Download Print deze pagina

Gigaset N610 IP PRO Installatiehandleiding pagina 95

Advertenties

Speciale tekens
Er kan ook op vermeldingen worden gezocht die speciale tekens bevatten. Als deze tekens
binnen een attribuuttekenreeks voorkomen, gebruikt u een backslash (\) en een Hex-ASCII-code
met twee tekens:
Speciale tekens
(
)
<
>
/
\
Voorbeeld
(givenName=James \28Jim\29)
vindt elk contactpersoon waarbij de waarde van het attribuut givenName (voornaam) gelijk
is aan "James (Jim)"
Naamfilter
Met het naamfilter geeft u aan, welke attributen bij het zoeken in de LDAP-databank moeten
worden gebruikt.
Voorbeelden:
(displayName=%)
(|(cn=%)(sn=%))
Tijdens het zoeken in LDAP wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters.
ASCII-code
\28
\29
\3c
\3e
\2f
\2a
Het attribuut displayName wordt voor de zoekactie gebruikt.
Het procentteken (%) wordt vervangen door de naam of gedeeltelijke
naam die door de gebruiker wordt ingevoerd.
Als de gebruiker bijvoorbeeld het teken "A" invoert, zoekt het toestel in de
LDAP-databanken naar alle vermeldingen waarin het attribuut display-
Name met "A" begint. Als u vervolgens een "b" invoert, worden vermel-
dingen gezocht waarvan de displayName met "Ab" begint.
Tijdens het zoeken worden de attributen cn of sn gebruikt.
Als de gebruiker bijvoorbeeld het teken "n" invoert, zoekt het toestel in de
LDAP-databanken naar alle vermeldingen waarin het attribuut cn of sn
met "n" begint. Als u vervolgens een "o" invoert, worden vermeldingen
gezocht waarbij cn of sn met "no" begint.
LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld
Speciale tekens
=
&
~
*
|
ASCII-code
\3d
\26
\7e
\2a
\7c
95

Advertenties

loading