Predispositie Condensafvoer - Riello TAU Unit 50 Gebruikers- En Installateursinstructie

Verberg thumbnails Zie ook voor TAU Unit 50:

pagina van 152

/ 152
Inhoud
Inhoudsopgave
Bladwijzers

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE

Hieronder volgen de tabellen van de equivalente maximale

lengtes voor de verschillende beschikbare modellen.

CONFIGURATIE APPARAAT TYPE B "OPEN"

Overeenkomstige maximumlengte

afvoerleiding voor rookgassen

(*) Deze lengte wordt verminderd met 1 meter voor elke bocht

van 90° en 0,5 meter voor elke bocht van 45°.

CONFIGURATIE APPARAAT TYPE C "WATERDICHT"

Wanneer de verbrandingslucht van buiten afkomstig is, is het

toestel van het "luchtdichte" type C en hoeft de ruimte van in-

stallatie niet over ventilatie-openingen te beschikken.

Voor deze configuratie dient de instelling van de parameters

die vermeld zijn in paragraaf "Configuratie ventilatorpara-

meters voor configuraties van apparaten van het type C"

gewijzigd te worden.

Gesplitste leidingen

Voor deze configuraties moet de specifieke kit worden geïnstal-

leerd (volg de bij het accessoire geleverde aanwijzingen op voor

de installatie).

De gesplitste leidingen kunnen worden georiënteerd in de rich-

ting die het beste geschikt is voor de ruimte, met inachtneming

van de aangegeven maximale lengte.

Overeenkomstige maximumlengte

afvoerleiding voor rookgassen

(*) Deze lengte wordt verminderd met 1 meter voor elke bocht

van 90° en 0,5 meter voor elke bocht van 45°.

Coaxiale leidingen

Voor deze configuraties moet de specifieke kit worden geïnstal-

leerd (volg de bij het accessoire geleverde aanwijzingen op voor

de installatie).

De coaxiale leidingen kunnen gericht worden naar gelang de

omstandigheden van de installatieruimte, met inachtneming

van de vermelde max. lengte.

Overeenkomstige maximumlengte

afvoerleiding voor rookgassen

(*) Deze lengte wordt verminderd met 1 meter voor elke bocht

van 90° en 0,5 meter voor elke bocht van 45°.

2.8.3

Zorg ervoor dat de hoek "i" altijd een helling van meer dan

3° vertoont en dat de diameter van de buis voor de con-

20(*)

densafvoer altijd groter is dat die van de verbinding aanwe-

zig op de verwarmingsketel.

Het verzamelen van de condens in de richting van de riole-

ring moet uitgevoerd worden conform de geldende wetge-

ving en eventuele plaatselijke voorschriften.

Vul de sifon met water vullen vooraleer de verwarmings-

ketel aan te zetten, om te voorkomen dat tijdens de eerste

minuten van de inschakeling verbrandingsproducten te-

10+10(*)

recht komen in de omgeving.

Het is aanbevolen zowel de condensafvoer afkomstig van

de verwarmingsketel als van de schoorsteen door hetzelfde

kanaal te laten lopen.

De basis van het apparaat moet horizontaal en vlak zijn in

het gebied van het steunframe om problemen met de af-

voer van condenswater te voorkomen.

7(*)

eventuele neutralisatie

Eventuele inrichtingen voor de neutralisatie van de condens

kunnen na de sifon aangesloten worden. Voor de bereke-

ning van de duur van de neutralisatielading, moet de ver-

bruiksstaat van de neutralisator na een jaar werking na-

gegaan worden. Op basis van die informatie kan de totale

duur van de lading afgeleid worden.

Voor de keuze van het soort in combinatie te gebruiken neu-

tralisatieunit kunt u Catalogus raadplegen of u wenden tot het

bedrijf waar u het toestel heeft aangeschaft.