SIP-serverpoort
Voer de communicatiepoort in die bij de failover-registrar-server wordt gebruikt.
Bereik: 1-65535; standaardinstelling: 5060 (voor UDP/TCP), 5061 (voor TLS)
Netwerkgegevens van de provider
Uitgaande-proxymode
Met N610 IP PRO is de configuratie van een outbound-proxy mogelijk. Bij inschakelen stuurt het
systeem ongeacht alle andere SIP-protocolregels (Altijd) altijd alle uitgaande aanvragen naar
deze outbound-proxy. Dit kan een outbound-proxy in het lokale netwerk zijn die door de lokale
netwerkexploitant ter beschikking wordt gesteld of een outbound-proxy in het openbare
netwerk die door de netwerk-/VoIP-provider ter beschikking wordt gesteld.
Hier geeft u aan, wanneer de outbound-proxy moet worden gebruikt.
Altijd:
Alle door het systeem verzonden signalerings- en spraakgegevens worden naar de
outbound-proxy verzonden.
Nooit:
De outbound-proxy wordt niet gebruikt.
Als de overige outbound-proxy-configuratie overeenkomt met de proxy- en registrar-configu-
ratie, is deze onnodig en wordt genegeerd.
De door een SIP-toestel ontvangen DHCP-optie 120 "sip server" stelt intern het adres
van de outbound-proxy en poortinstelling buiten werking. De Uitgaande-proxy-
mode wordt nog steeds en uitsluitend door de lokale toestelbeheerder bepaald.
Door Uitgaande-proxymode in te stellen op Nooit kunt u verhinderen dat het DECT-
VoIP-toestel de DHCP-optie 120 gebruikt. Om het gebruik van DHCP-optie 120 toe te
staan, moet u voor Uitgaande-proxymode de optie Altijd selecteren.
Adres van uitgaande server
Dit is het adres waarnaar het toestel alle SIP-aanvragen moet sturen en waarvan het (na een
gelukte registratie) aanvragen verwacht.
Voer de (volledige) DNS-naam resp. het IP-adres van de outbound-proxy van uw provider in.
Voorbeeld: 10.100.0.45 of sip.domain.net of sipproxy01.domain.net
Als het veld leeg blijft Adres van uitgaande server, functioneert het systeem onafhankelijk van
de geselecteerde modus, zoals bij Uitgaande-proxymode = Nooit.
Uitgaande-proxypoort
Dit is het poortnummer van de outbound-proxy waarnaar het toestel alle SIP-aanvragen moet
sturen en waarvan het (na een gelukte registratie) aanvragen verwacht.
Voer de communicatiepoort in die door de outbound-proxy wordt gebruikt.
Bereik: 1-65535; standaardinstelling: 5060 (voor UDP/TCP), 5061 (voor TLS)
Uitgaande-proxypoort is leeg en Adres van uitgaande server is een naam:
Om SIP-server te lokaliseren en te selecteren voor volumeverdeling en redundantie, worden
RFC3263-regels toegepast.
Uitgaande-proxypoort is een vast nummer:
Het gebruik van DNS-SRV-aanvragen volgens RFC3263 wordt geblokkeerd.
Profielen voor providers en telefooncentrales
27