Inhoudsopgave
Advertenties
4 CONFIGURATIE EN AANSLUITINGEN VAN DE PRINTPLAAT
Het LAN (local area network) vormt een fysieke verbinding tussen microprocessor, display en de drivers voor
de elektronische expansieventielen. Door deze verbinding zijn variabelen uit te wisselen van de ene kaart
naar de andere, bestuurd door de software, zodat de hardware op een functionele wijze kan samenwerken.
Ook in een stand-alone unit moeten de kaarten worden geconfigureerd.
4.1 Adresconfiguratie
4.1.1 Adresconfiguratie van de microprocessor (pCO1)
Het configureren van de adressen gaat bij de pCO1 met deze stappen:
- Sluit de pCO1 aan op de display PGD, met het adres ingesteld op 0. (Zie adresconfiguratie van de PGD)
- Schakel de elektrische voeding in, door tegelijk de toetsen ALARM en UP (pijl omhoog) in te drukken.
- Stel het juiste adres in met de toetsen UP of DOWN.
- Druk op ENTER om de waarde vast te leggen en dit scherm te verlaten.
4.1.2 Adresconfiguratie van de PGD
Het configureren van de adressen gaat bij de PGD met deze stappen:
- Houd UP+ENTER+DOWN enkele seconden lang ingedrukt
- Druk op Enter en daarna op de pijltoeten (UP/DOWN) om het juiste adres in te stellen.
- Druk op ENTER om de waarde vast te leggen en dit scherm te verlaten.
OPMERKINGEN:
- Als de adressen van de microprocessor of van de PDG niet worden gecorrigeerd, wordt het functioneren
van de unit niet gegarandeerd, en de PDG-display kan niets laten zien.
- Na het juist instellen van het adres van de PGD kan enige tijd de mededeling 'NO LINK' (geen verbinding)
zichtbaar zijn.
4.1.3 Adresconfiguratie van de driver (EVD) van het elektronisch
expansieventiel E2V
De driver EVD wordt geconfigureerd met behulp van een dip-switch (binaire instelling) in de driver, achter
de frontplaat:
Driver voor circuit 1
Driver voor circuit 2
INNOV@-PCO-IOM-0907-D
Adres
Dip-switch
9
10
Open de
frontplaat voor
het instellen van
de dip-switch.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
