10/12/14 14:42:25 39ZY9610_072
STARTEN VAN DE MOTOR
NORMAAL: AAN
NIET NORMAAL: UIT
CONTROLELAMPJE
OLIEDRUK
6.
Controleer of het controlelampje
oliedruk aangaat.
Als de motor niet aanslaat, stop dan
en voer de volgende controles uit.
1)
Controleer het motorolieniveau
(zie blz.
56
).
2)
Als het oliepeil normaal is en het
controlelampje oliedruk gaat niet
aan, neem dan contact op met
een officiële Honda
buitenboordmotor-dealer.
72
7.
Laat de motor als volgt op
bedrijfstemperatuur komen:
Laat bij temperaturen hoger dan 5°C
−
de motor gedurende tenminste 3
minuten draaien.
Laat bij temperaturen lager dan 5°C
−
de motor gedurende tenminste 5
minuten met ongeveer 2.000 min
(omw/min) draaien.
Als de motor niet goed op
bedrijfstemperatuur wordt gebracht,
zal de motor niet optimaal presteren.
Als de motor niet op temperatuur is
als het motortoerental verhoogd
wordt, kunnen de
waarschuwingszoemer en het
waarschuwingslampje oververhitting
geactiveerd worden en zal het
toerental automatisch verlaagd
worden.
Controleer voordat u de haven verlaat
de werking van de
dodemansschakelaar.
Starten van de motor (type R)
(Type R1)
MOTORSTOPSCHAKELAAR
STOP
DODEMANSKOORD
CLIP DODEMANSSCHAKELAAR
Uitlaatgassen bevatten het giftige
koolmonoxide.
Start de motor niet in een slecht
geventileerde ruimte zoals een
boothuis.
Voorkom beschadiging van de
buitenboordmotor door oververhitting
en laat de motor nooit draaien als de
schroef zich niet in het water bevindt.