Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Aansluiting van de kaarten
De elektrische verbinding van de kaarten gaat met twee soorten kabels:
Displayaansluiting
De display wordt aangesloten met een zesaderige kabel met RJ11-connectors; de kabel is anders dan
standaard telefoondraad omdat bij de displaykabel de connectors getwist zijn.
LAN-aansluiting
Voor de LAN-aansluiting is een tweeaderige afgeschermde kabel nodig, van unit naar unit. Hiervoor is
een aansluitstrip aanwezig in het elektrische paneel (zie betreffend elektrisch schema); de gegevens worden
verzonden volgens RS485; Er is geen extra driver nodig.
4.2.1 Stand-alone unit
Display-
kabel
pCO1: Adres = 1
4.2.2 Units verbonden via LAN (max. 8 units)
In het LAN (local area network) kunnen maximaal acht units met elkaar verbonden worden. Elke unit kan
(intern) aangesloten zijn op een of twee drivers (EVD) voor het besturen van elektronische kleppen, en
op een display voor de interactie met de gebruiker. De volgende tabel geeft de adressen van
de microprocessor, de drivers (EVD) en van de display.
Adres van
microprocessor
pCO1
Config. via display
Unit 1
1
2
Unit 2
3
Unit 3
4
Unit 4
5
Unit 5
22
PGD: Adres = 25
Buitentemperatuur
Adres van EVD driver 1
Configuratie via dip-switch
9
11
13
15
17
Buitentemperatuur
Driver 1:
Adres = 9
Lijst van adressen
Adres van EVD driver 2
Configuratie via dip-switch
10
12
14
16
18
Driver 2:
Adres = 10
Adres van display
Config. via display
25
26
27
28
29
INNOV@-PCO-IOM-0907-D
Advertenties
Inhoudsopgave
