Opmerking
[Centr. AF-vergrend.] werkt mogelijk niet erg goed in de volgende situaties:
Het onderwerp beweegt te snel.
Het onderwerp is te klein of te groot.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het is donker.
Het omgevingslicht verandert.
AF-vergrendeling werkt niet in de volgende situaties:
In de functie [Panorama d. beweg.]
Wanneer [Scènekeuze] is ingesteld op [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas].
Tijdens opnemen in de handmatige scherpstellingsfunctie
Tijdens gebruik van de digitale zoom
Wanneer het te volgen onderwerp uit het scherm verdwijnt wordt de AF-vergrendeling
vrijgegeven.
Wanneer [Centr. AF-vergrend.] is ingesteld op [Aan], is de camera mogelijk enige tijd niet
in staat om het volgen te hervatten nadat de camera het onderwerp is kwijtgeraakt.
[58] Hoe te gebruiken
Scherpstelvergrendeling
Neemt beelden op met de scherpstelling vergrendeld op het gewenste onderwerp in de
automatische scherpstellingsfunctie.
1. MENU →
2. Plaats het onderwerp binnen het AF-gebied en druk de ontspanknop tot halverwege in.
De scherpstelling is vergrendeld.
3. Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt en plaats het onderwerp terug op de
oorspronkelijke plaats om het beeld opnieuw samen te stellen.
4. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
[59] Hoe te gebruiken
H. scherpst.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Scherpstelfunctie] → [Enkelvoudige AF].
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen
Scherpstellen