Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resetten Naar Standaard Fabrieksinstellingen; Vergrendelingscombinaties En Alarmbevestiging; Alarmconfiguratie - Dräger PointGard 2000 Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Instrumentinstellingen
Bump test
Met de bumptest wordt gas toegepast op de
sensor zonder een alarm te genereren. Het
onderhoudssignaal wordt overgedragen.
Na 15 minuten, of nadat u opnieuw op [OK]
heeft getikt, wordt de bumptest beëindigd
en keert het instrument terug naar normaal
gebruik.
Sensor vita-
Toont de resterende sensorvitaliteit.
1)
lity
1) Alleen met diagnostiscs dongle
11.5 Resetten naar standaard
fabrieksinstellingen
Deze functie zet het apparaat terug naar de
fabrieksinstellingen.
1. Selecteer Settings > Instrument > Device init en
bevestig.
2. Selecteer Confirm en bevestig met [OK].
11.6 Vergrendelingscombinaties en
alarmbevestiging
De volgende voorbeelden geven een overzicht van relais-
bevestigingscombinaties.
Vergrendelend
(Handmatige relais-
reset)
Bevestigbaar
Relais-reset is te allen tijde mogelijk.
Niet-bevestig-
Relais-reset is niet mogelijk voordat de
baar
alarmvoorwaarde is verwijderd.
Vooraf-beves-
Alarmbevestiging is mogelijk voordat de
tigbaar
alarmvoorwaarde is verwijderd. Het relais
wordt automatisch gereset nadat de alarm-
voorwaarde is verwijderd.
Vergrendelende en niet-vergrendelende signalen hebben
geen tijdsbegrenzing. Vergrendelende signalen blijven actief
totdat ze zijn bevestigd. Niet-vergrendelende signalen
stoppen zodra de triggervoorwaarde is verwijderd.
11.7 Relais
Wanneer de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt,
en tijdens normaal gebruik, zijn de relais van stroom voorzien.
Dit leidt tot een "faalveilig" gebruik.
Bij PointGard instrumenten mag de instelling Normally
energ. niet worden gewijzigd in Energ. on alarm, anders
worden de ingebouwde alarmgevers (claxon en
knipperlampen) geactiveerd!
22
11.7.1 Relais A1 of A2 configureren
Deze functie definieert, of het alarmrelais tijdens normaal
gebruik van spanning wordt voorzien of tijdens een
alarmconditie van spanning wordt voorzien.
1. Selecteer Settings > Instrument > Alarm > Relay A1 of
2. Selecteer de gewenste optie en bevestig.
11.7.2 Instellen foutrelais opwarmen 1
Deze functie wordt gebruikt voor instelling van de werking van
het foutrelais gedurende opwarming 1 ter indicatie van de
opwarming 1 toestand op de relaisuitgang.
1. Selecteer Settings > Instrument > Alarm > Fault warm
Niet-vergrendelend
(Automatische relais-
reset nadat de
alarmvoorwaarde is
verwijderd)

11.8 Alarmconfiguratie

Alle alarminstellingen beïnvloeden de relais, de analoge
interface, en de ingebouwde alarmgevers.
11.8.1 De alarmen Aan of Uit zetten
1. Selecteer Settings > Instrument > Alarm > Alarm
Relay A2 en bevestig.
Normally
Het relaiscontact wordt tijdens normaal
energized
gebruik bekrachtigd en wijzigt, als een
alarm wordt geactiveerd. Bij stroomuitval
wordt hierdoor een alarm geactiveerd
(faalsafe).
Energ. on
Als er een alarm wordt geactiveerd, wordt
alarm
het relaiscontact bekrachtigd.
up de gewenste optie en bevestig.
static
Het foutrelais triggert permanent een aan-
gesloten alarmindicator.
De oranje LED brandt constant.
dynamic
Het foutrelais schakelt om de 9 seconden
om.
Voorbeeld:
– Een claxon is aangesloten op de foutre-
laisuitgang Normaal open.
– Relais worden geconfigureerd als nor-
maal onder spanning.
 De claxon en de oranje LED van de
transmitter zijn 1 seconde actief en 9
seconden inactief.
on/off.
Enable
Gebruiksaanwijzing
Alarmsignalering is aan.
|
Dräger PointGard 2000 Series

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pointgard 2100 ecPointgard 2100 ec remotePointgard 2200 cat remotePointgard 2200 catPointgard 27 0 ir remote seriesPointgard 2700 ir remote ... Toon alles

Inhoudsopgave