Watson-Marlow 620UN, 620U, 620SN, 620S Handleiding
26.3 620RE, 620RE4 en 620R
pompcondities
Druk en viscositeit
Alle waarden in deze gebruikshandleiding met betrekking tot debieten, zijn
gemeten bij piekleidingdrukken.
Hoewel de door de fabrikant aangegeven piekdruk 4 bar bedraagt, zal deze
pomp meer dan 4 bar piekdruk genereren, als de leiding vernauwd is. Als het
belangrijk is dat een piekdruk van 4 bar niet wordt overschreden, moeten
overdrukbeveiligingen in de leiding worden gemonteerd.
Voor pomptoepassingen van 2-4 bar druk, harde Marprene/Bioprene of
standaard Sta-Pure of Chem-Sure slangelementen aanbrengen. Een "M" of "P"
in de artikelcode van het slangelement geeft aan dat het geschikt is voor een
hogere druktoepassing.
Voor pomptoepassingen van 0-2 bar druk, slangen met standaard hardheid of
de standaard reeks continue pompslangen gebruiken.
Visceuze producten kunt u het beste verpompen door harde Maprene/Bioprene
of StaPure slangelementen in de pompkop te gebruiken.
Zorg ervoor dat ten minste 1 m flexible slang met gladde binnenwand is
aangesloten op de inlaat- en uitlaatpoort van de pompkop. Dit zal impulsverliezen
en pulsaties in de leiding tot een minimum beperken. Dit is met name belangrijk
bij visceuze vloeistoffen en bij de aansluiting op vast leidingwerk.
26.4 620RE, 620RE4 en 620R
pompinstallatie
Een correct gemonteerde installatie bevordert een zo lang mogelijke standtijd van
de slang, gelieve er dan ook voor te zorgen dat de volgende richtlijnen in acht
worden genomen:
Vermijd nauwe slangverloopstukken, slangvernauwingen en slangen met een
kleinere binnendiameter dan de slang in het pompkopgedeelte; dit geldt met
name voor de zuigzijde.
Zorg ervoor dat de aansluitleidingen en koppelingen sterk genoeg zijn om de
voorspelde leidingdruk te kunnen weerstaan.
Wanneer vast leidingwerk in de nabijheid van de pompkop komt, zal een
verwijderbaar leidingdeel vervanging van de slang vereenvoudigen.
Zorg er voor dat de drain-plug in positie is wanneer de afvoerpoort niet in
gebruik is. Zie onder.
Het wordt aangeraden om afvoerleidingen te gebruiken bij het pompen van
gevaarlijke, aggressieve of schurende vloeistoffen of producten die verharden
bij contact met de lucht.
Sluit het afvoerleidingwerk aan op de afvoerpoort m.b.v. de geleverde
koppelingadapter.
Druk de drain-plug uit. Breng de afvoerfitting met schroefdraad aan. Zet de
fitting vast met de bijgeleverde borgmoer. Volledig met de hand vastdraaien.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is onder de pompkop. Het
afvoerleidingwerk moet aflopen naar een geschikte container of afvoer.
De beschrijving van de installatieprocedure voor de lekdetector wordt met de
lekdetector meegeleverd.
Indien u niet zeker bent van de installatie, neem dan contact op met
Watson-Marlow.
77