Wanneer er scherpstellingsvlak-fasedetectie AF-punten binnen het gebied van de
automatische scherpstelling liggen, gebruikt het apparaat de gecombineerde automatische
scherpstelling van de scherpstellingsvlak-fasedetectie AF en contrast-AF.
Opmerking
Wanneer de diafragmawaarde is ingesteld op F13 of hoger, kunt u de scherpstellingsvlak-
fasedetectie AF niet gebruiken. Alleen contrast AF is beschikbaar.
Scherpstellingsvlak-fasedetectie AF is alleen beschikbaar wanneer een geschikte lens is
bevestigd. Als u een lens gebruikt die scherpstellingsvlak-fasedetectie AF niet
ondersteunt, kunt u [Automatische AF], [
gebruiken.
Bovendien, zelfs wanneer u een eerder aangeschafte, geschikte lens gebruikt, werkt de
scherpstellingsvlak-fasedetectie AF mogelijk niet als u de lens niet updatet.
Wanneer u een lens met een A-vatting (los verkrijgbaar) bevestigt met de vattingadapter
(los verkrijgbaar), kunt u de scherpstellingsvlak-fasedetectie AF van dit apparaat niet
gebruiken.
[57] Hoe te gebruiken
Centr. AF-vergrend.
Wanneer u op de middenknop drukt, detecteert de camera het onderwerp dat zich in het
midden van het scherm bevindt, waarna de camera dat onderwerp blijft volgen.
1. MENU →
2. Plaats het doelframe (A) rond het onderwerp en druk op
besturingswiel. Om het volgen te stoppen, selecteert u MENU →
instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Uit].
3. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Aan]
Duur AF-volgen] of [
Scherpstellen
in het midden van het
AF-snelheid] niet
(Camera-