VLAN
U hoeft in dit onderdeel alleen gegevens in te voeren als u uw telefoonsysteem aansluit op een
lokaal netwerk dat in virtuele deelnetwerken is onderverdeeld (VLAN - Virtual Local Area
Network). In een tagged VLAN worden gegevenspakketten via tags (markeringen) toegewezen
aan de afzonderlijke deelwerken, die onder andere bestaan uit een VLAN-code en de VLAN-prio-
riteit.
U moet de VLAN-code en de VLAN-prioriteit opslaan in de configuratie van het telefoonsysteem.
Deze gegevens ontvangt u van uw VLAN-provider.
VLAN-tagging
Schakel het selectievakje naast VLAN-tagging in als het telefoonsysteem VLAN-tagging
moet gebruiken.
VLAN-ID
Voer de VLAN-code in die het deelnetwerk eenduidig identificeert. Waardenbereik: 1–4094.
VLAN-prioriteit
Met de VLAN-prioriteit kan bijv. prioriteit worden gegeven aan de overdracht van spraakgege-
vens.
Selecteer in het optiemenu de prioriteit voor de gegevens van het telefoonsysteem.
Waardenbereik: 0–7 (0 = laagste, 7 = hoogste prioriteit; Standaardinstelling = 6)
Let er op, dat de gegevens in VLAN-ID resp. VLAN-prioriteit juist zijn ingevoerd.
Foutieve instellingen kunnen tot problemen leiden als het toestel voor configuratie-
doeleinden wordt aangesloten.
Zo nodig moet u met de toesteltoets een hardware-reset uitvoeren (
Hierbij gaan alle instellingen verloren.
Netwerkbeheer
pag. 13).
23