Figuur 24
1. Ingaande as
diepteregelaar
2. Borgplaatje
4.
Druk op de dop of gebruik uw hand om deze op
het borgplaatje te duwen.
5.
Draai de diepteregelaar rechtsom om minder
diep te beluchten, of linksom om dieper te
beluchten.
(Figuur
6.
Draai de ingaande as van de diepteregelaar tot
u de gewenste diepte bereikt zoals aangegeven
op de sticker van de diepteregelaar
Opmerking:
17 omwentelingen van de
ingaande as van de diepteregelaar komt
overeen met een diepteverschil van ongeveer
6,4 mm.
De werking van de
bedieningsorganen van
de tractie-eenheid
Maak uzelf vertrouwd met het gebruik van de
volgende bedieningsorganen van de tractie-eenheid
voordat u de machine gebruikt:
•
Aftakas inschakelen
•
3-punts trekhaak (omhoog/omlaag)
•
Koppeling
•
Gashendel
•
Schakelhendel
•
Parkeerrem
Belangrijk:
Raadpleeg de gebruikershandlei-
ding van de tractie-eenheid voor instructies
over de bediening.
3. Indicatiesticker diepte
4. Dieptemarkering
24).
(Figuur
De basiselementen van de
bediening
Met de 3-punts trekhaakkoppeling van de
tractie-eenheid kan de machine omhoog worden
gebracht voor transport en omlaag voor bediening.
Het vermogen van de aftakas van de tractie-eenheid
wordt overgebracht via aandrijfassen, een
tandwielkast en drijfriemen naar een krukas die de
armen met de tanden in het grondoppervlak drijft.
Terwijl de tractie-eenheid vooruitrijdt, de aftakas is
ingeschakeld en de machine omlaag is gebracht,
wordt er een serie openingen in het gazonoppervlak
aangebracht.
g007304
De werkdiepte van de tanden wordt bepaald door de
hoogte-instelling van de diepteregelaar.
De afstand tussen de beluchtingsgaten wordt bepaald
door de overbrengingsverhouding (of de stand van het
hydrostatische tractiepedaal) van de tractie-eenheid
en het aantal tanden in elke tandenkop.
Opmerking:
het wijzigen van het toerental van de motor.
Vertrouwd raken met de
bedieningsprocedures
24).
Belangrijk:
Zorg er bij het aansluiten van de
aftakas voor dat de machine niet hoger wordt
getild dan nodig is. Als u de machine te hoog
tilt, kunnen de scharnierpunten van de aandrijfas
van de aftakas breken
kan worden bediend in een hoek van maximaal
25°, maar mag nooit de 35° passeren wanneer de
machine zich in de hoogste stand bevindt, omdat
de as anders ernstig beschadigd kan worden.
1. Hier treedt de breuk op.
Zoek voordat u de machine gebruikt een vrij terrein
en oefen met het gebruik van de tractie-eenheid met
de gemonteerde machine.
23
De insteekafstand verandert niet door
(Figuur
25). De aftakas
Figuur 25
g194609