7 Eerste inbedrijfstelling
7.4
Omvormer voor de eerste keer in bedrijf stellen
Als u de omvormer voor de eerste keer in bedrijf neemt, ga dan als volgt te werk.
Voorwaarden:
☐ De omvormer moet correct gemonteerd zijn.
☐ De leidingbeveiligingsschakelaar moet correct geconfigureerd en geïnstalleerd zijn.
☐ Alle kabels moeten correct aangesloten zijn.
☐ Alle niet benodigde DC-ingangen moeten met de bijbehorende DC-connectoren en
afdichtpluggen zijn afgesloten.
☐ De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld voor het desbetreffende land of
gebruiksdoel.
Werkwijze:
1. Monteer de onderste behuizingsdeksel:
• Plaats de onderste behuizingsdeksel op de behuizing en maak hem vast met schroef 6.
• Schroef alle 6 schroeven met een inbussleutel
(SW 3) in de volgorde 1 t/m 6 vast
(koppel: 2 Nm).
2. Als de ESS aanwezig is, steek de ESS dan stevig in de omvormer. Daarbij moet de ESS parallel
met de behuizing lopen en tegen de behuizing aan liggen.
Stromen in de DC-bekabeling na aansluiten van de ESS
Als de ESS aanwezig is, kunnen na het aansluiten van de ESS, ook zonder voeding aan
AC-zijde, DC-stromen in de bekabeling optreden. Dit is geen fout, maar een door de
werking van de omvormer veroorzaakt verschijnsel.
3. Breng de waarschuwingssticker "Verbrandingsgevaar door lichtboog" duidelijk zichtbaar op
het vrijschakelpunt aan de AC-zijde aan.
4. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar in.
5. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan in.
6. Als het multifunctionele relais wordt gebruikt, schakel dan eventueel de voedingsspanning van
de verbruiker in.
☑ De startfase begint.
36
SB3-5TL-21-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding