AFSTANDSINSTELLING (SCHERPSTELLEN)
Met de Leica SL2-S kan de afstandsinstelling zowel automatisch als
handmatig gebeuren. Bij het fotograferen met autofocus zijn 3 modi
en 4 meetmethoden beschikbaar. Bij gebruik van MF-objectieven is
uitsluitend de handmatige instelling mogelijk.
FOTOGRAFEREN MET AF
▸
Gewenste AF-modus kiezen
▸
Eventueel AF-meetveld positioneren
▸
Ontspanner aantikken, en zodanig ingedrukt houden
• De afstandsinstelling wordt eenmaal (AFs) respectievelijk conti-
nu (AFc) verricht.
• Bij geslaagde meting: AF-meetveld groen.
• Als de meting niet is geslaagd: AF-meetveld rood.
• Alternatief kunnen afstandsinstelling en / of belichtingsinstel-
ling met de joystick worden gerealiseerd en worden opgeslagen
(meetwaardeopslag, zie pagina 141).
▸
De opname maken
FOTOGRAFEREN MET MF
▸
Als focusmodus
kiezen (zie pagina 123)
MF
▸
Scherpstellen met de afstandsinstelring
▸
De opname maken
Meer informatie daartoe vindt u in de volgende hoofdstukken.
AUTOFOCUS-MODI
De volgende AF-modi zijn beschikbaar:
De actieve AF-modus wordt in de kopregel weergegeven.
Fabrieksinstelling:
Intelligent AF
▸
In het hoofdmenu,
Focusing
▸
kiezen
Focus Mode
▸
Gewenste instelling kiezen
(
,
,
Intelligent AF
AFs
AFc
INTELLIGENT AF
Geschikt voor alle onderwerpen. De camera kiest automatisch tus-
sen AFs en AFc.
AFs (single)
Geschikt voor onderwerpen zonder of met slechts zeer geringe
beweging. De afstandsinstelling wordt slechts eenmaal verricht en
blijft dan opgeslagen, zolang de ontspanner aan het drukpunt wordt
gehouden. Dat geld ook als het AF-meetveld op een ander onder-
werp wordt gericht.
AFc (continuous)
Geschikt voor bewegende onderwerpen. De afstandsinstelling wordt
continu aangepast aan het onderwerp in het AF-meetveld, zolang de
ontspanner aan het eerste drukpunt wordt gehouden.
FOTOGRAFEREN ▸ AFSTANDSINSTELLING (SCHERPSTELLEN)
,
en
AFs
AFc
Intelligent AF
kiezen
)
.
113