Verwerkingsopties (Fotomodus)
U kunt een beeldeffect selecteren en individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast,
scherpte en andere parameters (Blz. 89-92). Wijzigingen aan elke fotomodus
worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Druk op de knop Q en gebruik FG om
Fotomodus te markeren.
2
2
Markeer een optie met HI en druk op de
knop Q.
Opties voor fotomodus
A i-Enhance
B Levendig
C Natuurlijk
D Laag contrast
E Portret
J Monochroom
K Aangepast
v e-Portret
Kleurenmaker*
c
e Pop-art
f Soft-focus
g Bleke/lichte kleur
h Lichte toon
i Korrelige fi lm
j Pinhole
k Diorama
l Cross-process
m Zacht sepia
n Dramatische toon
o Sleutellijn
p Aquarel
q Vintage
Gedeeltelijke
r
kleur*
2
v Bleach Bypass
9 Direct-klaar-fi lm
*1 Nadat u kleurenmaker hebt geselecteerd met de HI-knoppen, drukt u op de knop INFO
en gebruikt u de subregelaar of HI om de kleurschakering en FG om de verzadiging
aan te passen.
* 2 Nadat u met HI Gedeeltelijke kleur hebt gekozen, drukt u op de knop INFO om de
kleurenring weer te geven (Blz. 49).
76 NL
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met het
motief.
Voor levendige kleuren.
Voor natuurlijke kleuren.
Voor afgevlakte tinten.
Voor mooie huidtinten.
Voor zwart/wit-tinten.
Gebruik deze optie om één fotomodus te selecteren, stel de
parameters in en leg de instelling vast.
Produceert vloeiende huidteksturen. Deze modus kan niet
worden gebruikt bij bracketingfotografi e of bij fi lmen.
Produceert een kleurafwerking die is ingesteld in Kleurenmaker.
1
Maakt gebruik van de instellingen in Kunstfi lter. Er kunnen ook
kunsteffecten worden gebruikt.
Natural
P
J
J
K
K
Fotomodus
ISO
AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
S-AF
S-AF
4:3
L
F