[ Trapeziumcorrectie]
Corriger de effecten van perspectief in foto's van gebouwen of landschappen.
1
Markeer [Trapeziumcorrectie] in de AP-modusmenu (Blz. 37) en druk op de
knop Q.
2
Maak de verticale aanpassing terwijl u het effect op
het scherm bekijkt en kadreer de opname.
2
• Gebruik de subregelaar om de mate van compensatie
te kiezen.
• Gebruik FG om een opnameveld te kiezen. Als gevolg
van de mate van compensatie kan het zijn dat het niet
mogelijk is het opnameveld te kiezen.
• Houd de knop Q ingedrukt om wijzigingen te annuleren.
Druk op de knop INFO, maak vervolgens de
3
horizontale aanpassing en kadreer de opname.
• Gebruik de subregelaar om de mate van compensatie
te kiezen.
• Gebruik HI om een opnameveld te kiezen. Als gevolg
van de mate van compensatie kan het zijn dat het niet
mogelijk is het opnameveld te kiezen.
• Houd de knop Q ingedrukt om wijzigingen te annuleren.
• Druk op de knop INFO om naar keuze over te schakelen van verticale (step 2) naar
horizontale (step 3) aanpassingsschermen.
4
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
• Als de scherpstelindicator knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld.
5
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
• Naarmate de mate van compensatie toeneemt:
- wordt de afbeelding grover
- neemt de zoomverhouding van de uitsnede toe
- is het niet langer mogelijk om de uitsnede in zowel de horizontale als verticale
schermen opnieuw te positioneren
• Wanneer [RAW] is geselecteerd voor beeldkwaliteit, worden beelden opgenomen in
RAW+JPEG-indeling.
• Het kan voorkomen dat het gewenste resultaat niet wordt bereikt met voorzetlenzen.
• Afhankelijk van de hoeveelheid correctie kan het voorkomen dat sommige AF-doelen
buiten het weergavegebied liggen. Er wordt een pictogram (g, h, i of j) weergegeven als
de camera scherpstelt op een AF-doel dat buiten het weergavegebied ligt.
• Als een scherpstelafstand is geselecteerd voor [Beeldstab.], zal de correctie worden
aangepast voor de geselecteerde scherpstelafstand. Behalve bij gebruik van een Micro
Four Thirds- of Four Thirds-lens moet een brandpuntsafstand worden gekozen met de
optie [Beeldstab.] (Blz. 87).
• Wanneer u aanpassingen in de trapeziumcorrectie aanbrengt, kunt u de knoppen # (I)
en jY (G) voor selectie van de modi fl itsmodus of continue opnamen/opnamen met
de zelfontspanner niet gebruiken. Gebruik in plaats daarvan het superbedieningspaneel
LV (Blz. 75).
44 NL
250 F5.6
250
250 F5.6
250