de papierlade met beide handen vast en schuif de lade helemaal in de printer. Trek de ontgrendelingshendel van de achterklep naar de achterzijde van de printer. LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt.
Pagina 189
Verwijder zo nodig voorzichtig het papier van de achterzijde van de printer. Achterklep Sluit de achterklep. Druk op op het bedieningspaneel. Start...
Pagina 190
Papierstoringen verhelpen bij de lade voor dubbelzijdig afdrukken Als het papier bij dubbelzijdig afdrukken vastloopt, wordt bij het bericht 230 of 231 Papier vast op de display aangegeven waar het papier is vastgelopen. U moet het vastgelopen papier uit dat gebied verwijderen.
Pagina 191
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Sluit de bovenklep. Druk op op het bedieningspaneel. Start...
Pagina 192
231 Papier vast - Onderklep van lade voor dubbelzijdig afdrukken Open de buitenste onderklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het achterste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 193
Sluit de binnenste achterklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Open de binnenste achterklep van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het binnengedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 194
Sluit de binnenste en buitenste achterklep. Druk op op het bedieningspaneel. Start...
Pagina 195
Oplader photoconductor-eenheid reinigen Als afdrukken doorlopend verticale open plekken, strepen of lijnen vertonen, is mogelijk de oplader van de photoconductor-eenheid verontreinigd met tonerresten. Deze tonerresten kunnen zich op verschillende plaatsen op de draad ophopen en een storend effect hebben op de photoconductor-oplader als deze de photoconductor voorbereidt op het accepteren van de toner waaruit de afgedrukte afbeelding bestaat.
Pagina 196
Trek de groene vergrendelingshendels aan de linker- en rechterzijde van de photoconductor-eenheid naar boven. Verwijder de photoconductor-eenheid uit de printer. Raak de glanzende groene film in de photoconductor-eenheid niet aan. Als u de AARSCHUWING film aanraakt, vermindert de afdrukkwaliteit. Leg de photoconductor-eenheid op een plat oppervlak.
Pagina 197
Duw de groene schuifhendel omhoog. Het uiteinde van de schuif moet contact maken met de draad van de oplader. Beweeg de groene schuif vijf keer heen en weer over de volle lengte van de photoconductor-eenheid. Beschermlaag Schuif Verplaats de groene schuif naar de linkerkant van de photoconductor-eenheid. Plaats de groene schuifhendel tegen de photoconductor-eenheid.
Pagina 198
Druk de photoconductor-eenheid in de printer totdat deze goed vastzit. Draai de groene vergrendelingshendels voor de photoconductor-eenheid naar beneden.
Pagina 200
Bellen voor technische ondersteuning U kunt contact opnemen met een vertegenwoordiger van Lexmark bij u in de buurt of met Lexmark Customer Support op de weblocatie www.Lexmark.com. Zorg ervoor dat u het probleem kunt omschrijven of het foutbericht op het bedieningspaneel hebt genoteerd wanneer u voor technische ondersteuning belt.
Pagina 201
Bedieningspaneel Pagina met menu-instellingen afdrukken U kunt op elk gewenst moment een lijst met de huidige standaardinstellingen van de gebruiker afdrukken. Opmerking: Voordat u de pagina met menu-instellingen afdrukt, controleert u of de geselecteerde papierlade papier van A4-of Letter-formaat bevat. Druk op het bedieningspaneel op om de menu’s weer te geven.
Pagina 202
Druk op Selecteren Op de eerste regel wordt Papierbron weergegeven en op de tweede regel wordt de huidige papierbron weergegeven. Als u een andere papierbron wilt selecteren, drukt u meerdere malen op > of < Menu Menu de gewenste papierbron op de tweede regel wordt weergegeven. Papierbron = Lade 1* Return...
Pagina 203
Druk op Selecteren De huidige papierbron wordt weergegeven op de eerste regel en de huidige papiersoort op de tweede regel. Als u een andere papiersoort wilt selecteren, drukt u meerdere malen op > of < Menu Menu de gewenste papiersoort op de tweede regel wordt weergegeven. Lade 1: Papiersoort = Normaal papier*...
Pagina 204
Instelling voor Papiersoort wijzigen Het is belangrijk dat de instellingen voor Papiersoort correct zijn voor alle geïnstalleerde papierladen. Raadpleeg de pagina met menu-instellingen die u hebt afgedrukt. De papiersoort wordt vermeld voor elk van de geïnstalleerde papierladen. De papiersoort heeft betrekking op het type media dat wordt geladen: normaal papier, briefhoofdpapier, enveloppen en transparanten.
Pagina 205
Printermenu's Selecteer een menu in de volgende lijst voor meer informatie. U kunt ook klikken op een letter aan de onderkant van de pagina om een specifiek menu-item te zoeken dat met die letter begint. Klik hier voor een overzicht van de menustructuur. •...
Pagina 206
Selecteer voor verdere informatie een menu of menu-item. Taakmenu Papiermenu PCL Emul-menu Serieelmenu Kleurmenu Menu Vertrouwelijke Papierbron Lettertypebron PCL SmartSwitch Photo Enhance Accessoires Papierformaat afdruktaak PS SmartSwitch Lettertypenaam [Foto-optimalisatie] <kleur> toner Beginwaarden Papiersoort Puntformaat NPA-modus Afdrukkwaliteit Status lade <x> Fax annuleren Aangepaste srtn Seriële buffer Pitch...
Pagina 208
Kleurcorrectie Kleurmenu <kleur> toner Laden naar Lade-nr wijzigen Lege Pagina's Lettertypebron Lettertypen afdr Lettertypenaam LocalTalk Menu LocalTalk-adres LocalTalk-buffer LocalTalk-naam LocalTalk-poort LocalTalk-zone MAC binair PS Max. baud-snelh. Menu Accessoires Menu Afwerking Menu Extra Menu's afdrukken N/vel: afdrukken N/vel: rand N/vel: volgorde Netwerkbuffer Netwerkinst <x>...
Pagina 209
Netwerkmenu NPA-hosts NPA-modus Infraroodmenu LocalTalk-menu Netwerkmenu Parallelmenu Serieelmenu Menu USB Ntwrk <x> afdrukken Olieflacon Onderhoud Overloopfles Pag-beveiliging Papier laden Papierbron Papierformaat Papiergewicht Papiermenu Papiersoort Parallelbuffer Parallelmenu Pariteit PCL Emul-menu PCL SmartSwitch Infraroodmenu LocalTalk-menu Netwerkmenu Parallelmenu Serieelmenu Menu USB Photo Enhance [Foto-optimalisatie]...
Pagina 210
Pitch Polarit. RS-422 PostScript-menu Print PS-fout Printertaal Protocol PS SmartSwitch Infraroodmenu LocalTalk-menu Netwerkmenu Parallelmenu Serieelmenu Menu USB Puntformaat Regels/pagina Reiniger verhittingsstation Robust XON RS-232/RS-422 Scheidingspags Schijf formatt. Serieel protocol Serieelmenu Seriële buffer Signaalinstelling Sorteren Spaarstand Status lade <x> Status Uitgebreid Symbolenset...
Pagina 211
Taakbuffer Infraroodmenu LocalTalk-menu Netwerkmenu Parallelmenu Serieelmenu Menu USB Taakmenu Taal op display Takenlog Takenloggegevens Toebehoren vervangen USB-buffer USB-menu Venstergrootte Verhittingsstation Vertr bij overdr Vertrouwelijke afdruktaak Voork-lettertype Wachttimeout Werkst. paral. 1 Werkst. paral. 2...
Pagina 212
Kleurmenu Met het menu Kleur wordt de afdrukkwaliteit voor kleuren aangepast. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Afdrukkwaliteit • Photo Enhance [Foto-optimalisatie] • Kleurcorrectie Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje. Afdrukkwaliteit Doel: Het definiëren van het aantal puntjes per inch (dpi). Hoe hoger de waarde, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Pagina 213
Waarden: Gebruikt foutdiffusie voor foto's. Dit is actief in de modus 600 dpi of de modus 2400 IQ. Opmerking: Photo Enhance [Foto-optimalisatie] wordt niet ondersteund in PCL. Gebruikt geen foutdiffusie. Zie ook: Omgaan met bedrukt papier Kleurcorrectie Doel: Het aanpassen van de afgedrukte kleur zodat deze meer overeenkomt met de kleuren van andere afdrukapparaten of standaardkleursystemen.
Pagina 214
Menu Afwerking In het menu Afwerking kunt u aangeven hoe de printer de afdrukktaak uitvoert. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Lege Pagina's • N/vel: volgorde • Sorteren • N/vel: afdrukken • Exemplaren • Afd.vb. mr pags • Dubbelzijdig •...
Pagina 215
Sorteren Doel: De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u de taak meerdere malen afdrukt. Waarden: Uit* Drukt iedere pagina van een afdruktaak zo vaak af als is opgegeven in het menu-item Exemplaren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's wilt afdrukken en Exemplaren instelt op 2, worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3.
Pagina 216
Bindz dubbelz Doel: Definiëren hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina's (met de even nummers) en van de voorzijde van de pagina's (met de oneven nummers). Waarden: Lange zijde* Bereidt inbinding voor aan de lange zijde van de pagina (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend).
Pagina 217
Waarden: Horizontaal* Verticaal Omgekeerd hor. Omgekeerd ver. Zie ook: N/vel: afdrukken N/vel: afdrukken Doel: Meerdere pagina’s afdrukken op één zijde van het papier. Dit wordt ook wel n-op of papiersbesparing genoemd. Waarden: Uit* Drukt één paginabeeld per zijde af. 6-op Drukt zes paginabeelden per zijde af.
Pagina 218
Scheidingspags Doel: Lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak. Waarden: Geen* Voegt geen scheidingspagina's in. Tussen exempl. Voegt een leeg vel in tussen alle exemplaren van een afdruktaak. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2 enzovoort).
Pagina 219
Infraroodmenu Met het Infraroodmenu wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de infraroodinterface. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Infraroodbuffer • PCL SmartSwitch • Infraroodpoort • PS SmartSwitch • Taakbuffer •...
Pagina 220
Zie ook: Bronnen opslaan Infraroodpoort Doel: De infraroodpoort activeren. Waarden: Uitgeschakeld* Schakelt de infraroodpoort uit en alle andere menu-items van het Infraroodmenu. IR-optie <x> Activeert de opgegeven infraroodpoort. Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voor het afdrukken. Waarden: Uit* Slaat geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf.
Pagina 221
De maximumbaudsnelheid voor zowel de printer als de infraroodadapter wordt automatisch ingesteld als u de printer aanzet. Als de printer zich echter in een heldere of reflecterende omgeving bevindt, kunnen zich onderbrekingen voordoen tijdens de communicatie. In dat geval selecteert u een lagere baudsnelheid voor de infraroodverbinding.
Pagina 222
Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de infraroodinterface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is. De printer controleert de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PCL-emulatie om de taak te verwerken als PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, gebruikt de printer de standaard printertaal.
Pagina 223
Taakmenu Het Taakmenu is alleen beschikbaar als de printer bezig is met het verwerken of uitvoeren van een taak, als op de display een ander bericht dan Gereed wordt weergegeven of als de printer zich in de werkstand Hex Trace bevindt. Druk op om het menu Taak te openen.
Pagina 224
Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Alle opdr.afdr. Drukt alle taken af die met deze PIN-code zijn beveiligd. Opdr.afdrukken Drukt een specifieke vertrouwelijke taak af. Gebruik de knoppen <Menu om door de lijst met vertrouwelijke taken voor de PIN-code te bladeren. Menu>...
Pagina 225
LocalTalk-menu Met het LocalTalk-menu wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de LocalTalk-poort. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • LocalTalk-zone • LocalTalk-adres • NPA-hosts • LocalTalk-buffer • NPA-modus •...
Pagina 226
LocalTalk-adres Doel: Het nummer ophalen van het LocalTalk-knooppunt dat is toegewezen aan de printer. Deze instelling kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel. LocalTalk-buffer Doel: De grootte van de LocalTalk-invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Pagina 227
LocalTalk-poort Doel: De LocalTalk-poort activeren. Waarden: Uitgeschakeld* Schakelt de LocalTalk-poort uit en alle andere menu-items van het LocalTalk-menu. LTalk-optie <x> Activeert de opgegeven LocalTalk-poort. LocalTalk-zone Doel: De LocalTalk-zone vaststellen die door het LocalTalk-netwerk wordt verstrekt. Deze instelling kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel. NPA-hosts Doel: Het maximumaantal NPA-hosts opgeven dat kan reageren op NPA-waarschuwingen.
Pagina 228
PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de LocalTalk-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de LocalTalk-interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
Pagina 229
Netwerkmenu Met het Netwerkmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • Netwerkbuffer • Netwerkinst <x> • NPA-modus • PCL SmartSwitch • PS SmartSwitch •...
Pagina 230
Netwerkbuffer Doel: De grootte van de netwerkinvoerbuffer configureren. Waarden: Auto* De printer berekent automatisch de grootte van de netwerkbuffer (aanbevolen instelling). 3K K tot maximum De gebruiker geeft de grootte van de netwerkbuffer op. De maximumgrootte toegestane grootte hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of Uit.
Pagina 231
NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. De printer past geen NPA-verwerking toe.
Pagina 232
PS SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaard printertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de netwerkinterface en selecteert PostScript- emulatie als dit de vereiste printertaal is. De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Pagina 233
Papiermenu In het Papiermenu kunt u de papiersoort in de laden instellen en de standaardpapierbron en -uitvoer aangeven. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Aangepaste srtn • Papiersoort • Papier laden • Papiergewicht • Papierformaat • Ander formaat • Papierbron Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje.
Pagina 234
Papier laden Doel: Het correct verwerken van voorbedrukt papier in de lade, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. Waarden: Selecteer eerst een papiersoort: Kaarten laden Gekleurd laden Briefhfd laden Bankpost laden Etiketten laden Aangepast <x> laden Voorbedr Laden Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Dubbelzijdig Deelt de printer mee dat de opgegeven papiersoort correct is geladen voor...
Pagina 235
Papierbron Doel: Het bepalen van de standaardpapierbron. Waarden: Lade <x> (Lade 1*) Lade <x> (Lade 2) Als u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee papierbronnen (en voor Papierformaat en Papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld.
Pagina 236
Papiergewicht Doel: Het relatieve gewicht bepalen van het papier in een specifieke bron om te zorgen dat de toner goed aan het papier hecht. Waarden: Selecteer eerst een papiersoort: Normaal papier Briefhoofd Voorbedrukt Kleurpapier Aangepast 1 Aangepast 2 Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Licht Normaal* Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van...
Pagina 237
Parallelmenu Met het Parallelmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Standaard parallelle poort of Parallel optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Status Uitgebreid • Werkst. paral. 1 • INIT honoreren •...
Pagina 238
INIT honoreren Doel: Vaststellen of de printer hardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. De computer doet een initialisatieverzoek door het INIT-signaal op de parallelle interface te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens opnieuw als de computer wordt aan- of uitgezet. Waarden: Uit* De printer honoreert geen hardware-initialisatieverzoeken van de computer.
Pagina 239
Parallelbuffer Doel: De grootte van de parallelle invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de parallelbuffer (aanbevolen instelling).
Pagina 240
Werkst. paral. 2 Doel: Bepalen hoe de gegevens van de parallelle poort worden gesampled aan de voor- of achterkant van de strobe. Waarden: Aan* Samplet gegevens op de parallelle poort aan de voorkant van de strobe. Samplet gegevens op de parallelle poort aan de achterkant van de strobe. PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een...
Pagina 241
Protocol Doel: Het opgeven van een protocol voor de parallelle interface. Waarden: Standaard Kan een aantal problemen met de parallelle interface oplossen. Fastbytes* Biedt compatibiliteit met de meeste interface-implementaties (aanbevolen instelling). Zie ook: Technical Reference...
Pagina 242
PCL Emul-menu In het PCL Emul-menu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • A4-breedte • Afdrukstand • Auto HR bij NR • Pitch • Auto NR bij HR •...
Pagina 243
Auto HR bij NR Doel: Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel. Waarden: Uit* De printer voert geen harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. De printer voert een harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. Auto NR bij HR Doel: Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel.
Pagina 244
Lettertypebron Doel: Bepalen welke lettertypen worden weergegeven in het menu-item Lettertypenaam. Waarden: Intern* Geeft alle interne lettertypen weer die in de fabriek in het RAM van de printer zijn geladen. Laadbaar Geeft alle lettertypen weer die vanuit andere bronnen in het RAM zijn geladen. Flash Geeft alle lettertypen in het flash-geheugen weer.
Pagina 245
Afdrukstand Doel: Instellen in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Waarden: Staand* Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Liggend Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Pitch Doel: Het opgeven van de lettertypepitch voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand...
Pagina 246
Symbolenset Doel: Het kiezen van een symbolenset voor een geselecteerde lettertypenaam. Waarden: 10U PC-8* (landspecifiek) 12U PC-850* (landspecifiek) Een symbolenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale symbolen die worden gebruikt als u in een bepaald lettertype afdrukt. Symbolensets ondersteunen de verschillende vereisten voor talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.
Pagina 247
PostScript-menu In het PostScriptmenu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Voork-lettertype • Afbeelding glad • Print PS-fout Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje. Voork-lettertype Doel: Bepalen waar de printer het eerst naar het gewenste lettertype zoekt.
Pagina 248
Afbeelding glad Doel: Het contrast en de scherpte verbeteren van bitmapafbeeldingen van lage resolutie (bijvoorbeeld afbeeldingen die u van het World Wide Web hebt opgehaald) en het garanderen van een soepele kleurovergang. Waarden: Uit* Gebruikt de standaardresolutie voor het afdrukken van alle afbeeldingen. Verbetert het afdrukken van afbeeldingen met een lage resolutie, bijvoorbeeld 72 dpi.
Pagina 249
Serieelmenu Met het Serieelmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een seriële poort worden verstuurd (Standaard serieel of Serieel optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Baud • PS SmartSwitch • Databits • Robust XON •...
Pagina 250
Databits Doel: Het aantal databits opgeven dat per transmissieframe wordt verzonden. Waarden: Zie ook: Technical Reference DSR honoreren Doel: Bepalen of de printer gebruikmaakt van het DSR-signaal (Data Set Ready). DSR is een van de handshaking-signalen die worden gebruikt voor de meeste seriële interfacekabels. Waarden: Uit* Alle gegevens die op de seriële poort worden ontvangen, worden als geldig beschouwd.
Pagina 251
Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voor het afdrukken. Waarden: Uit* Slaat geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Slaat afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Auto Slaat afdruktaken alleen op in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort.
Pagina 252
Pariteit Doel: De pariteit selecteren voor seriële in- en uitvoerframes. Waarden: Even Oneven Geen* Negeren Zie ook: Technical Reference PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de seriële interface en selecteert PCL-emulatie als dit...
Pagina 253
De printer controleert de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PCL-emulatie om de taak te verwerken als PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, gebruikt de printer de standaardprintertaal. Zie ook: SmartSwitch; Printertaal Robust XON Doel: Bepalen of de printer zijn beschikbaarheid meldt aan de computer.
Pagina 254
Seriële buffer Doel: De grootte van de seriële invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de seriële buffer (aanbevolen instelling).
Pagina 255
Instellingenmenu Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Signaalinstelling • Spaarstand • Auto doorgaan • Afdruktimeout • Taal op display • Printertaal • Laden naar • Bronnen opslaan • Corr na storing •...
Pagina 256
Auto doorgaan Doel: Instellen (in seconden) hoe lang de printer een foutbericht blijft weergeven waarbij menselijk ingrijpen is vereist, voordat hij doorgaat met afdrukken. Waarden: Uitgeschakeld* De printer drukt pas weer af als iemand het foutbericht heeft gewist. 5...255 De printer wacht het ingestelde aantal seconden en gaat dan automatisch door met afdrukken.
Pagina 257
Corr na storing Doel: Bepalen of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Waarden: De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af. De printer drukt vastgelopen pagina's niet opnieuw af. Auto* De printer drukt een vastgelopen pagina opnieuw af, tenzij het vereiste geheugen nodig is voor andere afdruktaken.
Pagina 258
Pag-beveiliging Doel: Het afdrukken van een pagina die anders de fout Pagina is te complex zou veroorzaken. Waarden: Uit* Drukt een pagina gedeeltelijk af als er onvoldoende geheugen beschikbaar is om de pagina geheel af te drukken. Zorgt ervoor dat de gehele pagina wordt verwerkt voordat deze wordt afgedrukt. Als u Aan hebt ingesteld en u kunt de pagina nog steeds niet afdrukken, moet u mogelijk ook het lettertypeformaat en het aantal lettertypen verkleinen of meer geheugen installeren.
Pagina 259
Afdruktimeout Doel: Met het menu-item Afdruktimeout bepaalt u hoeveel seconden de printer wacht met het afdrukken van de laatste pagina van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht om de pagina af te drukken. De timeout begint pas op het moment dat het bericht Wachten op de display wordt weergegeven. Waarden: Uitgeschakeld De printer drukt de laatste pagina van een taak pas af als:...
Pagina 260
Bronnen opslaan Doel: Bepalen wat u met in het geheugen geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's, wilt doen als voor een afdruktaak niet voldoende geheugen beschikbaar is. Waarden: Uit* De printer bewaart de geladen bronnen tot het geheugen nodig is voor andere taken. Zodra de printer meer geheugenruimte nodig heeft, worden de bronnen voor de inactieve printertaal verwijderd.
Pagina 261
Toner besparen Doel: Het beheren van de hoeveelheid toner die op de afgedrukte pagina wordt gebruikt. Waarden: Uit* Selecteer Aan als u de hoeveelheid toner wilt beperken. Het selecteren van Aan houdt de afdrukkosten laag. Selecteer Uit als u de afdrukkwaliteit wilt verbeteren. Zie ook: Toner besparen Linkermarge...
Pagina 262
Menu Accessoires In het menu Accessoires vindt u informatie over printerondelen en supplies die de gebruiker geregeld moet controleren. Dit menu is alleen beschikbaar als een van de onderdelen of supplies bijna leeg is of aan vervanging toe is. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: •...
Pagina 263
Verhittingsstation Doel: De status van het verhittingsstation controleren tijdens onderhoud. Waarden: Versleten Het verhittingsstation moet worden vervangen. Zie ook: Supplies Reiniger verhittingsstation Doel: De status van de reinigingsrol controleren tijdens onderhoud. Waarden: Ontbreekt De reinigingsrol ontbreekt of is onjuist geïnstalleerd. Bijna op De reinigingsrol heeft bijna het einde van de levensduur bereikt.
Pagina 264
Fotocartridge Doel: De status van de fotocartridge (photoconductor-eenheid) controleren tijdens onderhoud. Waarden: Ontbreekt De fotocartrdge (photoconductor-eenheid) ontbreekt of is onjuist geïnstalleerd. Versleten De fotocartridge (photoconductor-eenheid) moet worden vervangen. Zie ook: Supplies Status lade <x> Doel: De status van alle papierladen controleren tijdens onderhoud. Waarden: Ontbreekt Lade <x>...
Pagina 265
Onderhoud Doel: De status van de onderhoudskit controleren tijdens onderhoud. Waarde: Kit voor 120.000 De onderhoudskit moet worden vervangen. pagina's Zie ook: Supplies Toebehoren vervangen Doel: Het opnieuw instellen van de tellers van verschillende onderdelen voordat onderhoud is verricht. Waarden: <kleur>...
Pagina 266
Houdbaarheid toebehoren Doel: De huidige status van de supplies controleren. De supplies worden in een lijst weergegeven met de resterende levensduur in procenten of als OK. De resterende levensduur wordt vervangen door de onderhoudsstatus zodra een supply onderhoud vereist. Voor de overloopfles zou het bericht OK bijvoorbeeld plaatsmaken voor het bericht Bijna vol.
Pagina 267
USB-menu Met het USB-menu kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • NPA-modus • PCL SmartSwitch • PS SmartSwitch • USB-buffer • MAC binair PS Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje. Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voor het afdrukken.
Pagina 268
NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. De printer past geen NPA-verwerking toe.
Pagina 269
Zie ook: SmartSwitch; Printertaal USB-buffer Doel: De grootte van de USB-invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld De taakbuffer wordt uitgeschakeld. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de USB-buffer (aanbevolen instelling).
Pagina 270
Menu Extra In het menu Extra kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Flash defragment •...
Pagina 271
Fabr.instelling Doel: De oorspronkelijke fabriekswaarden opnieuw instellen. Waarden: Herstellen • Alle menu-items worden opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: – taal op display; – alle instellingen in de menu's Parallel, Serieel, Netwerk, Infrarood, LocalTalk en USB. • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd.
Pagina 272
Flash formatt. Doel: Het flash-geheugen formatteren. Waarden: Verwijdert alle gegevens uit het flash-geheugen en maakt het flash-geheugen gereed voor ontvangst van nieuwe bronnen. Annuleert het verzoek om het flash-geheugen te formatteren. De huidige bronnen blijven in het flash-geheugen staan. Zet de printer niet uit als het flash-geheugen wordt geformatteerd. AARSCHUWING Zie ook: 51 Flash beschadigd...
Pagina 273
Directory afdrukken Doel: Het afdrukken van een lijst met alle bronnen die zijn opgeslagen in het flash-geheugen of op de vaste schijf. Opmerking: Directory afdrukken is alleen beschikbaar als een flash-geheugen of vaste schijf is geïnstalleerd en geformatteerd en Taakbuffergrootte niet is ingesteld op 100 %. Zie ook: Technical Reference Lettertypen afdr...
Pagina 274
Printerspecificaties Standaardfuncties Functie Beschrijving Afdrukmethode Droog elektrofotografisch proces met een laserdiode-eenheid. Afdrukvermogen 600 x 600 dpi Maximumafdruksnelheid voor 24/6 ppm (Letter- en A4-papier) enkelzijdig afdrukken (monochroom/kleuren) Maximumafdruksnelheid voor 8/3 ppm (dubbelzijdig, Letter- en A4-papier) dubbelzijdig afdrukken (monochroom/kleuren) Lettertypen • 240 interne schaalbare lettertypen: –...
Pagina 275
Opties Optie Beschrijving Optionele lade Ladekast met een papierlade voor 500 vel, geïnstalleerd onder de printer. Optionele Legal-lade Biedt de mogelijkheid om op Legal-papier af te drukken (215,4 x 354,8 mm) Lade voor dubbelzijdig Voor het maken van dubbelzijdige kleuren- en zwartwitafdrukken. afdrukken Geheugen Maximaal te gebruiken geheugen: 384 MB.
Pagina 276
Printertoebehoren Supply Beschrijving Gemiddeld rendement Fotocartridge Brengt toner over op de overdrachtstrommel. 40.000 afbeeldingen (photoconductor-ee nheid) Overloopfles Vangt overtollige toner op van de 12.000 afbeeldingen photoconductor-eenheid. Onderhoudskit Brengt een beeld over op het afdrukmateriaal (bestaat 120,00 pagina's uit een overdrachtrol, een afvoer en een trommelreiniger).
Pagina 277
MarkVision en hulpprogramma's. De grafische gebruikersinterface van MarkVision biedt geavanceerde realtime-mogelijkheden voor centraal beheer van Lexmark printers die lokaal of rechtstreeks op een netwerk zijn aangesloten. Bovendien kunnen netwerkgebruikers en -beheerders hun productiviteit verhogen met de volgende MarkVision functies: •...
Pagina 278
Op basis van realtime-statusinformatie worden de printers met filters automatisch ingedeeld in groepen. Op afstand bijwerken U kunt firmware op meerdere Lexmark printerservers gelijktijdig op afstand bijwerken. MarkVision for UNIX Networks MarkVision for UNIX/Sun kunt u aanpassen aan de behoeften van uw bedrijf, is betrouwbaar en beschikt over functies waarmee op eenvoudige wijze printers in netwerken kunt installeren, beheren en onderhouden.
Pagina 279
• afdrukken voor het bedrijf analyseren; • aanschaf van toebehoren, onderhoudsschema's en printervervanging vooruit plannen. Raadpleeg voor meer informatie over MarkTrack de productinformatie, neem contact op met uw leverancier of ga naar de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com.
Pagina 280
Het hulpprogramma NetPnP for Windows NT wordt bij de printer geleverd op de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's. Met NetPnP automatiseert u de configuratie en installatie van Lexmark printers in een netwerk. NetPnP detecteert wanneer een nieuwe printer is aangesloten op het netwerk, maakt automatisch een gedeeld printerobject aan op een Windows NT 4.0 systeem en meldt gebruikers per e-mail dat de...
Pagina 281
Opmerking: Geheugenopties die zijn ontwikkeld voor andere Lexmark laserprinters werken mogelijk niet met deze printer. Lexmark biedt drie geheugenopties voor de printer: 32 MB, 64 MB en 128 MB. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over het installeren van extra geheugen.
Pagina 282
Geheugenproblemen oplossen Als de printer onvoldoende geheugen heeft om een afdruktaak uit te voeren, kan het foutbericht (37 Onvold ruimte voor sorteren, 37 Onvold geheug voor defrag, 38 Geheugen vol of 39 worden weergegeven, afhankelijk van de taak die u probeert uit te voeren. Pagina is te complex Printerberichten voor meer informatie over deze en andere printerberichten.
Pagina 283
Flash-geheugen U kunt optioneel flash-geheugen toevoegen aan de printer. Als u regelmatig lettertypen, macro's, formulieren of symbolensets naar de printer laadt, kunt u deze in het flash-geheugen opslaan in plaats van in het RAM-geheugen. Bronnen die zijn opgeslagen in het flash-geheugen gaan niet verloren als de printer wordt uitgeschakeld.
Pagina 284
Raadpleeg Takenlog voor meer informatie over het instellen van de printer om statistieken te verzamelen en de verzamelde gegevens af te drukken. Als u het hulpprogramma MarkVision gebruikt, raadpleeg dan de online Help of de documentatie van MarkVision op de cd met stuurprogramma's. Bronnen beheren die zijn geladen naar het flash-geheugen of de schijf Met het hulpprogramma MarkVision kunt u de bronnen beheren die u opslaat in het flash-geheugen of...
Pagina 285
LET OP: Als er andere apparaten op de printer zijn aangesloten, zet u deze uit en verwijdert u de stroomkabels en de kabels die naar de printer lopen. Opmerking: De lade voor dubbelzijdig afdrukken en de optionele lade hoeven niet verwijderd te worden om toegang te krijgen tot de achterklep en de systeemkaart.
Pagina 286
Verwijder de achterklep en de systeemkaart Geheugenkaart verwijderen Als u de geheugenkaart moet verwijderen, voert u de volgende stappen uit. Zie anders Flash-geheugenkaart verwijderen, Interfacekaart verwijderen Achterklep en systeemkaart installeren. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd. Volg de stappen voor Achterklep en systeemkaart verwijderen als de achterklep nog niet is...
Pagina 287
Trek de kaart voorzichtig uit de connector. Plaats de kaart in de oorspronkelijke verpakking. Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de kaart dan in papier en berg deze op in een doos. Sluit de vergrendelingen. Herhaal step 3 tot en met step 6 als u andere geheugenkaarten wilt verwijderen.
Pagina 288
Duw de vergrendelingen aan de beide uiteinden van de connector naar buiten zoals weergegeven. Als de vergrendelingen zijn geopend, zit de geheugenkaart los in de connector. Trek de kaart voorzichtig uit de connector. Plaats de kaart in de oorspronkelijke verpakking. Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de kaart dan in papier en berg deze op in een doos.
Pagina 289
Herhaal de stappen tot en met 5 als u andere geheugenkaarten wilt verwijderen. Interfacekaart verwijderen Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 2 als u de interfacekaart wilt verwijderen. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd. Volg de stappen voor Achterklep en systeemkaart verwijderen als de achterklep en de...
Pagina 290
Als u geen andere interfacekaart installeert in de connector, sluit u de opening af met een leeg INA-plaatje. Door de opening af te dekken, zorgt u voor een juiste luchtstroming rond het moederbord. Als u geen afdekplaatje hebt, neem dan contact op met de leverancier en vraag om een leeg INA-plaatje.
Pagina 291
Lijn de systeemkaart uit met de sleuven binnenin de achterzijde van de printer. Sleuven Plaats de systeemkaart in de printer. Lijn de twee schroeven in de achterklep uit met de gaatjes in de printerkast. Draai de twee schroeven vast om de achterklep en de systeemkaart aan de printer te bevestigen.
Pagina 292
Kennisgevingen • Informatie over deze uitgave • Handelsmerken • Veiligheidsinformatie • Waarschuwingen en veiligheidsadviezen • Informatie over elektronische emissie • Energy Star • Laserinformatie...
Pagina 293
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder zich daarvoor op enige wijze aan u te verplichten.
Pagina 294
Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd om te voldoen aan strenge internationale veiligheidsnormen bij gebruik van specifieke Lexmark onderdelen. De veiligheidsfuncties van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere vervangende onderdelen.
Pagina 295
Voor een digitaal apparaat van klasse B is het gebruik van een goed afgeschermde en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexmark met artikelnummer 1329605 voor parallelle verbindingen of 12A2405 voor USB-verbindingen, noodzakelijk om te voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische interferentie.
Pagina 296
Voor een digitaal apparaat van klasse A is het gebruik van een goed afgeschermde en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexmark met artikelnummer 1329605 voor parallelle verbindingen of 12A2405 voor USB-verbindingen, noodzakelijk om te voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische interferentie.
Pagina 297
50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma. Lexmark International, Inc. heeft in haar hoedanigheid van Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.