Afstelling van de lucht
Draai de schroef 4)(Afb. 19) tot het gevonden merkteken samen-
valt met het voorste vlak 5) van de flens.
Los, om de regeling te vergemakkelijken, de
schroef 6)(Afb. 19), regel en zet dan vast.
OPGELET
Voorbeeld:
RS 35/E BLU, vermogen brander = 270 kW.
Uit het diagram (Afb. 18) blijkt dat voor deze potentialiteit de re-
geling van de lucht moet uitgevoerd worden op merkteken 3, af-
getrokken van de waarde van de druk in de kamer.
Wanneer de druk in de verbrandingskamer 0
mbar bedraagt, moet de afstelling van de lucht uit-
gevoerd worden door de getrokken lijn van het
diagram (Afb. 18) als referentie te gebruiken.
OPGELET
Afstelling van de centrale lucht
Als voor de specifieke toepassing een speciale regeling moet uit-
gevoerd worden, kan het centrale luchtdebiet gewijzigd worden
met de moer 7)(Afb. 19) tot aan het merkteken dat aangeduid
wordt op diagram (Afb. 20).
Voor deze handeling moeten de schroeven 8)(Afb. 19) en moet
de moer 7) hoog gesteld worden.
Blokkeer nadien de schroeven 8) weer.
OPMERKING:
De aangeduide regelingen kunnen tijdens de inbedrijfstel-
ling gewijzigd worden.
5.9
Sluiting van de brander
Voer na de regeling van de branderkop het volgende uit:
monteer de brander weer op de geleiders 3) op ongeveer
100 mm van de mof 4) - brander in positie zoals wordt aan-
geduid in Afb. 17;
plaats de kabel van de sonde en van de elektrode, en schuif
daarna de brander tegen de mof - brander in positie zoals
wordt aangeduid in Afb. 21;
sluit de stekker van de servomotor 14)(Afb. 17) aan en draai
de draadleider 15) vast;
plaats de schroeven 2) weer op de geleiders 3);
bevestig de brander aan de mof met de schroef 1).
Bij het sluiten van de brander op de geleiders
wordt aangeraden om de hoogspanningskabel en
de kabel van de sonde voor de vlamdetectie
zachtjes naar buiten te trekken tot ze lichtjes ge-
OPGELET
spannen zijn.
Installatie
D8595
N° merktekens
3
2
25
NL
Max vermogen brander
4
1
D8092
6
5
4
8
7
Afb. 19
D8737
Afb. 20
5
Afb. 21
20073567