Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemparameters Schema 3 - Riello TAU Unit 50 Gebruikers- En Installateursinstructie

Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.8

Systeemparameters Schema 3

9
Zie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling en onderhoud" voor een
uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters
MANAGING
Functies:
− Leest de systeemsensor (SS)
− Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings-
groep
− Controleer de circulatiepomp van het warm watercircuit
(PB)
− Leest de boilersensor (SB)
− Bestuurt via bus de besturing van de zonebesurings-
inrichting (ZM) van de gemengde zone 3. Er kunnen tot
max. 16 inrichtingen bestuurd worden.
Configuratie parameters programmeerbare uitgangen en in-
gangen (*)
(Als Par. 97 = 21-22-23-24-25 - Stand alone-configuratie)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
8 = Magneetklep LPG
125
Uitg. Prog. 1
187
Uitg. Prog. 5
Hoofdcirculatiepomp
128
Uitg. Prog. 4
circulatiepomp (P1)
3 = Systeemsensor
122
Progr. ing. 7
(gebruikt als
cascadesensor SC)
188
Progr. ing. 9
2 = Zonesensor (S1)
(*)
Het is verboden de fabrieksinstelling van parameter 97
te wijzigen
(**)
Als alternatief voor het elektromagnetisch gasventiel
voor VLPG-brandstof
Configuratie parameters voor kit INAIL (***)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
123
Progr. ing. 8
2 = Drukregelaar water M01
117
Progr. ing. 2
Verwarmingsstroommeter
(***)
Een kit INAIL is verplicht voor elke verwarmingsmodule
Klemmen Nr.
M02
16-17-18
(VLPG)
1 =
M02
9-10-11
(PC)
16 = Zone-
M02
12-13-14
M01
M01
Klemmen Nr.
27-28
3 =
M01
21-22-23
Configuratie
S1 = OFF (niet gebruikt)
(189) Burner Address = Managing
Configuratie parameters verwarmingsketel
Par.
Beschrijving
Nr.
73
Adres Ketel
147
Aantal eenheden
Aantal actieve sanitaire
184
7
Hysterese Verw.
35
San. Mod.
135
Type modulerende pomp
Min. verm. modulerende
136
140
Min. Verm.
Configuratie cascadeparameters
Par.
Beschrijving
Nr.
9-10
148
Cascademodus
13-14
152
Min. Vermogen Mod. 2
153
Hyst. Vermogen Mod. 2
84
Interval Rotatie
74
Setpoint noodmodus
107
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE
Parameterinstelling
- Managing (als de
cascadesensor SC wordt
- Stand-Alone (als de
cascadesensor SC niet
wordt gebruikt)
Stel het totale aantal
eenheden in cascade in
0...8 (Aantal actieve
modules voor de productie
modules
1 = Boiler met sonde
2 = Boiler met thermostaat
2 = Grundfos (afhankelijk
van de behoeften)
Fixed 90% (afhankelijk van
pomp
de behoeften)
Parameterinstelling
2 = Max. aantal branders
3 = Min. aantal branders
50 (afhankelijk van de
gebruikt)
(van 2 tot 8)
van SWW)
7°C
Kies uit:
5 l/min
Kies uit:
4%
40%
5 dagen
behoeften)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tau unit 70Tau unit 100Tau unit 115Tau unit 140

Inhoudsopgave