Als een filter of lenskap wordt gebruikt, neem deze dan van de lens en maak de opname
opnieuw. Door de dikte van het filter en een onjuiste bevestiging van de lenskap kan het
filter of de lenskap gedeeltelijk zichtbaar zijn in het beeld. De optische eigenschappen van
bepaalde lenzen kunnen ertoe leiden dat de rand van het beeld te donker lijkt
(onvoldoende licht). U kunt dit verschijnsel corrigeren met [Schaduwcompensat.].
[271] Probleemoplossing
opnemen
Het beeld is wazig.
Zorg ervoor dat [SteadyShot] is ingesteld op [Aan].
Het beeld werd opgenomen op een donkere locatie zonder gebruik te maken van de
flitser, waardoor camerabewegingen werden veroorzaakt. Het gebruik van een statief of
de flitser wordt aanbevolen. [Schemeropn. hand] en [Antibewegingswaas] in
[Scènekeuze] zijn ook effectief bij het verminderen van wazige beelden.
[272] Probleemoplossing
opnemen
Het LCD-scherm wordt donkerder nadat een korte
tijdsduur is verstreken.
Als het apparaat gedurende een bepaalde tijdsduur niet wordt bediend, wordt het
apparaat in de stroombesparingsstand gezet. Het apparaat verlaat de
stroombesparingsstand wanneer u bedieningen uitvoert zoals de ontspanknop tot
halverwege indrukken.
[273] Probleemoplossing
opnemen
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is
opgeladen.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden