5. INTERNE GELEIDING
Alvorens te beginnen, maakt u de hoofdpivot los (de staande achtervork en linkpivot kunnen
gemonteerd zijn).
5.1. DROPPER ZADELPEN
5.1
Fig. 5.1
Leid de buitenkabel door de ICR-poort van de balhoofdbuis aan de aandrijfzijde en via de
onderbuis omlaag. U moet de buitenkabel door de trapas en via de zadelbuis omhoog door het
gat van de trapas leiden.
Installeer de dropper-zadelpen volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
11
5.2. VERSNELLING-/REMKABEL
ACHTERREM:
5.2
Fig. 5.2
Start bij de uitgang aan de binnenkant van de niet-aandrijfzijde van de liggende achtervork (A),
duw en draai de buitenkabel voorzichtig door de liggende achtervork totdat het uit de hoofdpivot
(B) komt.
Leid de rembuitenkabel in de poort aan de niet-aandrijfzijde aan de onderkant van de onderbuis
(C) en duw totdat het uit de poort van de balhoofdbuis komt (Fig. 5.4).
Voltooi de installatie van het remgedeelte volgens de aanwijzingen van de fabrikant wanneer het
frame in elkaar is gezet.
Voor een eenvoudige geleiding gebruikt u het Park Tool-geleidingsinstrument voor
een eenvoudige installatie van de buitenkabel door de liggende achtervork.