HISTOGRAM
Het histogram geeft de helderheidsverdeling van de opname weer.
Daarbij komt de horizontale as overeen met de tinten die van zwart
(links) via grijs naar wit (rechts) lopen. De verticale as komt overeen
met de hoeveelheid pixels van de desbetreffende helderheid.
Deze grafische weergave helpt bij een snelle en eenvoudige beoor-
deling van de belichtingsinstelling.
Aanwijzingen
• Het histogram is altijd gebaseerd op de weergegeven helderheid,
afhankelijk van de gebruikte instellingen kan hij de definitieve
belichting eventueel niet weergeven.
• In de opnamemodus moet het histogram worden begrepen als
'trend-indicator'.
• Het histogram kan bij de weergave van een beeld afwijken van dat
bij de opname.
• Het histogram heeft altijd betrekking op de actueel getoonde uit-
snede van de opname.
AFZONDERLIJKE FUNCTIES TIJDELIJK ACTIVEREN / DEACTIVEREN
U kunt de volgende hulpfuncties tijdelijk in- en uitschakelen:
– Focus Peaking
– Clipping
▸
De gewenste hulpfuncties aan een functieknop toewijzen
(zie pagina 71)
▸
De betreffende functieknop indrukken
• Er wordt een andere status van de hulpfunctie gekozen.
• Op de monitor verschijnt een bijbehorende aanwijzing:
Als u overschakelt naar een ander info-profiel of bij het uitschakelen
van de camera wordt de tijdelijke instelling teruggesteld.
PRAKTISCHE VOORINSTELLINGEN ▸ HULPWEERGAVEN
109