Watson-Marlow 620UN, 620U, 620SN, 620S Handleiding
20.3 Toerental: Analoge input
Het toerental van de pomp kan op afstand worden bediend
m.b.v. een van deze methodes: een analoog spannings -
signaal in het bereik 0-10 V of 1-5 V; of een analoog
stroomsignaal in het bereik 4-20 mA; of een externe
potentiometer met behulp van de 10 V toevoer op J7.
Het analoge processignaal moet worden aangesloten op de
i/p-klem van de Analoog 1-connector (J5). Aarding op de
0 V-klem van dezelfde connector. De pomp zal reageren
met een toename van het debiet bij een toenemend
stuursignaal (niet-omgekeerde respons) of een toename
van het debiet bij een dalend stuursignaal (omgekeerde
respons). Zie 16.2 Analoog in het Setup-menu.
4-20 mA circuitimpedantie: 250 Ω.
Bij spanningsmodi kan een stabiele, betrouwbare spanningsbron met een
gelijkspanningsmeter worden gebruikt. Circuitimpedantie: 22 kΩ.
Omkering van de respons wordt in de software ingesteld. Keer de polariteit van de
klemmen niet om.
gebruik van een externe potentiometer, sluit dan geen
spannings- of stroomstuursignaal tegelijkertijd aan. Het
toerentalstuursignaal
afhankelijk van de minimum- en maximuminstellingen van de
potentiometer. Dit vindt softwarematig plaats. Zie 16.1
Trimmen in het Setup-menu.
Bij gebruik van een externe potentiometer, is het belangrijk dat de analoge input in het
Setup-menu op Spanning wordt ingesteld. Anders zal de referentie-spanningstoevoer
van de Rem-pot-connector worden overbelast en niet de volle 5 V of 10 V leveren.
Een externe potentiometer met
een nominale waarde tussen 1 k en
2 k met een minimum van 0,25 W
moet worden aangesloten tussen
de klemmen van de Rem-pot-
connector (J7) en de i/p-klem van
de Analoog 1-connector (J5). Bij
zal
moeten
worden
gekalibreerd
55