Advertenties
Diagnose en storingen verhelpen
Systeemprotocol en SNMP-Manager
In het systeemlogboek (SysLog) wordt informatie over geselecteerde processen van het tele-
foonsysteem tijdens het gebruik verzameld en doorgestuurd naar de geconfigureerde SysLog-
server.
Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking.
Instellingen
Systeem
Syslog activeren
Schakel het selectievakje in/uit om de logfunctie in of uit te schakelen.
Server URL
Voer het IP-adres of de volledige DNS-naam van uw SysLog-server in. Waarde:
max. 240 tekens
Serverpoort
Voer het poortnummer in waarmee de SysLog-server inkomende aanvragen verwacht.
Bereik: 1-65535; standaardinstelling: 514
Transport protocol
Selecteer het transportprotocol dat voor de communicatie met de syslog-server moet
worden gebruikt.
Registratieniveau
Schakel het selectievakje in of uit naast de loginformatie die in het systeemlog moet worden
opgenomen resp. die niet moet worden opgenomen.
De knop Gebruiken op alle DECT-managers is voor single-cell- en kleine multi-cellsystemen
niet relevant.
SNMP-statistiek
SNMP (Simple Network Management Protocol) is een gangbaar protocol voor de bewaking en
besturing van netwerkapparatuur. Om beheer- en statistische gegevens over gebeurtenissen bij
de basisstations te verzamelen die door een SNMP-Manager moeten worden verwerkt, moet u
de adres- en authenticatie-informatie van de SNMP-serverconfiguratie invoeren. SNMPv3 wordt
ondersteund, waarbij de communicatie plaatsvindt met authenticatie en gegevensbescher-
ming.
Voer in het veld Adres van SNMP-manager het IP-adres van de SNMP-Manager-server in en
in het veld Poort voor SNMP-beheer het poortnummer dat door de SNMP-Manager wordt
gebruikt. Standaardinstelling: 162
Voor toegang tot de SNMP-databank is authenticatie vereist.
Voer de SNMP-gebruikersnaam en het SNMP-wachtwoord in.
De knop Gebruiken op alle DECT-managers is voor single-cell- en kleine multi-cellsystemen
niet relevant.
80
Systeemlogboek
Advertenties
