Basiscomponenten
brandt bij het gebruik van de trim- en kantel-
bekrachtigingsschakelaar / kantelbekrachti-
gingsschakelaar. Dat wordt veroorzaakt
door de ruis van het trim- en kantelbekrach-
tigingsrelais en wijst niet op een storing.
1. Waarschuwingslamp
1. Waarschuwingslamp
DMU26492
Digitale toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental en
heeft de volgende functies.
NOTA:
Alle segmenten van het display lichten kort
op na inschakelen van de hoofdschakelaar
en keren daarna terug naar normale toe-
stand.
23
1
ZMU04043
NOTA:
De waterafscheider- en motorstoringwaar-
schuwingslampjes werken alleen wanneer
de motor is uitgerust met de toepasselijke
functies.
DMU26523
Oliedrukwaarschuwinglampje
Als de oliedruk te laag wordt, begint het
waarschuwingslampje te knipperen. Voor
meer informatie, zie pagina 25.
DCM00021
OPGELET:
G
G
1
3
5
6
1. Toerenteller
2. Trimmeter
3. Urenmeter
4. Oliedrukwaarschuwinglampje
5. Oververhittingwaarschuwingslampje
6. Afstelknop
7. Modusknop
Laat de motor niet draaien als de waar-
schuwingslamp voor lage oliedruk
brandt en het motoroliepeil te laag is.
Dat leidt tot ernstige motorschade.
De waarschuwingslamp voor lage olie-
druk geeft niet het motoroliepeil aan.
Gebruik de oliepeilstok om de resteren-
de hoeveelheid olie te controleren.
Voor meer informatie, zie pagina 30.
2
4
7
ZMU03601