Dit apparaat is uitgerust met een aanraakscherm. Door de monitor aan te raken kunt u
stilstaande beelden opnemen (Aanraaksluiter) of scherpstellen op het onderwerp
(Aanraakscherpstell.). U kunt ook de functie [Aanraaksluiter] gebruiken voor [Zelfportr./-
ontspan.]-opnamen.
Het aanraakscherm in- en uitschakelen
U kunt instellen of u het apparaat wilt gebruiken met behulp van het aanraakscherm.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Aan (standaardinstelling):
Het aanraakscherm is ingeschakeld.
Uit:
Het aanraakscherm is uitgeschakeld.
[25] Hoe te gebruiken
controleren
MENU-onderdelen gebruiken
In dit gedeelte leert u hoe u instellingen kunt veranderen die betrekking hebben op alle
camerabedieningen en de camerafuncties kunt uitvoeren, waaronder opnemen, weergeven,
en bedieningsmethoden.
1. Druk op de MENU-knop om het menuscherm af te beelden.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van de boven-/onder-/rechter-
/linkerkant van het besturingswiel of door het besturingswiel te draaien en druk daarna
(Instellingen) → [Aanraakfunctie] → gewenste instelling.
De bedieningsmethode controleren
De bedieningsmethode