U kunt de snelheid waarmee wordt scherpgesteld omschakelen wanneer u tijdens het
opnemen van bewegende beelden gebruik maakt van automatische scherpstelling.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Snel:
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op snel. Deze functie is geschikt voor het opnemen van
actiescènes, zoals bij sport.
Normaal (standaardinstelling):
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op normaal.
Langzaam:
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op langzaam. Met deze functie verandert de scherpstelling
soepel wanneer het onderwerp waarop moet worden scherpgesteld wordt veranderd. Deze
functie is handig voor het opnemen van indrukwekkende beelden.
[74] Hoe te gebruiken
Duur AF-volgen (bewegende beelden)
Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u de duur van AF-volgen instellen.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Hoog:
Stelt de AF-volgduur in op hoog. Deze functie is handig bij het opnemen van bewegende
beelden waarbij het onderwerp snel beweegt.
Normaal (standaardinstelling):
Stelt de AF-volgduur in op normaal. Deze functie is handig wanneer u een bepaald
onderwerp scherpgesteld wilt houden terwijl er enkele obstakels voor het onderwerp staan,
of op drukbezochte plaatsen.
[75] Hoe te gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
AF-snelheid] → gewenste instelling.
Scherpstellen
Duur AF-volgen] → gewenste instelling.
Scherpstellen