t (AEL/AFL)
R REC
2
z (Voorbeeld)
k (One-touch witbalans)
N (AF-gebied select.)
MF
F (Belichtingscompensatie) Druk op de kop om de belichtingscompensatie aan te
b (Digitale
televoorzetlens)
a (Vergroting)
Pieken
G (Schakelaar
G-vergrendeling)
De belichting vergrendelen ( AE-vergrendeling)
U kunt de belichting vergrendelen door te drukken op de knop waaraan t is
toegewezen (Blz. 95). Gebruik dit wanneer u de focus en belichting apart wilt
aanpassen of wanneer u verschillende foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
• Als u eenmaal op de knop drukt waaraan
vergrendeld en wordt u weergegeven. g "AEL/AFL" (Blz. 127)
• Druk nogmaals op de knop waaraan
heffen.
• De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de knop
Q gebruikt.
96 NL
Druk op de knop om de AE- of de AF-vergrendeling te
gebruiken. De functie verandert volgens de [AEL/AFL]
(Blz. 127) instelling. Als AEL is geselecteerd, drukt u een
keer op de knop om de belichting te vergrendelen en u
op de monitor weer te geven. Druk nogmaals op de knop
om het vergrendelen te annuleren.
Druk op de knop om een fi lm op te nemen.
Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde
waarde terwijl de knop wordt ingedrukt.
Druk op de ontspanknop terwijl de knop is ingedrukt om
de witbalanswaarde te verkrijgen (Blz. 79). Markeer het
gewenste aantal en druk op de knop Q om de waarde op
te slaan.
Druk op de knop om het AF-doel te selecteren (Blz. 69).
Druk op de knop om de modus [MF] te selecteren. Druk
nogmaals op de knop om de voordien geselecteerde
AF-stand te herstellen. Houd de knop ingedrukt en
draai aan de subregelaar om een focusmodus te kiezen.
passe.
In de modi P, A, S, ART, fi lm en sommige Z-modi, kunt
u de belichtingscorrectie (Blz. 68) aanpassen door de
knop in te drukken en met HI de gewenste waarde te
kiezen. Sommige modi bieden ook programmaverschuiving
(Blz. 50).
In de modus M kunt u de sluitersnelheid of het diafragma
aanpassen door op de knop te drukken en met FGHI
of de subregelaar de gewenste waarden te kiezen.
• De rol van de subregelaars kan worden gewijzigd in de
aangepaste menu's G. g [Functieregelaar] (Blz. 121)
Druk op de knop om de digitale zoom [Aan] of [Uit] te
schakelen (Blz. 111).
Druk op de knop om het vergrotingskader weer te geven
en druk er nogmaals op om het beeld te vergroten. Houd
de knop ingedrukt om de vergrote weergave te annuleren.
Druk op de knop om het piekscherm in of uit te
schakelen. Wanneer Pieken wordt weergegeven, zijn
de histogramweergave en de weergave van lichte en
schaduwgebieden niet beschikbaar (Blz. 127).
Druk op de knop en houd deze ingedrukt om de bediening
van het touchscreen in en uit te schakelen.
t
is toegewezen, wordt de belichting
t
is toegewezen om de AE-vergrendeling op te