[139] Hoe te gebruiken
aanraakscherm
Scherpstellen met behulp van aanraakbediening
(Aanraakscherpstell.) (bewegende beelden)
Het apparaat stelt automatisch scherp op het onderwerp dat u aanraakt op de monitor
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Het aangeraakte onderwerp volgen en erop scherpstellen (AF-
vergrendeling)
Het apparaat volgt continu een opgegeven bewegend onderwerp.
1. MENU →
(standaardinstelling)
2. Raak het gewenste gebied aan om [AF-vergrendeling] te starten vóór/tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
3. Om [AF-vergrendeling] te annuleren, raakt u het pictogram
Scherpstellen op het aangeraakte onderwerp (spot-
scherpstelling)
Het apparaat stelt automatisch scherp op het onderwerp dat u aanraakt op de monitor. De
[Scherpstelfunctie] schakelt automatisch om naar [H. scherpst.].
1. MENU →
2. Raak vóór/tijdens het opnemen van bewegende beelden het onderwerp aan waarop u
wilt scherpstellen.
3. Om de spot-scherpstelling te annuleren, raakt u het pictogram
Een vergrote weergave van het aangeraakte onderwerp
weergeven (Scherpst. vergroten)
U kunt een vergrote weergave bekijken om handmatig scherp te stellen.
1. MENU →
2. Raak het punt aan waarop u wilt scherpstellen.
3. Stel de scherpstelling in door de scherpstelring te draaien.
Hint
Om de vergrote weergave te annuleren, drukt u licht op de ontspanknop.
Opmerking
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Aan]
(Camera- instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Uit]
(Camera- instellingen) → [Scherpstelfunctie] → [H. scherpst.]
Opnemen met het
aan.
aan.