INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
3.2.8
Debietmeter parameters configuratie
(accessoire)
Kies de Debietmeter moet worden geïnstalleerd volgens de ΔT
van werking van de thermische module.
50
70
∆T = 20°C
DN 15
DN 20
∆T = 15°C
DN 20
DN 20
∆T = 10°C
DN 20
DN 25
Na het installeren van het debietmeteraccessoire volgens de ge-
geven instructies, stelt u de volgende parameters in:
Par. Nr.
Beschrijving
117
Progr. ing. 2.
Par. Nr.
DN 15
DN 20
HUBA
HUBA
129
DN15
DN20
130
-
-
140
5(*)
7(*)
3.2.9
Configuratie debietregelaar
Nadat u de debietregelaar aangesloten heeft op de klemmen
21-22 van het klemmenbord MO1, stel de parameter 117 = 4 (de-
bietregelaar verwarming) in.
3.3
Controles tijdens en na de eerste
inbedrijfstelling
Na het starten moet een controle worden uitgevoerd waarbij
de thermische module wordt uitgeschakeld en vervolgens terug
wordt ingeschakeld op de volgende manier:
− Stel de werkmodus van de thermische module bij ver-
warming in op 0 (Par. 1) en sluit de TA-ingang om een
verzoek om warmte te genereren
− Verhoog indien nodig de waarde van het (Gecentraliseer-
de verwarm. → Setp. Verwarming)
Menu
"
"
Centrale Verwarming
"
"
Warmwater Bereiding
"
"
Informatie
"
"
Instellingen
"
"
− Controleer of de circulatiepomp vrij draait, aangezien,
vooral na lange periodes van ongebruik, aanslag en/of
resten de vrije draaibeweging kunnen verhinderen;
TAU Unit
100
115
DN 20
DN 25
DN 25
DN 25
DN 25
DN 25
DN 32
DN 32
DN 32
Parameterinstelling
3 = Verwarmingsstroommeter
DN 25
DN 32
HUBA
BITRON
DN25
-
0,6
11(*)
16(*)
l/min
A
Eventuele ontgrendeling van de circulatiepompas
− steek een schroevendraaier in de opening (A) van de cir-
culatiepomp.
− druk op de schroevendraaier en draai eraan tot de moto-
ras ontgrendeld wordt.
9
Ga voorzichtig te werk om te vermijden dat de onderdelen
140
beschadigd raken.
− Zorg ervoor dat de thermische module volledig is uitge-
schakeld door het verzoek om warmte te annuleren door
het "TA"-contact te openen (OFF).
− Controleer de volledige uitschakeling van de thermische
module, door de hoofdschakelaar van het apparaat en
de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" te plaat-
sen.
UM
Als aan alle voorwaarden voldaan is, maak dan contact tussen
de thermische module en het stroomnet door de hoofdscha-
kelaar van de installatie en die van het apparaat op "ingescha-
keld" te zetten en voer een analyse uit van de verbrandingspro-
ducten (zie paragraaf "Aanpassingen").
CONTROLE VAN DE DRUK VAN HET VOEDINGSGAS
− Zet de algemene schakelaar van de installatie op "uit"
− Verwijder de spanschroeven en verwijder het voorpaneel
van het paneelwerk
− Draai de schroef van het drukafnamepunt (1) vóór het
gasventiel met ongeveer twee omwentelingen los en
sluit een manometer aan
64
1
1