Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemparameters Schema 4 - Riello TAU Unit 50 Gebruikers- En Installateursinstructie

Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.11

Systeemparameters Schema 4

9
Zie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling en onderhoud" voor een
uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters
MANAGING
Functies:
− Leest de systeemsensor (SS)
− Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep
− Bedient de systeemcirculatiepomp (PS)
− Bedient de warm-watercirculatiepomp (PB) als alterna-
tief voor de magneetklep LPG (VLPG)
− Leest de boilersensor (SB)
− Bestuurt via bus de besturing van de zonebesurings-
inrichting (ZM) van de gemengde zone 3. Er kunnen tot
max. 16 inrichtingen bestuurd worden.
Configuratie parameters programmeerbare uitgangen en in-
gangen (*)
(Als Par. 97 = 21-22-23-24-25 - Stand alone-configuratie)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
3 = Circulatiepomp
125
Uitg. Prog. 1
187
Uitg. Prog. 5
Systeemcirculatiepomp
128
Uitg. Prog. 4
Hoofdcirculatiepomp
122
Progr. ing. 7
3 = Systeemsensor (SS) M01
188
Progr. ing. 9
1 = SWW-sensor (SB)
(*)
Het is verboden de fabrieksinstelling van parameter 97
te wijzigen
(**)
Als alternatief voor het elektromagnetisch gasventiel
voor VLPG-brandstof
Configuratie parameters voor kit INAIL (***)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
123
Ing. Prog. 8
2 = Drukregelaar water
117
Ing. Prog. 2
Verwarmingsstroommeter
(***)
Een kit INAIL is verplicht voor elke verwarmingsmodule
Klemmen Nr.
M02
16-17-18
SWW (**)
4 =
M02
9-10-11
(PS)
1 =
M02
13-14-15
(V1)
9-10
M01
13-14
Klemmen Nr.
M01
3 =
21-22-
M01
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE
Configuratie
S1 = OFF (niet gebruikt)
(189) Burner Address = Managing
Configuratie parameters verwarmingsketel
Par.
Beschrijving
Nr.
73
Adres Ketel
147
Aantal eenheden
Aantal actieve sanitaire
184
modules
7
Hysterese Verw.
35
San. Mod.
135
Type modulerende pomp
Min. verm. modulerende
136
140
Min. Verm.
Configuratie cascadeparameters
Par.
Beschrijving
Nr.
148
Cascademodus
152
Min. Vermogen Mod. 2
153
Hyst. Vermogen Mod. 2
84
Interval Rotatie
74
Setpoint noodmodus
27-28
23
117
Parameterinstelling
- Managing (als de
cascadesensor SC wordt
- Stand-Alone (als de
cascadesensor SC niet
wordt gebruikt)
Stel het totale aantal
eenheden in cascade in
(van 2 tot 8)
0...8 (Aantal actieve
modules voor de productie
1 = Boiler met sonde
2 = Boiler met thermostaat
2 = Grundfos (afhankelijk
van de behoeften)
Fixed 90% (afhankelijk van
pomp
de behoeften)
Parameterinstelling
2 = Max. aantal branders
3 = Min. aantal branders
50 (afhankelijk van de
behoeften)
gebruikt)
van SWW)
7°C
Kies uit:
5 l/min
Kies uit:
4%
40%
5 dagen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tau unit 70Tau unit 100Tau unit 115Tau unit 140

Inhoudsopgave