8.2 Configuratielijst
Met de pCO1-kaarten is de besturing mogelijk van unit van zowel het type 'DX' (met directe expansie)
als 'CW' (waterkoeling). Bij het starten van het programma herkent het zelf grootte en type van
de besturingskaart, zodat het de in- en uitgangen kan voorbereiden, mede afhankelijk van het type unit
(DX of CW) dat is ingesteld bij de fabrikantgegevens van het programma
Let op:
Voor de invoer-/uitvoerconfiguratie zie het elektrische schema.
8.3 Accessoires
8.3.1 Elektronisch expansieventiel
De module EVDriver, voor de besturing van de elektronische expansieventielen (EEV) via het LAN, maakt
het mogelijk de intrede-oververhitting te regelen voor een efficiëntere en veelzijdiger werking van de koelunit.
Deze voorziening zorgt voor een optimale en stabiele koudemiddelstroom naar de verdamper. Daardoor
verbeteren de efficiëntie en de prestaties van de installatie. Ze verhoogt tevens de veiligheid: de lagedruk-
schakelaar spreekt minder vaak aan, er stroomt minder vaak koudemiddel terug naar de compressor, enz.
Bovendien, als de EEV correct gedimensioneerd is, met gebruik van het zwevende of lage setpoint,
verbeteren de condensor- en verdamperdruk de efficiëntie van de installatie aanzienlijk. Dit geeft een lager
energieverbruik en een betere koelopbrengst.
Elektronische expansieventielen zijn ook veelzijdig, omdat ze geschikt zijn voor koelunits met zeer
verschillende capaciteiten in diverse situaties.
Voor het gebruik van een elektronisch expansieventiel is niet alleen de EVDriver en het ventiel zelf nodig,
maar ook een temperatuurvoeler en drukomvormer. Beide worden geplaatst aan het eind van de verdamper
aan de koelzijde (in de intredepijp van de compressor). Zie het volgende diagram voor een beter begrip van
een gebruikelijke opzet van de installatie.
Het hoofddoel van het nieuwe besturingsalgoritme is een stabiele werking van de installatie, en zo mogelijk
het snel bereiken van een stabiele toestand van oververhitting.
De prioriteit voor een optimale regeling van de koelinstallatie ligt bij een hoge, constante koelopbrengst,
meer dan bij extreem lage en stabiele oververhitting.
Het hart van de besturing is een PID-regelaar met coëfficiënten die in te stellen zijn voor de oververhitting.
Aanvullende regelorganen zijn:
INNOV@-PCO-IOM-0907-D
Condensor
Motor-
aansluiting
Verdamper
LOW (te lage oververhitting met integratietijd en instelbare drempel)
LOP (te lage verdamperdruk, werkt kortstondig met integratietijd
en instelbare drempel)
pLAN
T-voeler
P-voeler
Compressor
37