Ingeval van een enkele voeler en aparte blokken is de aansturing van de ventilatoren gebaseerd op
de metingen voor beide circuits.
Bij twee voelers en een enkel blok vindt aansturing plaats op basis van de hoogste van de twee gemeten
waarden.
Als er twee voelers en aparte blokken zijn, geldt voor de aansturing de gemeten waarde van het betreffende
circuit.
Is er helemaal geen voeler, dan gaan de ventilator aan samen met de compressoren. Bij een enkel blok
gaan de ventilatoren aan indien tenminste één compressor is werking is. Bij aparte blokken bestuurt elke
compressor de ventilatoren van zijn eigen circuit.
2.5.3 Veiligheidsfunctie
Voorkoming van hogedrukalarm bij gestopte compressoren. Normaal draaien de condensorventilatoren
alleen als de compressoren in werking zijn. Maar in dit geval draaien ze ook bij stilstaande compressoren.
De bedoeling is de druk te verlagen en een alarm wegens een te hoge druk te voorkomen. Een dergelijk
alarm zou namelijk de unit stoppen. Ook bij stilstaande compressoren kan de druk stijgen, bijvoorbeeld door
instraling op de condensor. Ingeval van 0-10V modulerende ventilatoren wordt de modulatie overbrugd.
2.5.4 Toerenregeling bij opstarten
Om de opstarttraagheid van hoogvermogen modulerende ventilatoren te overwinnen, kunnen ze gestart
worden met het maximumtoerental. Na enkele seconden gaan ze terug naar het eigenlijk gewenste toerental
en het moduleren begint.
2.5.5 Omrekening druk–temperatuur
Zowel druk- als temperatuurvoelers zijn te selecteren. Ingeval drukvoelers zijn toegepast tonen de schermen
de temperaturen die overeenkomen met de druk, uitgaande van het type koudemiddel dat is ingesteld
(in het fabrieksgedeelte).
INNOV@-PCO-IOM-0907-D
13