Elektrische aansluiting
Installatiewerken mogen enkel door vakpersoneel,
dat erkend is door de bevoegde electriciteits-
maatschppij, worden uitgevoerd. Hou rekening met
de informatie op het kenplaatje. De aangegeven
spanning moet overeenkomen met de netspanning.
Zorg dat de diameter van de toevoerkabel groot
genoeg is. De groengele geleiders mogen enkel
worden gebruikt als aardleiding en mogen nooit
worden gebruikt als stroomvoerende geleiders. Bij
een vaste aansluiting moet het toestel door middel
van een inrichting met een verbreeksectie van
minstens 3 mm op alle polen van het net kunnen
worden ontkoppeld. Daarvoor kunnen contactoren,
verbreekschakelaars, zekeringen e.d. worden
gebruikt.
Netaansluiting
De netaansluiting wordt gerealiseerd door
het binnengedeelte vast aan te sluiten op de
stroomvoorziening.
De elektrische aansluitruimte bevindt zich aan de
rechter zijde van het toestel.
De 230V aansluitklemmen zijn toegankelijk nadat
de centraal geplaatste schroef in het afsluitdeksel
van de geïntegreerde elektronica werd losgedraaid.
Watersensor WPT
De voorgemonteerde sensor moet op de
voortdurend doorstroomde aanvoerleiding worden
aangesloten (zie afbeelding). De sensor moet in de
stromingsrichting voor de klep worden geplaatst!
34
J
1
2
3
4
RC
WIN
UNOC
J1
J4 J5J6 J7
PE
S1
F1
1/N/PE 230 V ~ 50 Hz
230V steekcontacten:
Pomp
L voor condensaatpomp
PompN
N voor condensaatpomp
EH1
L voor elektrische verwarming 1*
EH1N
N voor elektrische verwarming 1*
EH2
L voor elektrische verwarming 2*
EH2N
N voor elektrische verwarming 2*
VL1
L voor klep1
VL1N
N voor klep1
MIU
Aansluiting voor uitbreidingskaart (niet gebruikt)
UNOC
Ingang voor schakelklokcontact (potentiaalvrij verbreekcontact)
WIN
Ingang voor venstercontact (potentiaalvrij maakcontact)
ALARM Ingang voor "niveau hoog" detector van condensaatpomp
WPT
Temperatuurvoeler watervoorzieningsleiding (stekker: wit; kabel: zwart)
RAT
Kamertemperatuursensor (kabel: rood)
RC
Aansluitstrook voor aansluiting bedieningspaneel
J1
Modelstekker + 4 afzonderlijke draadbruggen (steekbruggen).
Beschrijving zie tabel hierna en volgende pagina's
draad-
functie
brugnr.
J4
Temperatuurregistratie in de verwarmingsfunctie alleen door RCT, in de koelfunctie
J5
door RCT en RAT
J4
Temperatuurregistratie alleen door RCT, geen gebruik van de RAT
J5
J4
Temperatuurregistratie door RCT en RAT
J5
J4
Temperatuurregistratie alleen door RAT, geen gebruik van de RCT*
J5
J6
Permanente ventilatorwerking (alleen niet in uitgeschakelde toestand)
J7
J6
Cyclische ventilatorwerking in de verwarmings- of koelfunctie (ventilator werkt niet
J7
in de automatische stand)
J6
Cyclische ventilatorwerking in de verwarmingsfunctie en permanente ventilator-
J7
werking in de koelfunctie*
RCT Kamertemperatuursensor in het bedieningspaneel
RAT Kamertemperatuursensor in de luchtingang van het toestel
* Draadbruginstelling af fabriek
F/H
F/M
F/L
VL2
VL1
EH2 N
VL2
L voor klep2*
VL2N
N voor klep2*
F/L
Ventilatorfase "langzaam"
F/M
Ventilatorfase "midden"
F/H
Ventilatorfase "hoog"
F/N
Ventilator N
* zonder functie
draadbrug
bezet
nee
ja
nee
nee
ja
ja
ja
nee
ja
nee
nee
ja
ja
ja