(1) Optische-zoombereik
Zoomt de beelden binnen het zoombereik van een lens.
Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, wordt de zoombalk van het optische-
zoombereik afgebeeld.
Als een andere lens dan een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, wordt de zoombalk
van het optische-zoombereik niet afgebeeld.
(2) Slimme-zoombereik (
Zoomt beelden zonder dat de oorspronkelijke kwaliteit verslechtert door een beeld
gedeeltelijk af te snijden (alleen wanneer het beeldformaat [M] of [S]).
(3) Helder-Beeld-Zoom-bereik (
Zoomt beelden met behulp van beeldbewerking met minder vervorming. Stel [Zoom-
instelling] eerst in op [Aan:HelderBldZoom] of [Aan: Digitale zoom].
(4) Digitale-zoombereik (
U kunt beelden vergroten met behulp van beeldbewerking. Als u [Aan: Digitale zoom]
selecteert voor [Zoom-instelling], kunt u deze zoomfunctie gebruiken.
Opmerking
De standaardinstelling voor [
kunnen gebruiken, stelt u [
De zoomfuncties, behalve de optische-zoomfunctie, zijn niet beschikbaar bij opnemen in
de volgende situaties:
[Panorama d. beweg.]
[Lach-/Gezichtsherk.] is ingesteld op [Lach-sluiter]
[
Kwaliteit] is ingesteld op [RAW] of [RAW en JPEG]
U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken met bewegende beelden.
Wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoom, ligt [Lichtmeetfunctie]
vast op [Multi].
Wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoom, zijn de volgende
functies niet beschikbaar:
[Gezichtsherkenning]
[AF-vergrendeling]
[
Autom. kadreren]
[43] Hoe te gebruiken
Zoom-instelling
U kunt de zoominstelling van het apparaat selecteren.
)
)
)
Beeldformaat] is [L]. Om de slimme-zoomfunctie te
Beeldformaat] in op [M] of [S].
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken