BELICHTINGSREGELING
BELICHTINGSVOORVERTONING
Bij aangetikt gehouden ontspanner toont de helderheid van het mo-
nitorbeeld de effecten van de gekozen belichtingsinstellingen. Hier-
mee is vóór de opname een beoordeling en controle van het beelde-
ffect mogelijk die optreedt bij de betreffende belichtingsinstelling.
Dit geldt zolang de helderheid van het onderwerp en de ingestelde
belichting geen te lage of hoge helderheidswaarden opleveren.
U kunt deze functie deactiveren voor de handmatige belichtingsin-
stelling (M).
Fabrieksinstelling:
P-A-S-M
▸
In het hoofdmenu,
Live View Settings
▸
kiezen
Exposure Preview
▸
(uitsluitend bij programma-, tijd- en diafragma-automaat)
P-A-S
of
(ook bij handmatige instelling) selecteren
P-A-S-M
Aanwijzingen
• Afhankelijk van de hierboven beschreven instellingen kan bij be-
paalde lichtomstandigheden de helderheid van het monitorbeeld
afwijken van de helderheid van de werkelijke opnamen. Met name
bij langdurige belichtingen van donkere onderwerpen lijkt het mo-
nitorbeeld duidelijk donkerder dan de (correct belichte) opname.
• De belichtings-voorvertoning verschijnt ook als de belichtingsme-
ting is verricht met een ander bedienelement (bijvoorbeeld met de
joystick bij functietoewijzing met
kiezen
).
AE-L
MEETWAARDEOPSLAG
Vaak worden belangrijke delen van het onderwerp om vormgevende
redenen uit het midden geplaatst en soms zijn ze lichter of donker-
der dan gemiddeld. De centrum-georiënteerde meting en de spot-
meting registreren in principe een gedeelte in het centrum van het
beeld en zijn op een gemiddelde grijswaarde geijkt.
In dergelijke gevallen is het mogelijk de meetwaardeopslag, eerst het
hoofdonderwerp te meten en de betreffende instellingen vast te hou-
den tot u definitief het beeldfragment hebt bepaald. Bij gebruik van
een autofocus-modus geldt hetzelfde voor de scherpstelling (AF-L).
Normaal gesproken worden beide opslagbewerkingen (scherpstelling
en belichting) gelijktijdig met de ontspanner gerealiseerd. U kunt de
opslagfuncties echter ook verdelen over de ontspanner en de joys-
tick, of beide door de joystick laten verrichten. De functies omvatten
altijd instelling en opslag.
FOTOGRAFEREN ▸ BELICHTING
141