Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello TAU Unit 50 Gebruikers- En Installateursinstructie pagina 57

Inhoudsopgave

Advertenties

Modus 2
(Werking in de klimaatmodus met een vermindering die wordt
geregeld door thermostaat omgeving/verzoek warmte, setpoint
dat varieert in functie van de buitentemperatuur)
In dit geval werkt de thermische module met een setpoint dat
wordt bepaald door de klimaatcurve (instelbaar op een volledig
analoge manier zoals beschreven in de modus 1) in functie van
de buitentemperatuur. Het verzoek om warmte wordt onafhan-
kelijk van de eventuele sluiting van het contact van de ther-
mostaat omgeving / verzoek warmte geactiveerd en wordt pas
geannuleerd wanneer de buitentemperatuur hoger is dan de
door parameter 25 bepaalde waarde.
In deze modus bepaalt de parameter 28 met hoeveel graden
het setpoint wordt verlaagd (vermindering) wanneer het con-
tact van de thermostaat omgeving / verzoek warmte opent.
Par.
Beschrijving
Nr.
Compensatie van de aanvoertemperatuur bij de maxi-
109
male buitentemperatuur in de klimaatmodus (Par. 1 =
1 of 2).
Bepaalt het maximumsetpoint bij de minimale buiten-
19
temperatuur bij de klimaatregeling
Bepaalt de minimale buitentemperatuur waaraan het
20
maximale setpoint in de klimaatregeling kan worden
gekoppeld
Bepaalt het minimumsetpoint bij de maximale buiten-
21
temperatuur bij de klimaatregeling
Bepaalt de maximale buitentemperatuur waaraan het
22
minimale setpoint in de klimaatregeling kan worden
gekoppeld
Beperkt de minimumwaarde die aan het setpoint kan
23
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de verwarmingsmodus 4).
Beperkt de maximumwaarde die aan het setpoint kan
24
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de modus 4).
Bepaalt de uitsluitingstemperatuur van de klimaatre-
25
geling
Gebruikt voor de verwarmingsmodus Par. 1= 2 of 3.
Bepaalt met hoeveel graden het toevoersetpoint wordt
28
verlaagd bij het openen van het TA-contact (thermo-
staat omgeving/verzoek warmte).
Toevoertemp.
(°C)
Par. 24
Par. 19
Par. 21
Par. 28
Par. 23
Par. 20
Parameter 109 Comp. T. @ T.ext. Max
Gedurende het voor- en najaar, als de buitentemperatuur de
maximale limiet nadert die is ingesteld op Par. 22, kan de aan-
voertemperatuur die is berekend in de klimaatcurve afwijken
van de temperatuur die aan de aanvraag voldoet. Deze para-
meter voert een niet-lineaire correctie uit van de klimaatcurve
om dit verschil te compenseren.
Max. temp.
setp. (°C)
Par. 109
Par. 109
Min. temp.
setp. (°C)
Par. 22
Par. 25
Buitentemp. (°C)
Modus 3
(Continue werking met een vast setpoint met een vermindering
die geregeld wordt door thermostaat omgeving/verzoek warm-
te)
In deze modus wordt het vaste setpoint op dezelfde manier ge-
regeld zoals in modus 0. Het verschil is dat het verzoek altijd
actief is en het setpoint wordt verlaagd (vermindering) met de
door de parameter 28 bepaalde waarde bij de opening van het
contact van de thermostaat omgeving/verzoek warmte.
Par.
Beschrijving
Nr.
Bepaalt de gewenste toevoertemperatuur bij de ver-
3
warmingsmodus. Actief voor de verwarmingsmodus
Par. 1 = 0 of 3
Beperkt de minimumwaarde die aan het setpoint kan
23
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de verwarmingsmodus 4).
Beperkt de maximumwaarde die aan het setpoint kan
24
worden toegewezen in de verwarmingsmodus (dit
geldt niet voor de modus 4).
Gebruikt voor de verwarmingsmodus Par. 1= 2 of 3.
Bepaalt met hoeveel graden het toevoersetpoint wordt
28
verlaagd bij het openen van het TA-contact (thermo-
staat omgeving/verzoek warmte).
Toevoertemp.
(°C)
Par. 24
Par. 03
Par. 28
Par. 23
9
De externe sonde (accessoire) is niet vereist en als ze is aan-
gesloten, beïnvloedt de waarde van de buitentemperatuur
het ingestelde setpoint niet.
57
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
Max. temp. setp. (°C)
Setpoint @TA=ON
Setpoint vermindering
@TA=OFF
Min. temp. setp. (°C)
Buitentemp. (°C)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tau unit 70Tau unit 100Tau unit 115Tau unit 140

Inhoudsopgave