9
Inbouwapparatuur
9.4.1
9.4.2
Inschakelen:
Uitschakelen:
106
Modeluitvoeringen met gasafvoerschoorsteen aan de
rechter voertuigkant
Als de voortent is opgebouwd en de boiler in gasgebruik is ingeschakeld,
kunnen de afvoergassen van de boiler zich ophopen in de ruimte van de
voortent. Verstikkingsgevaar! Zorgen voor een toereikende ventilatie.
Verwarmingsketel
In de koudwaterleiding tussen verwarmingsketel en waterpomp geen
terugslagventiel inbouwen.
Bij het aansluiten op een centrale watervoorziening of bij sterkere pompen
een drukregelaar gebruiken. De verwarmingsketel is alleen voor een druk
tot max. 1,2 bar ontworpen. Extra een veiligheids-/aftapventiel in de koud-
waterleidingen inbouwen.
Het water uit de verwarmingsketel niet als drinkwater gebruiken.
Afb. 129 Bedieningsschakelaar voor
verwarmingsketel
De verwarmingsketel kan naar believen werken op de 230-V-voorziening
(elektrisch gebruik), met warme lucht van het verwarmingsysteem of met
beide energiesoorten. De verwarmingsketel verhit ca. 5 l water tot ca. 65 °C.
Met de bedieningsschakelaar (Afb. 129) wordt het elektrisch gebruik inge-
schakeld. Het controlelicht (Afb. 129,1) in de schakelaar moet branden.
Bij een werking op warme lucht wordt het water in de verwarmingsketel door
de verwarming en circulatielucht verwarmd.
Al naargelang het model is het voertuig voorzien van een of twee aftapkranen
voor de verwarmingsketel.
Het voertuig op de externe 230-V-voorziening aansluiten en de
230-V-beveiligingsautomaat inschakelen.
Bedieningsschakelaar (Afb. 129) inschakelen. Controlelicht (Afb. 129,1) in
de schakelaar brandt. Het water in de verwarmingsketel wordt verhit tot
65 °C.
Bedieningsschakelaar (Afb. 129) uitschakelen. Controlelicht (Afb. 129,1) in
de schakelaar gaat uit.
Belcanto/Trecento - 09/10 - Ausgabe 09/09 - 1865263 - BUE-0015-04NL