Diagnose en storingen verhelpen
Diagnose
U kunt voor diagnosedoeleinden een geheugendump met verschillende inhoud aanmaken. Een
geheugendump kan software-ontwikkelaars en systeembeheerders helpen problemen die tot
systeemfouten kunnen leiden te diagnosticeren, te identificeren en op te lossen.
Status
Incidenten
Er wordt een standaardset met diagnose-informatie gedownload. U kunt bovendien de
volgende opties toevoegen:
Core dump
Ram dump
Laatste incident
sysdump
Configuratie opslaan
Schakel het selectievakje naast het dump-type in dat u wilt meenemen.
Klik op Download
worden opgeslagen. Voer een naam voor het dump-bestand in. Het bestand wordt opge-
slagen als tar-archief.
De bestandsnaam is standaard
<MAC-adres van de Integrator><Firmwareversie><Exportdatum>_diagnostics.tar
82
Diagnostiek
Voegt de core-dump van een gecrashte toepassing toe, indien
beschikbaar.
Voegt de RAM-dump van een gecrashte CCS toe, indien beschikbaar.
(CSS = co-processor voor DECT- en Media-Real-time-processing)
Core-dump en CSS-RAM-dump kunnen op een later tijdstip door
servicetechnici worden gebruikt voor het opsporen van fouten.
Aangezien de bestanden meerdere MB's groot zijn, kunnen vanwege
de beperkte totale grootte voor systeem-dumps eventueel niet alle
gegevens worden verzameld. Gebruik deze opties daarom zorgvuldig.
Dump van het laatste incident. Bevat alleen het deel van het systeem-
geheugen dat het laatste incident bevat.
Als de optie ingeschakeld is, bevat het diagnosebestand de volledige
back-up (standaard). Een volledige back-up versnelt het oplossen van
problemen omdat alle instellingen zijn opgenomen.
De optie kan worden uitgeschakeld als de cliënt een dergelijke back-
up om redenen van vertrouwelijkheid niet wil invoegen. In dat geval
moet het vinkje worden verwijderd telkens wanneer een diagnosebe-
stand wordt aangemaakt.
Selecteer in het dialoogveld de locatie waar het dump-bestand moet