10/12/14 14:43:29 39ZY9610_078
STARTEN VAN DE MOTOR
De startmotor trekt een grote
hoeveelheid stroom. Bedien de
startmotor daarom niet langer dan 5
s achter elkaar. Als de motor niet
aanslaat binnen 5 seconden, laat
dan de schakelaar los en wacht
minstens 10 seconden voordat de
startmotor opnieuw in werking
wordt gezet.
Zet het contactslot niet in stand
START terwijl de motor draait.
Het ''Neutraalstartsysteem'' voorkomt
dat de motor kan aanslaan als de
bedieningshendel niet in stand N
(neutraal) staat, zelfs al wordt de motor
rondgedraaid door de startmotor.
Als er twee buitenboordmotoren zijn
geplaatst, voer de bovenstaande
procedure dan achtereenvolgens uit
voor de rechter en de linker motor.
78
CONTROLEOPENING KOELWATER
KOELWATERINLAAT (beide zijden)
4.
Controleer na het starten of er
koelwater uit de controleopening
stroomt. De hoeveelheid water die
uit de controleopening stroomt kan
variëren door de werking van de
thermostaat, maar dit is normaal.
Zet de motor stil als er geen water uit
stroomt of als er stoom uit komt.
Controleer of de zeef in de
koelwaterinlaat verstopt zit en
verwijder de vervuiling indien
aanwezig. Controleer de
controleopening van het koelwater op
verstopping. Als er nog steeds geen
water uit stroomt, laat uw
buitenboordmotor dan controleren
door uw officiële Honda
buitenboordmotoren-dealer. Gebruik
de buitenboordmotor niet zolang het
probleem niet verholpen is.