Herstellen van defecten
en andere voorwerpen uit de buurt bij
het starten van de motor. Gebruik de
noodstartkoord uitsluitend zoals voor-
geschreven. Raak het vliegwiel of ande-
re bewegende onderdelen niet aan
wanneer de motor draait. Installeer het
startermechanisme of de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Raak bij het starten of gebruiken van de
G
motor de ontstekingsspoel, de bougie-
kabel, de bougiedop of andere elektri-
sche onderdelen niet aan. U loopt het
risico op elektrische schokken.
DMU30362
Noodstart
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Maak de neutrale-startbeveiligingskabel
los van de startmotor, indien voorzien.
3.
Verwijder de starter/het vliegwiel door
de bouten los te draaien.
81
4.
Maak de motor klaar om te starten. Voor
meer informatie, zie pagina 32. Zorg er-
voor dat de motor in neutraal staat en
dat de klem is bevestigd aan de motor-
stopschakelaar. De hoofdschakelaar
moet in de stand "
voorzien.
ZMU04096
ZMU04097
ZMU04098
" (aan) staan, indien
ZMU02334